Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Bedrijventerrein Drechthoek
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1884.BPDrechthoek-VAS1

4.8 Duurzaamheid

Beleid
Het algemene kader voor het milieu- en duurzaamheidsbeleid van de gemeente Kaag en Braassem is vastgelegd in de Duurzaamheidsagenda “Samenwerken en Verbinden” van december 2011. Ook het klimaatbeleidheeft een directe relatie met de ruimtelijke ordening. Daarom is ook het Regionaal Klimaatprogramma 2008-2012 Holland Rijnland relevant bij ruimtelijke ontwikkelingen. In het kader van het Klimaatprogramma is een de CO2-kansenkaart opgesteld. Berekend is, dat de Kabinetsambitie een CO2-reductiedoelstelling van 600 kiloton in 2030 voor onze regio betekent. Dit klimaatbeleid is breed opgezet en bestrijkt onder meer de doelgroepen ‘woningen’, ‘bedrijven’, ‘duurzame energieproductie’, ‘bouwers en projectontwikkelaars’ en ‘mobiliteit’.
 
Planspecifiek
Voor dit project hanteert de gemeente conform de Duurzaamheidsagenda het Regionaal Beleidskader Duurzame Stedenbouw (RBDS). In dit Beleidskader is het beleid van de gemeente voor duurzame stedenbouw uitgewerkt. In de Duurzaamheidsagenda is de volgende ambitie opgenomen (p.22):
“Voor alle gebiedontwikkelingen in onze gemeente is ons uitgangspunt het basisniveau uit het RBDS, met waar mogelijk voor één of meer deelaspecten een hoger niveau. Waneer DPL als instrument wordt gebruikt, is het uitgangspunt een score van minimaal 7. We streven naar het maximaal haalbare bij de actuele stand van de techniek. Waar we zelf initiatiefnemer zijn, zetten we hier op in. Waar private partijen initiatiefnemer zijn, nodigen we deze uit om mee te gaan in ons streven. We ondersteunen hen daarbij maximaal”.
 
Het Beleidskader gaat uit van de fasen in het bouwproces en geeft aan op welk moment en op welke wijze duurzaamheid in het planproces een plaats kan krijgen. Duurzaamheid is hierbij ruim gedefinieerd (‘People, Planet, Profit’; de drie P’s). In een ambitietabel zijn deze ambities overzichtelijk weergegeven. Door ambities integraal af te wegen en de kansen die een gebied heeft te analyseren, wordt het mogelijk om onderwerpen te kiezen waarvoor een extra ambitie wordt toegepast. Bij de uitwerking van de plannen wordt een energievisie opgesteld en de ambitietabel ingevuld. Mogelijke gevolgen voor het exploitatieplan worden meegenomen bij de jaarlijkse actualisatie van het exploitatieplan.
 
Voor ruimtelijke plannen groter dan 5 hectare is het ontwerp daarnaast van voldoende grootte om doorgerekend worden met het instrument Duurzaamheid Prestatie van een Locatie (DPL). Bij de ontwikkeling vanaf 50 woningen of 5.000 m2 BVO bedrijfsgebouwen dienen de kansen voor CO2-reductie onderzocht te worden inclusief een berekening van de te realiseren CO2-reductie. Vanaf 200 woningen of 20.000 m2 BVO bedrijfsgebouwen dient een energievisie opgesteld te worden. Een energievisie is een studie naar de vraag naar en opwekking van energie warmte (stadsverwarming), koude, elektriciteit). Daarbij worden diverse functies onderscheiden (zoals wonen, kantoor, bedrijven en voorzieningen). Per functie wordt de energievraag bepaald. Vervolgens wordt bekeken of de energievraag op gebouwniveau kan worden beperkt door bijvoorbeeld warmte-isolatie, een ‘slimme’ indeling van gebouwen en energiebesparende installaties. Voor de resterende energievraag wordt bekeken in hoeverre er duurzame energiebronnen ingezet kunnen worden. Doel hierbij is om te komen tot 18 -100 % reductie van de CO2-uitstoot, afhankelijk van de schaal van de ruimtelijke ontwikkeling.