Koudum - Galamadammen
Status: | Onherroepelijk |
Idn: | NL.IMRO.1900.2012zuidBPkoudgala-onhe |
4.2 Archeologie en cultuurhistorie
Archeologie
In 1992 is het Europees Verdrag van Malta ondertekend door een groot aantal EU-landen, waaronder Nederland. Het doel hiervan is het veiligstellen van het (Europese) archeologische erfgoed. Dit moet met name gestalte krijgen in het ruimtelijke ordeningsbeleid, wat betekent dat bij de voorbereiding van bestemmingsplannen meer aandacht moet worden besteed aan de (mogelijke) aanwezigheid van archeologische waarden en dat een beschermende regeling moet worden opgenomen ten aanzien van die archeologische waarden. Ter implementatie van het Verdrag van Malta is op 1 september 2007 de Wet op de archeologische monumentenzorg in werking getreden. Deze wet regelt onder andere dat er in het proces van ruimtelijke ordening tijdig rekening gehouden wordt met de mogelijke aanwezigheid van archeologische waarden.
Voor een inzicht in archeologische (verwachtings)waarden hanteert de gemeente een uitsnede van de provinciale Friese Archeologische Monumentenkaart Extra (FAMKE). Uit deze kaarten blijkt dat in het plangebied archeologische resten kunnen voorkomen uit de periode ijzertijd-middeleeuwen. Er is ook een verwachting voor de steentijd-bronstijd. De provincie beveelt aan om bij ingrepen van meer dan 500 m2 een karterend archeologisch onderzoek uit te laten voeren.
In het kader van de aanleg van de aquaduct en het verleggen van wegen is de conclusie getrokken dat er geen archeologische waarden (meer) in de bodem aanwezig zijn. Reden hiervoor is dat de gronden in en nabij het plangebied in het verleden al meerdere malen verstoord zijn. Zo staat beschreven in het bestemmingsplan Aquaduct Galamadammen uit 2004. Het is hiermee niet gezegd dat de andere gebieden zonder archeologische verwachtingswaarden zijn. Derhalve is hiervoor een dubbelbestemming Waarde - Archeologie 2 (archeologisch verwachtingsgebied) opgenomen.
Voor de steentijd-bronstijd (bron: FAMKE provincie Fryslan)
Voor de ijzertijd-middeleeuwen (bron: FAMKE provincie Fryslan)
Cultuurhistorie
Voor een inzicht in de cultuurhistorische waarden wordt de provinciale cultuurhistorische kaart (CHK) gehanteerd. Op basis hiervan bepaalt de gemeente vervolgens welke cultuurhistorische waarden behouden moeten blijven. De belangrijkste zichtbare cultuurhistorische drager in het plangebied is de vaarweg De Morra. De vaarweg maakt deel uit van de vaarroute Het Oudhof naar Stavoren. Deze vaarweg dient te worden gerespecteerd. De vaarweg is in het voorliggend bestemmingsplan bestemd als 'Water'. Hiermee zijn de cultuurhistorische belangen voldoende verzekerd.
De op de provinciale cultuurhistorische kaart (CHK) aangegeven voormalige boerderijplaats (BOERD__02241) maakt ook onderdeel uit van het plangebied.
Boerderijplaatsen verschaffen ons, omdat zij de kern vormden van de toenmalige agrarische samenleving, kennis over de bewoningsgeschiedenis en over de ontwikkeling van het cultuurlandschap op lokaal, regionaal en provinciaal niveau.
Bovengronds is er vooralsnog niets meer zichtbaar van deze boerenplaats. Het is de verwachting dat eventueel aanwezige ondergrondse resten geheel of grotendeel verstoord zullen zijn door de aanleg van het wegtracé en de waterpartij. Er is derhalve geen aparte bestemming voor opgenomen. Eventuele ondergrondse resten in het deel tussen het wegtracé en de waterpartij zijn overigens automatisch beschermd bij ingrepen boven de 500 m2 door het opnemen van de dubbelbestemming Waarde - Archeologie 2 op grond van de FAMKE.