23.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'verkeer - landingsbaan' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. een vliegstrip met bijbehorende gebouwen en bouwwerken;
b. aan de functie ondergeschikte horeca;
alsmede voor andere bouwwerken en terreinen, waaronder begrepen bouwwerken ten behoeve van de waterbeheersing.
23.2 Bouwregels
a. Bebouwing ten dienste van landingsbaan
Voor het bouwen van bouwwerken binnen de bestemming gelden de volgende bebouwingsregels:
1. gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
2. de afstand van gebouwen tot de weg bedraagt ten minste 10 m;
3. de goot- en bouwhoogte van een gebouw bedragen ten hoogste respectievelijk 4 m en 8 m, dan wel de bestaande hoogte indien deze hoger is, met dien verstande dat voor 30% van de gebouwen de goothoogte ten hoogste 6 m mag bedragen;
4. de oppervlakte aan gebouwen bedraagt maximaal 75% van het bouwvlak;
5. de dakhelling van de bedrijfsgebouwen bedraagt minimaal 20°, dan wel de bestaande dakhelling indien deze minder bedraagt;
6. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 10 m, met dien verstande dat voor erf- en terreinafscheidingen geldt dat de hoogte niet meer dan 2 m mag bedragen;
7. bedrijfswoningen zijn niet toegestaan.
23.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
- de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- het landschaps- en bebouwingsbeeld;
- de milieusituatie;
- het uitzicht van woningen;
- de verkeersveiligheid;
nadere eisen stellen aan de plaats van bebouwing.
23.4 Specifieke gebruiksregels
Onder strijdig gebruik wordt in elk geval verstaan:
- het gebruik van gebouwen ten behoeve van een bedrijfswoning;
- het gebruik van gronden voor reclamedoeleinden anders dan ten behoeve van de landingsbaan;
- het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting.