-
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan zodanig te wijzigen dat de afmeting, situering en vorm van een in één van de bestemmingen aangewezen bouwvlak wordt gewijzigd met dien verstande dat:
-
het bouwvlak met ten hoogste 20% wordt vergroot;
-
het bouwvlak op ten minste 3 m uit de perceelsgrens blijft, tenzij de bestaande afstand indien deze minder is.
-
Burgemeester en wethouders kunnen toepassing geven aan de in onder a. bedoelde wijzigingsbevoegdheid indien hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
-
het straat- en bebouwingsbeeld;
-
de milieusituatie;
-
archeologische waarden;
-
de woonsituatie;
-
de verkeersveiligheid;
-
en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
-
Indien noodzakelijk voeren burgemeester en wethouders archeologisch onderzoek uit alvorens zij een nadere afweging maken aangaande het toepassen van de onder a genoemde wijzigingsbevoegdheid. Burgemeester en wethouders baseren zich ten aanzien van de noodzaak van archeologisch onderzoek op de aanbevelingen uit de cultuurhistorische kaart Fryslân (FAMKE).
-
Er wordt geen toepassing gegeven aan de wijzigingsbevoegdheid indien blijkt dat door toepassing blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waarden ter plaatse en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.
-
Op de voorbereiding van een besluit tot wijziging is de in artikel 9 lid 9.1 vermelde procedure van toepassing.