HOOFDSTUK 1 Inleidende regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
-
plan:
het bestemmingsplan Holle Poarte van de gemeente Wûnseradiel;
-
bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0710.20100400BP000-0401 met bijbehorende regels en bijlage;
-
aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
-
aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
-
aan- of uitbouw:
een onderdeel van een hoofdgebouw, alsmede een op zichzelf staand gebouw dat is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
-
bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
-
bedrijfswoning/dienstwoning:
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
-
beperkt kwetsbaar object:
een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand is bepaald, waarmee rekening moet worden gehouden;
-
bestaand:
die situatie zoals die is op het moment dat het bestemmingsplan in werking treedt;
-
bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak;
-
bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
-
bijgebouw:
een (op zichzelf staand) gebouw dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw en dat geen directe toegang heeft tot het hoofdgebouw;
-
bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
-
bouwgrens:
de grens van een bouwvlak;
-
bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar horende bebouwing is toegelaten;
-
bouwperceelgrens:
de grens van een bouwperceel;
-
bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan;
-
bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
-
chalet:
een verblijf, bestaande uit een lichte constructie en uit lichte materialen, niet zijnde een kampeermiddel, dat naar de aard en de inrichting is bedoeld voor een recreatief dag- en/of nachtverblijf;
-
dagrecreatie:
verblijf buitenshuis voor recreatieve doeleinden zonder dat er een overnachting elders mee gepaard gaat;
-
dagrecreatieve voorziening:
een voorziening ten behoeve van dagrecreatie;
-
detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
-
gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
-
hoofdgebouw:
een gebouw, dat op een bouwperceel in architectonisch opzicht dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste gebouw valt aan te merken;
-
horecavoorziening:
een voorziening waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt;
-
indelingslijn:
een als zodanig op de plankaart aangeduide lijn ten behoeve van het indelen van een bouwvlak of bestemmingsvlak met het oog op een verschil in maatvoering en/of gebruik;
-
kampeermiddel:
-
een tent, een tentwagen, een kampeerauto of een caravan;
-
enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde,
-
één en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen of gewezen voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
-
kleine horizontale windturbine:
een kleine windturbine met een verticale draaias, die werkt op basis van het weerstand of lift principe;
-
kwetsbaar object:
een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde voor het risico c.q. een risico-afstand is bepaald, die in acht moet worden genomen;
-
ligplaats:
een ruimte voor het afmeren en doen of laten liggen van een vaartuig;
-
peil:
-
voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst, de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
-
voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst, de hoogte van het terrein ter plaatse van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
-
-
recreatiewoning:
een gebouw dat dient als recreatiewoonverblijf, waarvan de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben;
-
risicovolle inrichting:
een inrichting, bij welke in gevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;
-
seksinrichting:
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een pros-titutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
-
stacaravan:
een caravan die gedurende langere tijd op een kampeerterrein op dezelfde plaats blijft staan en die door zijn plaatsing direct of indirect met de grond is verbonden, dan wel direct of indirect steun vindt in of op de grond en daardoor als bouwwerk is aan te merken;
-
woning:
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
Artikel 2 Wijze van meten
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
-
de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
-
de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
-
de dakhelling van een bouwwerk:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
-
de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, nederwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
-
de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
-
de afstand tot de (zijdelingse) grens van een bouwperceel:
vanaf enig punt van een bouwwerk tot de (zijdelingse) grens van een bouwperceel.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen met niet meer dan 1 m wordt overschreden.
HOOFDSTUK 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Centrum
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Centrum’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
cafetaria’s/snackbars;
-
restaurants;
-
detailhandel;
-
overdekte sport- en recreatievoorzieningen;
-
recreatieappartementen;
-
verkeers- en verblijfsvoorzieningen;
-
groenvoorzieningen;
-
openbare nutsvoorzieningen;
-
water.
Cafetaria’s/snackbars, restaurants en detailhandel zijn uitsluitend toegestaan op de begane grond.
3.2 Bouwregels
-
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
-
de gebouwen worden gebouwd binnen het bouwvlak;
-
het aantal recreatieappartementen per bestemmingsvlak bedraagt niet meer dan het ter plaatse van de aanduiding “maximum aantal wooneenheden” aangegeven aantal;
-
de bouwhoogte bedraagt niet meer dan de ter plaatse van de aanduiding “maximale bouwhoogte (m)” aangegeven hoogte;
-
het aantal dienstwoningen bedraagt niet meer dan 1, met dien verstande dat:
-
de oppervlakte niet meer bedraagt dan 120 m²;
-
de goothoogte niet meer bedraagt dan 6 m;
-
de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 8 m;
-
de oppervlakte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen niet meer bedraagt dan 50 m².
-
-
-
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
-
de bouwhoogte van terrein- of perceelafscheidingen bedraagt niet meer dan 2 m;
-
de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt niet meer dan 3 m;
-
het oprichten van windturbines is niet toegestaan.
-
3.3 Specifieke gebruiksregels
Onder met deze bestemming strijdig gebruik wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
-
het gebruiken of laten gebruiken van gronden en bouwwerken voor permanente bewoning, anders dan van dienstwoningen;
-
het gebruiken of laten gebruiken van gronden als standplaats voor kampeermiddelen.
Artikel 4 Detailhandel
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Detailhandel’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
detailhandel in scheepsbenodigdheden;
-
verkeers- en verblijfsvoorzieningen;
-
groenvoorzieningen;
-
openbare nutsvoorzieningen;
-
water.
4.2 Bouwregels
-
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
-
ten hoogste 50% van het bestemmingsvlak mag worden bebouwd;
-
de bouwhoogte bedraagt niet meer dan de ter plaatse van de aanduiding “maximale bouwhoogte (m)” aangegeven hoogte;
-
het aantal dienstwoningen bedraagt niet meer dan 2, met dien verstande dat:
-
per dienstwoning de oppervlakte niet meer bedraagt dan 200 m²;
-
de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 7 m;
-
per dienstwoning de oppervlakte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen niet meer bedraagt dan 50 m².
-
-
-
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
-
de bouwhoogte van terrein- of perceelafscheidingen bedraagt niet meer dan 2 m;
-
de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt niet meer dan 3 m;
-
het oprichten van windturbines is niet toegestaan.
-
4.3 Specifieke gebruiksregels
Onder met deze bestemming strijdig gebruik wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
-
het gebruiken of laten gebruiken van gronden als standplaats voor kampeermiddelen.
Artikel 5 Horeca
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Horeca’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
hotel-restaurant;
-
cafetaria’s/snackbars;
-
restaurants;
-
recreatieappartementen;
-
overdekte sport- en recreatieve voorzieningen;
-
aan de bestemming ondergeschikte detailhandel;
-
verkeers- en verblijfsvoorzieningen;
-
groenvoorzieningen;
-
openbare nutsvoorzieningen;
-
water.
5.2 Bouwregels
-
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
-
gebouwen worden gebouwd binnen een bouwvlak;
-
het aantal recreatieappartementen per bestemmingsvlak bedraagt niet meer dan het ter plaatse van de aanduiding “maximum aantal wooneenheden” aangegeven aantal wooneenheden;
-
de bouwhoogte bedraagt niet meer dan de ter plaatse van de aanduiding “maximale bouwhoogte (m)” aangegeven bouwhoogte;
-
er zijn geen dienstwoningen toegestaan.
-
-
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
-
de bouwhoogte van terrein- of perceelafscheidingen bedraagt niet meer dan 2 m;
-
de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt niet meer dan 3 m;
-
het oprichten van windturbines is niet toegestaan.
-
5.3 Specifieke gebruiksregels
Onder met deze bestemming strijdig gebruik wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
-
het gebruiken of laten gebruiken van gronden en bouwwerken voor permanente bewoning;
-
het gebruiken of laten gebruiken van gronden als standplaats voor kampeermiddelen.
Artikel 6 Maatschappelijk
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Maatschappelijk’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
stalling, onderhoud en opslag van voertuigen, gereedschappen en materialen van gemeentelijke diensten;
-
brandweerkazerne;
-
gronddepot;
-
verkeers- en verblijfsvoorzieningen;
-
groenvoorzieningen;
-
openbare nutsvoorzieningen;
-
water.
6.2 Bouwregels
-
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
-
de gebouwen worden gebouwd binnen het bouwvlak;
-
de bouwhoogte bedraagt niet meer dan de ter plaatse van de aanduiding “maximale bouwhoogte (m)” aangegeven bouwhoogte;
-
er zijn geen bedrijfswoningen toegestaan.
-
-
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
-
de bouwhoogte van erf- of perceelafscheidingen bedraagt niet meer dan 2 m;
-
de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt niet meer dan 10 m;
-
het oprichten van windturbines is niet toegestaan.
-
6.3 Ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde lid 6.2, sub b, onder 2, voor het plaatsen van 1 horizontale windturbine per grootschalig gebouw, met dien verstande dat:
-
de plaatsing vanuit welstands- en stedenbouwkundig oogpunt acceptabel is;
-
de plaatsing vanuit milieuhygiënisch oogpunt aangaande geluid, reflectie, veiligheid en bezonning aanvaardbaar is;
-
de plaatsing alleen mogelijk is op gebouwen die hoger zijn dan 6 m, waarbij de hoogte van de windturbine (hoogste kooiconstructie) ten hoogste 1/3 van de hoogte van het gebouw mag zijn;
-
de plaatsing alleen mogelijk is wanneer de windturbine tenminste 5 m wordt teruggerooid vanuit de dakrand;
-
er omwille van de plaatsing geen bomen worden gekapt.
6.4 Specifieke gebruiksregels
Onder met deze bestemming strijdig gebruik wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
-
het gebruiken of laten gebruiken van gronden als standplaats voor kampeermiddelen.
Artikel 7 Natuur
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Natuur’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van de voor de Friese IJsselmeerkust specifieke natuurwetenschappelijke en landschappelijke waarden;
-
water, oeverstroken en bos;
-
groenvoorzieningen;
-
wandel- en fietspaden;
-
overige dagrecreatieve voorzieningen zoals picknickplaatsen en eenvoudige sport- en spelvoorzieningen, uitsluitend op de gronden ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van natuur - recreatief medegebruik”;
-
openbare nutsvoorzieningen.
7.2 Bouwregels
-
Voor het bouwen van gebouwen geldt de volgende regel:
-
er mogen geen gebouwen worden gebouwd.
-
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
-
de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt niet meer dan 3 m;
-
het oprichten van windturbines is niet toegestaan.
-
7.3 Specifieke gebruiksregels
Onder met deze bestemming strijdig gebruik wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
-
het gebruiken of laten gebruiken van gronden als standplaats voor kampeermiddelen.
7.4 Aanlegvergunning
-
Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van Burgemeester en Wethouders (aanlegvergunning) de volgende werkzaamheden uit te voeren:
-
het aanbrengen van verhardingen;
-
het egaliseren en diepploegen van gronden;
-
het ophogen, afgraven en/of afschuiven van gronden;
-
het dempen, verbreden en/of graven van sloten en andere watergangen.
-
De in sub a, bedoelde vergunning is niet vereist voor normaal onderhoud, gebruik en beheer.
-
De in sub a, bedoelde vergunning wordt uitsluitend verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de voor de Friese IJsselmeerkust specifieke natuurwetenschappelijke en landschappelijke waarden.
Artikel 8 Recreatie – Jachthaven
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Recreatie – Jachthaven’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
ligplaatsen, met dien verstande dat de oppervlakte water niet uitgebreid mag worden ten behoeve van het creëren van extra ligplaatsen;
-
verkooppunt voor motorbrandstoffen;
-
aan de bestemming ondergeschikte horecavoorzieningen;
-
een zwembad;
-
sanitaire voorzieningen;
-
receptie-, beheer- en verenigingsvoorzieningen;
-
verkeers- en verblijfsvoorzieningen;
-
groenvoorzieningen;
-
openbare nutsvoorzieningen;
-
water.
In de bestemming zijn botenhuizen en voorzieningen als kampwinkels en supermarkten niet begrepen.
8.2 Bouwregels
-
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
-
er mag niet meer dan 1300 m² aan gebouwen worden gebouwd;
-
de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 9 m;
-
het aantal dienstwoningen bedraagt niet meer dan 1, met dien verstande dat:
-
per dienstwoning de oppervlakte niet meer bedraagt dan 120 m²;
-
de goothoogte niet meer bedraagt dan 5 m;
-
de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 9 m;
-
per dienstwoning de oppervlakte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen niet meer bedraagt dan 50 m².
-
-
-
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
-
de bouwhoogte van terrein- of perceelafscheidingen bedraagt niet meer dan 2 m;
-
de bouwhoogte van steigers bedraagt niet meer dan 3 m;
-
de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt niet meer dan 3 m;
-
het oprichten van windturbines is niet toegestaan.
-
8.3 Specifieke gebruiksregels
Onder met deze bestemming strijdig gebruik wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
-
het gebruiken of laten gebruiken van gronden als standplaats voor kampeermiddelen.
Artikel 9 Recreatie – Kampeerterrein
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Recreatie – Kampeerterrein’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
standplaatsen voor kampeermiddelen, stacaravans en chalets, met dien verstande dat het aantal standplaatsen en chalets niet meer dan 870 bedraagt en de afstand tussen kampeermiddelen minimaal 3 m be-draagt;
-
sanitaire voorzieningen;
-
receptie- en beheervoorzieningen;
-
verkeers- en verblijfsvoorzieningen;
-
groenvoorzieningen;
-
openbare nutsvoorzieningen;
-
water,
met dien verstande dat op de gronden ter plaatse van de aanduiding ”spe-cifieke vorm van recreatie - toeristische standplaatsen”, uitsluitend kampeer-middelen zijn toegestaan.
In de bestemming zijn voorzieningen zoals kantines, kampwinkels en supermarkten niet begrepen.
9.2 Bouwregels
-
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van sanitaire voorzieningen, receptie- en beheervoorzieningen en overige voorzieningen ten behoeve van het kampeerterrein gelden de volgende regels:
-
er mag niet meer dan 1000 m² aan gebouwen worden gebouwd;
-
de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 8 m;
-
het aantal dienstwoningen bedraagt niet meer dan 1, met dien verstande dat:
-
per dienstwoning de oppervlakte niet meer bedraagt dan 120 m²
-
de goothoogte niet meer bedraagt dan 5 m;
-
de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 8 m;
-
per dienstwoning de oppervlakte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen niet meer bedraagt dan 50 m².
-
-
-
Voor het bouwen van bergingen bij stacaravans en chalets geldt de volgende regel:
-
er mag per stacaravan of chalet ten hoogste 1 berging met een maximale oppervlakte van 10 m² en een maximale bouwhoogte van 3 m worden gerealiseerd.
-
-
Voor stacaravans geldt de volgende regel:
-
er mogen alleen stacaravans worden geplaatst, indien de bouwhoogte niet meer dan 3,5 m en de oppervlakte niet meer dan 50 m² bedraagt.
-
-
Voor het bouwen van chalets geldt de volgende regel:
-
er mogen alleen chalets worden gebouwd, indien de goothoogte niet meer dan 3,5 m, de bouwhoogte niet meer dan 4 m en de oppervlakte niet meer dan 50 m² bedraagt, dan wel de bestaande oppervlakte indien deze meer bedraagt.
-
-
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
-
de bouwhoogte van terrein- of perceelafscheidingen bedraagt niet meer dan 2 m;
-
de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt niet meer dan 3 m;
-
het oprichten van windturbines is niet toegestaan.
-
9.3 Specifieke gebruiksregels
Onder met deze bestemming strijdig gebruik wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
-
het gebruiken of laten gebruiken van gronden en bouwwerken voor permanente bewoning, anders dan van dienstwoningen.
Artikel 10 Recreatie – Recreatiewoningen
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Recreatie –Recreatiewoningen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
recreatief wonen, met dien verstande dat gestapelde appartementen alleen zijn toegestaan op de gronden ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van recreatie - gestapelde appartementen” en het totale aantal recreatieve wooneenheden niet meer bedraagt dan 435;
-
ligplaatsen;
-
groenvoorzieningen;
-
speelvoorzieningen;
-
openbare nutsvoorzieningen;
-
verkeers- en verblijfsvoorzieningen;
-
water,
uitsluitend ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van recreatie – beheervoorziening”:
-
receptie- en beheervoorzieningen;
-
verhuur ten behoeve van dagrecreatie;
-
aan de bestemming ondergeschikte detailhandel;
-
aan de bestemming ondergeschikte horecavoorzieningen;
-
tennisbanen;
-
wellness-voorzieningen.
10.2 Bouwregels
-
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van recreatief wonen gelden de volgende regels:
-
de gebouwen worden gebouwd binnen een bouwvlak;
-
het aantal recreatiewoningen per bouwvlak bedraagt niet meer dan het bestaande aantal, dan wel ten hoogste het ter plaatse van de aanduiding “maximum aantal wooneenheden” aangegeven aantal wooneenheden;
-
de goot- en bouwhoogte bedragen niet meer dan respectievelijk
3,5 m en 9 m,-
dan wel de aangegeven goot- en bouwhoogte, ter plaatse van de aanduiding “maximale goot- en bouwhoogte m)”;
-
dan wel de aangegeven bouwhoogte, ter plaatse van de aanduiding “maximale bouwhoogte (m)”;
-
-
de oppervlakte per recreatiewoning bedraagt, met inbegrip van aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen, niet meer dan 120 m², dan wel niet meer dan de bestaande oppervlakte indien deze meer is;
-
er mogen geen vrijstaande bijgebouwen worden gebouwd.
-
-
Voor het bouwen van gebouwen ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van recreatie – beheervoorziening” gelden de volgende regels:
-
er mogen uitsluitend gebouwen worden gebouwd ten behoeve van receptie- en beheervoorzieningen, verhuur, aan de bestemming ondergeschikte detailhandel, aan de bestemming ondergeschikte horecavoorzieningen, tennisbanen, wellness-voorzieningen en andere voorzieningen ten behoeve van recreatief wonen;
-
ten hoogste 50% van de gronden mag worden bebouwd;
-
de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 8 m;
-
het totaal aantal dienstwoningen bedraagt niet meer dan 2, met dien verstande dat:
-
de gevelbelasting ten gevolge van wegverkeerslawaai niet meer dan 48 dB mag bedragen, dan wel ten hoogste de vooraf door het College van Burgemeester en Wethouders vastgestelde hogere waarde;
-
de oppervlakte per dienstwoning niet meer bedraagt dan 120 m²;
-
de goothoogte niet meer bedraagt dan 6 m;
-
de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 10 m;
-
per dienstwoning de oppervlakte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen niet meer bedraagt dan 50 m².
-
-
-
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
-
de bouwhoogte van steigers bedraagt niet meer dan 3 m;
-
de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt niet meer dan 3 m;
-
het bouwen van erf- of perceelafscheidingen is niet toegestaan;
-
in afwijking van het bepaalde in sub 3, mag op de gronden ter plaatse van de aanduiding “specifieke bouwaanduiding - scherm” een perceelafscheiding in de vorm van een scherm worden gebouwd, waarvan de hoogte niet meer mag bedragen dan 2 m;
-
het oprichten van windturbines is niet toegestaan.
-
10.3 Specifieke gebruiksregels
Onder met deze bestemming strijdig gebruik wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
-
het gebruiken of laten gebruiken van gronden en bouwwerken voor permanente bewoning, anders dan van dienstwoningen;
-
het gebruiken of laten gebruiken van gronden als standplaats voor kampeermiddelen.
Artikel 11 Recreatie – Strand
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Recreatie - Strand’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
strand;
-
wandelboulevard/-pier, op de gronden ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van recreatie – wandelgebied”;
-
terrassen ten behoeve van de bestemmingen ‘Centrum’ en ‘Horeca’, uitsluitend op de gronden ter plaatse van de aanduiding “terras”;
-
surfaccommodaties, uitsluitend op de gronden ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van recreatie – surfaccommodatie”;
-
dagrecreatieve voorzieningen;
-
speelvoorzieningen;
-
sanitaire voorzieningen;
-
verkeers- en verblijfsvoorzieningen;
-
groenvoorzieningen;
-
openbare nutsvoorzieningen;
-
water;
-
het behoud, herstel en/of ontwikkeling van de voor de Friese IJsselmeerkust specifieke natuurwetenschappelijke en landschappelijke waarden, zoals buitendijkse kale en begroeide zandplaten of ondiep water.
11.2 Bouwregels
-
Voor het bouwen van gebouwen op de gronden ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van recreatie - surfaccommodatie" gelden de volgende regels:
-
er mag niet meer dan 200 m² aan gebouwen worden gebouwd;
-
de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 3,5 m.
-
-
In aanvulling op het gestelde in lid 11.2, sub a gelden voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van dagrecreatieve voorzieningen en sanitaire voorzieningen de volgende regels:
-
er mag niet meer dan 200 m² aan gebouwen worden gebouwd;
-
de goothoogte bedraagt niet meer dan 3,5 m;
-
de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 8 m.
-
-
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:
-
de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt niet meer dan 3 m;
-
het bouwen van erf- of perceelafscheidingen is niet toegestaan;
-
het oprichten van windturbines is niet toegestaan.
-
11.3 Ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredig aantasting plaatsvindt van:
-
de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
-
het straat- en bebouwingsbeeld;
-
de verkeersveiligheid;
-
de toegankelijkheid voor hulpdiensten,
ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 11.2, sub d voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van dagrecreatieve voorzieningen en speelvoorzieningen tot een bouwhoogte van ten hoogste 8 m.
11.4 Specifieke gebruiksregels
Onder met deze bestemming strijdig gebruik wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
-
het gebruiken of laten gebruiken van gronden als standplaats voor kampeermiddelen.
Artikel 12 Verkeer – Verblijf
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Verkeer – Verblijf’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
wegen met een functie voor de ontsluiting van aanliggende gronden;
-
parkeren;
-
groenvoorzieningen;
-
openbare nutsvoorzieningen;
-
water,
met dien verstande dat:
-
in de bestemming de bij het wegverkeer gebruikelijke voorzieningen, zoals bermbeplanting, voorzieningen voor voetgangers en fietsers, bushaltes en dergelijke zijn begrepen;
-
de bestemming, afgezien van een plaatselijke verbreding of versmalling, niet in een ingrijpende wijziging van het profiel voorziet.
12.2 Bouwregels
-
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
-
de inhoud per gebouw bedraagt niet meer dan 30 m3;
-
de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 3 m.
-
-
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
-
de bouwhoogte bedraagt voor bouwwerken, anders dan rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, niet meer dan 3 m;
-
het oprichten van windturbines is niet toegestaan.
-
12.3 Specifieke gebruiksregels
Onder met deze bestemming strijdig gebruik wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
-
het gebruiken of laten gebruiken van gronden als standplaats voor kampeermiddelen.
Artikel 13 Water – Vaarweg
13.1 Bestemmingsomschrijving
De op de plankaart voor ‘Water – Vaarweg’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
vaarwater;
-
oeverstroken;
-
openbare nutsvoorzieningen.
13.2 Bouwregels
-
Voor het bouwen van gebouwen geldt de volgende regel:
-
er mogen geen gebouwen worden gebouwd.
-
-
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
-
de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt niet meer dan 3 m;
-
bruggen, steigers, vlonders en meerpalen zijn, uitgezonderd bestaande voorzieningen, niet toegestaan;
-
het oprichten van windturbines is niet toegestaan.
-
13.3 Specifieke gebruiksregels
Onder met deze bestemming strijdig gebruik wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
-
het gebruiken of laten gebruiken van gronden als standplaats voor kampeermiddelen.
HOOFDSTUK 3 Algemene regels
Artikel 14 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 15 Algemene gebruiksregels
Onder met dit bestemmingsplan strijdig gebruik wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijvingen, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
-
het gebruiken of laten gebruiken van gronden en bouwwerken als seksinrichting.
Artikel 16 Algemene ontheffingsregels
-
Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van:
-
de in het plan gegeven maten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages;
-
het bepaalde in het plan en toestaan dat het beloop of profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geeft;
-
het bepaalde in het plan en toestaan dat bestemmings- of bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
-
het bepaalde in het plan voor het bouwen van antennes en openbare lichtmasten waarvan de bouwhoogte ten hoogste 15 m mag bedragen;
-
het bepaalde in het plan en toestaan dat openbare nutsgebouwtjes, wachthuisjes ten behoeve van het openbaar vervoer, gebouwtjes ten behoeve van de bediening van kunstwerken, toiletgebouwtjes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits:
-
de inhoud per gebouwtje niet meer dan 100 m3 bedraagt.
-
-
-
De in sub a, bedoelde ontheffingen mogen niet leiden tot een onevenredige aantasting van:
-
de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
-
het straat- en bebouwingsbeeld;
-
de verkeersveiligheid.
Artikel 17 Algemene wijzigingsregels
-
Burgemeester en Wethouders kunnen op grond van de Wet ruimtelijke ordening het plan wijzigen in die zin dat een transformatorstation, gasdrukmeet- en regelstation, rioolgemaal en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwwerk van openbaar nut mag worden gebouwd tot een maximum inhoud van 400 m3 en een maximum bouwhoogte van 4 m.
-
Op een besluit tot wijziging als bedoeld in sub a, is de in de Wet ruimtelijke ordening geregelde procedure van toepassing.
HOOFDSTUK 4 Overgangs- en slotregels
Artikel 18 Overgangsrecht
18.1 Overgangsrecht bouwwerken
-
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
-
gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
-
na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
-
-
Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig ontheffing verlenen van het bepaalde in sub a voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
-
Het bepaalde in sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
18.2 Overgangsrecht gebruik
-
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
-
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sub a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
-
Indien het gebruik, bedoeld in sub a, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
-
Het bepaalde in sub a is niet van toepassing op gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 19 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
“Regels van het bestemmingsplan Holle Poarte van de gemeente Wûnseradiel”.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 29 november 2010
De voorzitter, De griffier,