direct naar inhoud van Regels

Koudum - Galamadammen

Status: Onherroepelijk
Idn: NL.IMRO.1900.2012zuidBPkoudgala-onhe

Artikel 10 Water

 

Lid 1 bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. kanalen en waterlopen;

  2. kaden en oevers;

  3. aanleggelegenheid, alsmede voor aanlegsteigers ter plaatse van de aanduiding 'aanlegsteiger';

  4. liggelegenheden en ligplaatsen voor (recreatie)vaartuigen, overeenkomstig de Ligplaatsenverordening Súdwest-Fryslân, zoals deze geldt ten tijde van het van kracht worden van het plan;

  5. de waterhuishouding;

  6. ter plaatse van de aanduiding 'aquaduct' voor een aquaduct met bijbehorende voorzieningen;

  7. ter plaatse van de aanduiding 'ecologische verbindingszone' voor de instandhouding, ontwikkeling en herstel van de ecologische waarden van water en riet- en oeverland;

met daaraan ondergeschikt:

  1. het recreatief medegebruik;

  2. groenvoorzieningen;

  3. wegen, straten en paden;

  4. waterhuishoudkundige voorzieningen;

  5. openbare nutsvoorzieningen;

met de daarbijbehorende:

  1. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder kunstwerken, zoals bruggen, duikers.

 

Lid 2 bouwregels

 

Sublid 1 Gebouwen en overkappingen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd.

Sublid 2 Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:

  1. steigers, vlonders, plankieren en de naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwwerken mogen niet worden gebouwd, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'aanlegsteiger';

  2. de bouwhoogte van een steiger zal ten hoogste 2,00 m bedragen;

  3. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, zal ten hoogste 6,00 m bedragen.

 

Lid 3 nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  1. de verkeersveiligheid;

  2. het waarborgen van ecologische waarden ter plaatse van de aanduiding 'ecologische verbindingszone';

  3. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

 

Lid 4 specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  1. het gebruik van gronden als (permanente) liggelegenheid voor (recreatie)vaartuigen, met uitzondering van gebruik als ligplaats overeenkomstig de Ligplaatsenverordening Súdwest-Fryslân , zoals deze geldt ten tijde van het van kracht worden van het plan;

  2. het gebruik van vaartuigen voor permanente bewoning.