Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de sociale veiligheid, de verkeersveiligheid, de archeologische waarden en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, het plan wijzigen in die zin dat:
a. de bestemming Bedrijf en Kantoor wordt gewijzigd naar de bestemming Wonen, mits:
1. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels van artikel 20 of 21 van toepassing zijn;
2. het aantal woningen dat wordt toegevoegd (uitsluitend door omzetting van bedrijfswoningen naar reguliere woningen) niet meer dan negen bedraagt en in overeenstemming is met de provinciale volkshuisvestingsafspraken en de contingentering van het Woonplan Oldambt;
3. de geluidbelasting van geluidgevoelige gebouwen niet meer bedraagt dan de voorkeursgrenswaarde, dan wel een verkregen hogere waarde;
b. de bestemming Agrarisch wordt gewijzigd naar de bestemming Wonen-1 en/of Wonen-2, mits:
1. de nieuwe functie plaatsvindt binnen de bestaande bebouwing en de bestaande verschijningsvorm van de bebouwing gehandhaafd blijft;
2. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels van artikel 20 of 21 van toepassing zijn;
3. ten aanzien van de oppervlakte van de gebouwen geldt dat de bestaande oppervlakte als maximale oppervlakte geldt;
4. het niet gaat om functies die een sterke verkeersaantrekkende werking hebben, dan wel zwaar verkeer genereren;
5. een wijziging naar wonen past binnen de provinciale volkshuisvestingsafspraken;
6. de geluidbelasting van geluidgevoelige gebouwen niet meer bedraagt dan de voorkeursgrenswaarde, dan wel een verkregen hogere waarde;
7. het aantal woningen dat wordt toegevoegd (uitsluitend door omzetting van bedrijfswoningen naar reguliere woningen) niet meer dan twaalf bedraagt en in overeenstemming is met de provinciale volkshuisvestingsafspraken en de contingentering van het Woonplan Oldambt;
c. de bestemmingen Wonen 1 en Wonen 2 worden gewijzigd in die zin dat:
1. het bouwvlak van woningen kan worden gewijzigd ten behoeve van een vergroting van het hoofdgebouw tot maximaal 50 % van het binnen het bouwvlak gelegen gedeelte van het hoofdgebouw;
2. de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij een hoofdgebouw kan worden vergroot tot 110 m².