direct naar inhoud van Regels

Sneek - Spoorwegemplacement en Schuttersveld

Status: Onherroepelijk
Idn: NL.IMRO.1900.2012oostBPspooschv-onhe

Artikel 3 Bedrijf

 

3.1 bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aanwezen gronden zijn bestemd voor:

  1. een vervoersbedrijf;

met daaraan ondergeschikt:

  1. wegen, straten en paden;

  2. parkeervoorzieningen;

  3. groenvoorzieningen;

  4. openbare nutsvoorzieningen;

  5. water;

met de daarbij behorende:

  1. erven en terreinen.

 

3.2 bouwregels

 

3.2.1 Algemeen

Op of in de tot 'Bedrijf' bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  1. gebouwen ten dienste van de bestemming;

  2. overige bouwwerken.

 

 

3.2.2 gebouwen

 

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  1. een gebouw zal binnen een bouwvlak worden gebouwd;

  2. het bebouwingspercentage van een bouwvlak zal ten hoogste 90% bedragen;

  3. de bouwhoogte van een gebouw zal ten hoogste 8,50 m bedragen

 

 

3.2.3 Overige bouwwerken

  1. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 1,00 m bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen op een afstand van meer dan 1,00 m achter de voorbouwgrens ten hoogste 2,00 m zal bedragen;

  2. de bouwhoogte van overige bouwwerken zal ten hoogste 6,00 m bedragen.

 

 

3.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  1. een goede woonsituatie;

  2. de sociale veiligheid;

  3. de milieusituatie;

  4. de verkeersveiligheid;en

  5. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

 

3.4 specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  1. het gebruik van gronden en bouwwerken voor detailhandel, anders dan productiegebonden detailhandel;

  2. het gebruik van gronden en bouwwerken voor geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven;

  3. het gebruik van gronden en bouwwerken als horecabedrijf;

  4. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een verkooppunt van motorbrandstoffen.