14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "wonen" aangewezen
gronden zijn bestemd voor:
a
wonen;
b
een aan huis gebonden beroep en/of een aan huis
gebonden bedrijf ter plaatse van de aanduiding “bedrijf aan huis”;
alsmede
voor:
c
erven;
d
water en voorzieningen ten behoeve van de
waterhuishouding;
e
het behoud van monumentale waarden ter plaatse
van de aanduiding “specifieke bouwaanduiding – gemeentelijk monument”;
met bijbehorende:
f
hoofdgebouwen;
g
bijgebouwen;
h
bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
De gronden binnen deze bestemming
zijn tevens bestemd voor de doeleinden en bouwmogelijkheden die in artikel 16, 17
en 18 voor de betrokken bestemming zijn aangegeven, inclusief de daarin opgenomen
afwijkingsbevoegdheden en/of omgevingsvergunningvereisten.
14.2 Bouwregels
Bouwen is uitsluitend toegestaan ten
dienste van de in lid 14.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de
volgende bepalingen:
a
Hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen de bouwvlakken worden gebouwd.
b
Nieuwbouw van hoofdgebouwen is niet toegestaan,
met uitzondering van vervangende nieuwbouw en nieuwbouw ter plaatse van de aanduiding
“specifieke bouwaanduiding – nieuwbouw”.
c
De voorgevel van hoofdgebouwen mag uitsluitend
in de voorste bouwgrens worden gebouwd.
d
De horizontale diepte van het hoofdgebouw mag
ten hoogste bedragen:
1 op
de begane grond/eerste bouwlaag 15 m;
2 op
de volgende bouwlagen 12,5 m,
met dien verstande dat de afstand van de
achtergevel tot de achterste grens van het bouwperceel minimaal 5 m bedraagt.
e
In afwijking van het bepaalde onder d mag de
horizontale diepte van een hoofdgebouw op de eerste en volgende bouwlagen ten
hoogste bedragen, ter plaatse van de aanduiding:
“specifieke bouwaanduiding –
afwijkende diepte 25m” 25 m;
“specifieke bouwaanduiding –
afwijkende diepte 20 m” 20 m;
“specifieke bouwaanduiding –
afwijkende diepte 15 m” 15 m.
f
Het gezamenlijk te bebouwen oppervlak van
bijgebouwen mag per bouwperceel ten hoogste 50% bedragen van de gronden gelegen
buiten de bouwvlakken, tot een oppervlakte van maximaal 70 m2, met dien
verstande dat het oppervlak aan vrijstaande bijgebouwen maximaal 50 m2 mag
bedragen.
g
Bijgebouwen mogen uitsluitend op een afstand van
ten minste 2 m
achter de voorste bouwgrens of de lijn in het verlengde daarvan worden gebouwd.
h
De goot- en bouwhoogte van hoofdgebouwen mag
niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding “maximale goot- en bouwhoogte”
is aangegeven.
i
De goot- en/of bouwhoogte van bijgebouwen en
bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste bedragen:
goothoogte bouwhoogte
- van
aangebouwde bijgebouwen bouwhoogte
eerste goothoogte+afstand
bouwlaag
tot
perceelsgrens, tot
hoofdgebouw maximum van 5 m;
+0,25 m
- van
vrijstaande bijgebouwen 3 m goothoogte+afstand
tot
perceelsgrens, tot
maximum
van 5 m;
- van
erfafscheidingen
voor de voorste bouwgrens - 1 m;
- van
erfafscheidingen in of
achter de voorste bouwgrens - 2 m;
- van
overige bouwwerken,
geen gebouwen zijnde - 3 m.
14.3 Afwijken
van de bouwregels
14.3.1 Het
bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het
bepaalde in lid 14.2 onder j voor de realisatie van erfafscheidingen
voor de voorste bouwgrens met een bouwhoogte van maximaal 2 m.
14.4 Specifieke
gebruiksregels
14.4.1 Onder
een strijdig gebruik met deze bestemming wordt in ieder geval verstaan het
gebruik van (vrijstaande)bijgebouwen als zelfstandige woning en/of als
afhankelijke woonruimte.
14.4.2 Ter
plaatse van de aanduiding “bedrijf aan huis” is de vestiging van een aan huis
gebonden beroep of een aan huis gebonden bedrijf toegestaan, mits:
a
de uitoefening van het aan huis gebonden
beroep/bedrijf in de woning plaatsvindt;
b
het ten behoeve van het aan huis gebonden
beroep/bedrijf in gebruik te nemen vloeroppervlak niet meer bedraagt dan 30 m2, met dien
verstande dat de woonfunctie primair en in ruimtelijke zin gehandhaafd blijft;
c
het aan huis gebonden bedrijf voorkomt in
milieucategorie 1 of 2 in
de staat van bedrijfsactiviteiten of, voor wat betreft de aard en omvang van de
milieuhinder die het veroorzaakt, gelijk gesteld kan worden aan een bedrijf
behorende tot één van die milieucategorieën;
d
het gebruik geen onevenredige afbreuk
veroorzaakt op de verkeersafwikkeling en de parkeerbalans;
e
geen horeca en geen detailhandel plaatsvindt,
uitgezonderd een beperkte verkoop ondergeschikt aan de uitoefening van het aan
huis gebonden beroep/bedrijf;
f
de aard en de activiteiten van het
beroep/bedrijf niet leiden tot een onevenredige hinder voor het woonmilieu en
een onevenredige afbreuk van het woon- en leefklimaat in de omgeving.
14.5 Afwijken
van de gebruiksregels
14.5.1 Het
bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het
bepaalde in lid 14.1, voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep,
mits:
a
de uitoefening van het aan huis gebonden beroep
plaatsvindt:
-
in een eengezinswoning of een tot deze woning
behorend bijgebouw;
-
op de begane grondverdieping van een
meergezinswoning;
-
op de begane grondverdieping behorende tot een
bovenwoning;
b
het ten behoeve van het aan huis gebonden beroep
in gebruik te nemen vloeroppervlak niet meer bedraagt dan 30 m2, met dien verstande
dat de woonfunctie primair en in ruimtelijke zin gehandhaafd blijft;
c
het gebruik geen onevenredige afbreuk
veroorzaakt op de verkeersafwikkeling en de parkeerbalans;
d
geen horeca en geen detailhandel plaatsvindt,
uitgezonderd een beperkte verkoop ondergeschikt aan de uitoefening van het aan
huis gebonden beroep;
e
de aard en de activiteiten van het bedrijf niet
leiden tot een onevenredige hinder voor het woonmilieu en een onevenredige
afbreuk van het woon- en leefklimaat in de omgeving.
14.5.2 Het
bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het
bepaalde in lid 14.1, voor de uitoefening van een aan huis gebonden bedrijf,
mits:
a
de uitoefening van het aan huis gebonden bedrijf
plaatsvindt:
- in
een eengezinswoning of een tot deze woning behorend bijgebouw;
- op
de begane grondverdieping van een meergezinswoning;
- op
de begane grondverdieping behorende tot een bovenwoning;
b
het ten behoeve van het aan huis gebonden
bedrijf in gebruik te nemen bedrijfsvloeroppervlak niet meer bedraagt dan 30 m2, met dien
verstande dat de woonfunctie primair en in ruimtelijke zin gehandhaafd blijft;
c
het aan huis gebonden bedrijf voorkomt in
milieucategorie 1 of 2 in
de staat van bedrijfsactiviteiten of, voor wat betreft de aard en omvang van de
milieuhinder die het veroorzaakt, gelijk gesteld kan worden aan een bedrijf
behorende tot één van die milieucategorieën;
d
het gebruik geen onevenredige afbreuk
veroorzaakt op de verkeersafwikkeling en de parkeerbalans;
e
geen horeca en geen detailhandel plaatsvindt,
uitgezonderd een beperkte verkoop ondergeschikt aan de uitoefening van het aan
huis gebonden bedrijf;
f
de aard en de activiteiten van het bedrijf niet
leiden tot een onevenredige hinder voor het woonmilieu en een onevenredige
afbreuk van het woon- en leefklimaat in de omgeving.
14.5.3 Het
bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het
bepaalde in lid 14.4.1. voor het gebruik van een (vrijstaand)bijgebouw als
afhankelijke woonruimte, mits:
a
een dergelijke bewoning noodzakelijk is uit het
oogpunt van mantelzorg;
b
het gebruik beperkt blijft tot de in lid 14.2
onder f, g en i genoemde bouwmogelijkheden voor bijgebouwen;
c
de belangen van de rechthebbenden op de aan het
bouwperceel grenzende gronden niet onevenredig worden geschaad.