Koudum - Galamadammen
Status: | Onherroepelijk |
Idn: | NL.IMRO.1900.2012zuidBPkoudgala-onhe |
4.7 Externe veiligheid
Externe veiligheid gaat over het beheersen van de risico's die ontstaan voor de omgeving bij het gebruik, de opslag en het vervoer van gevaarlijke stoffen, zoals vuurwerk, LPG en munitie. Sinds een aantal jaren is er wetgeving over "externe veiligheid" om de burger niet onnodig aan te hoge risico's bloot te stellen. De normen voor externe veiligheid zijn vastgelegd in onder andere het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), de Circulaire risiconormering vervoer van gevaarlijke stoffen en het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb).
Het externe veiligheidsbeleid heeft vorm gekregen in de risicobenadering. Er wordt getoetst aan twee verschillende normen: het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Ten aanzien van het plaatsgebonden risico geldt een kans van 10-6 als grenswaarde. Dit betekent dat binnen de zogenaamde PR 10-6-contour geen nieuwe kwetsbare objecten mogen worden toegestaan. Voor ontwikkeling van nieuwe beperkt kwetsbare objecten, geldt deze norm als streefwaarde. Het onderscheid tussen kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten is vastgelegd in het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
|
Ten aanzien van (beperkt) kwetsbare objecten binnen de GR-contour moet een bestuurlijke verantwoording plaatsvinden. De verantwoording bevat de volgende elementen:
de personendichtheid;
de hoogte van het groepsrisico;
maatregelen ter beperking van het groepsrisico;
de voor- en nadelen van alternatieve locaties;
de mogelijkheden voor bestrijding van calamiteiten;
de mogelijkheden tot zelfredzaamheid van personen binnen het invloedsgebied.
Ten aanzien van de bestrijdbaarheid van calamiteiten moet de veiligheidsregio om advies worden gevraagd.
In en rond het plangebied zijn geen inrichtingen gevestigd en kunnen ook geen inrichtingen gevestigd worden, zoals bedoeld in het Bevi. Wel is er een risicovolle inrichting, niet vallend onder het Bevi, aanwezig.
In en rond het plangebied zijn geen risicovolle inrichtingen aanwezig. Over de N359 vindt vervoer van gevaarlijke stoffen plaats. De vervoersintensiteiten van dit vervoer is dermate laag, dat er geen nadere afweging van het groepsrisico noodzakelijk is. Over het Johan Frisokanaal vindt geen bulktransport van goederen plaats. Het kanaal vormt daarom geen risico in het kader van externe veiligheid. Tot slot zijn er geen buisleidingen aanwezig. Het aspect externe veiligheid vormt daarom geen belemmering voor dit bestemmingsplan.
Geconcludeerd wordt dat er vanuit het aspect externe veiligheid geen belemmeringen zijn voor dit bestemmingsplan.