De voor ‘Gemengd’
aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a detailhandel in de
branches:
- brand- en explosiegevaarlijke goederen;
- auto’s, motoren, scooters en bromfietsen;
- boten, caravans en tenten;
- grove bouwmaterialen;
- landbouwwerktuigen;
- keukens, tegels en sanitair;
- zonwering, deuren en ramen;
b bestaande detailhandel
in branches die niet zijn genoemd in lid a;
d bedrijven in categorie
1, 2, 3.1 en 3.2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten;
e (inpandige)
bedrijfswoningen, behorende bij het ter plaatse gevestigde
(detailhandels)bedrijf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding
‘bedrijfswoning‘;
alsmede voor:
f erven;
g nutsvoorzieningen;
h parkeervoorzieningen;
i groenvoorzieningen;
j water en
voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;
k overige bijbehorende
voorzieningen;
met bijbehorende:
l gebouwen;
m bouwwerken, geen gebouwen
zijnde.
De gronden binnen
deze bestemming zijn tevens bestemd voor in artikel 10 genoemde bestemmingen en
bouwmogelijkheden, inclusief de daarin opgenomen afwijkingsbevoegdheden en/of omgevingsvergunningvereisten.
Bouwen is
uitsluitend toegestaan ten dienste van de in lid 7.1 omschreven doeleinden en
met inachtneming van de volgende bepalingen:
a Gebouwen mogen
uitsluitend binnen de aangegeven bouwvlakken worden gebouwd.
b De goothoogte en
bouwhoogte van gebouwen bedraagt maximaal de aangegeven goothoogte en
bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goot- en bouwhoogte en
maximum bebouwingspercentage’.
c Het
bebouwingspercentage van het bouwvlak, gemeten per bouwperceel, bedraagt
maximaal het bebouwingspercentage ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goot-
en bouwhoogte en maximum bebouwingspercentage’.
d De afstand van gebouwen
tot de zijdelingse perceelsgrens mag aan één zijde niet minder bedragen dan
e De bouwhoogte van
bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag ten hoogste bedragen:
1 van erfafscheidingen
voor de voorste bouwgrens
2 van erfafscheidingen
in of achter de voorste bouwgrens
3 van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
f Nutsvoorzieningen
mogen binnen en buiten de bouwvlakken worden gebouwd, met dien verstande dat:
1 de oppervlakte niet meer bedraagt dan
2 de hoogte niet meer bedraagt dan
g Bedrijfswoningen mogen
uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak, ter plaatse van de aanduiding
‘bedrijfswoning’.
h Per bouwperceel is één
bedrijfswoning vrijstaand dan wel opgenomen in de bedrijfsbebouwing toegestaan,
onder de volgende voorwaarden:
1 Bij een vrijstaande woning zijn de
volgende bepalingen van toepassing:
a De inhoud van de woning mag niet meer
bedragen dan
b De goothoogte mag niet meer bedragen van
c De bouwhoogte mag niet meer bedragen van
2 Bij een in de bedrijfsbebouwing opgenomen
bedrijfswoning zijn de volgende bepalingen van toepassing:
a De inhoud van de bedrijfswoning mag niet
meer bedragen dan
b De goot- en bouwhoogte zoals toegestaan
voor bedrijfsgebouwen, mogen niet worden overschreden.
Het bevoegd gezag
kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid
7.2 onder e voor de realisatie van erfafscheidingen
voor de voorste bouwgrens met een hoogte van maximaal
Ten aanzien van
de in lid 7.1 genoemde functies gelden de volgende beperkingen:
a Seks- en/of pornobedrijven en/of prostitutiebedrijven zijn niet toegestaan.
b Inrichtingen als bedoeld in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit
omgevingsrecht zijn niet toegestaan.
c Risicovolle inrichtingen zijn niet toegestaan.
d Binnen de bestemming ‘Gemengd’ dienen voldoende parkeervoorzieningen te
worden gerealiseerd om in de eigen parkeerbehoefte te voorzien, waarbij voor de
onder lid 7.1 sub a en b genoemde detailhandelsbranches een minimale
parkeernorm van 1,7 parkeerplaats per
e Het winkelvloeroppervlak van detailhandelsvestigingen in een andere branche
dan genoemd onder 7.1 lid a mag met maximaal 20% worden vergroot.
Het bevoegd gezag
kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid
7.1 voor de vestiging van een bedrijf uit de milieucategorie 4.1 als vermeld in
de staat van bedrijfsactiviteiten, waar maximaal milieucategorie 3.2 is
toegestaan, dan wel voor de vestiging van een bedrijf dat naar de aard en
omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt gelijkgesteld kan worden aan een
bedrijf behorende tot milieucategorie 2, 3.1 of 3.2, mits:
a de aard en de
activiteiten van het bedrijf geen afbreuk veroorzaken op het woon- en
leefklimaat in de omgeving.
Het bevoegd gezag
kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid
7.1 voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep, mits:
a de uitoefening van het
aan huis gebonden beroep plaatsvindt:
1
in een eengezinswoning
of een tot deze woning behorend bijgebouw;
2
op de begane
grondverdieping behorende tot een bovenwoning;
b het ten behoeve van het aan huis gebonden
beroep in gebruik te nemen vloer oppervlak niet meer bedraagt dan
c het gebruik geen onevenredige afbreuk
veroorzaakt op de verkeersafwikkeling en de parkeerbalans;
d geen horeca en geen detailhandel
plaatsvindt, uitgezonderd een beperkte verkoop ondergeschikt aan de uitoefening
van het aan huis gebonden beroep;
e de aard en de activiteiten van het bedrijf
niet leiden tot een onevenredige hinder voor het woonmilieu en een onevenredige
afbreuk van het woon- en leefklimaat in de omgeving.