Artikel 3
AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING:
Bestemming:
Functieaanduiding:
A-GT Agrarisch - Glastuinbouw
(gm) gemaal
(sagt-po1)specifieke vorm van glastuinbouw – persoonlijk overgangsrecht 1
(sagt-po2)specifieke vorm van agrarisch glastuinbouw – persoonlijk
overgangsrecht 2
(sagt-pw)specifieke vorm van agrarisch glastuinbouw – plattelandswoning
(sagt-kvg)specifieke vorm van agrarisch glastuinbouw – klein volwaardig
glastuinbouwbedrijf
(sm-zk) specifieke vorm van maatschappelijk – zorgkas
(vk) viskwekerij
(bw) bedrijfswoning
De voor “Agrarisch - Glastuinbouw” (A-GT)
aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a.
het uitoefenen van volwaardige en doelmatige glastuinbouwbedrijven;
b.
bestaande bedrijfswoningen;
c.
de daarbij behorende voorzieningen zoals ontsluitingswegen ten behoeve
van de bereikbaarheid van de bedrijfspercelen, andere verhardingen ten diensten
van het glastuinbouwbedrijf, groenvoorzieningen;
d.
(hoofd-)watergangen, waterpartijen, bruggen en (ondergrondse)
waterhuishoudkundige voorzieningen zoals duikers;
e.
Aardwarmte energiebedrijven voor de levering van energie aan
glastuinbouwbedrijven uit aardwarmte met de daarbij behorende voorzieningen;
f.
ter plaatse van de functieaanduiding ‘gemaal’ (gm), alsmede een gemaal;
g.
ter plaatse van de functieaanduiding ‘viskwekerij’ (vk), alsmede een
viskwekerij;
h.
ter plaatse van de functieaanduiding ‘specifieke vorm van agrarisch
glastuinbouw – persoonlijk overgangsrecht 1’ (sagt-po1), alsmede een hovenier;
i.
ter plaatse van de functieaanduiding ‘specifieke vorm van agrarisch
glastuinbouw – persoonlijk overgangsrecht 2’ (sagt-po2), alsmede een
caravanstalling;
j.
ter plaatse van de functieaanduiding ‘specifieke vorm van maatschappelijk
– zorgkas’ (sm-zk), alsmede een zorgkas;
k.
ter plaatste van de functieaanduiding ‘specifieke vorm van agrarisch
glastuinbouw – voormalige bedrijfswoning’ (sagt-pw); een plattelandswoning;
l.
ter plaatste van de functieaanduiding ‘specifieke vorm van agrarisch
glastuinbouw – klein volwaardig glastuinbouwbedrijf’ (sagt-kvg); een volwaardig
glastuinbouwbedrijf kleiner dan 5000 m²;
m.
ter plaatse van de functieaanduiding ‘bedrijfswoning’ (bw): een nieuwe
bedrijfswoning.
Op deze gronden mogen ten behoeve van de
bestemming uitsluitend worden gebouwd:
a.
kassen;
b.
bedrijfsgebouwen, waaronder onder andere bedrijfshal, verwerkingshal,
laboratoria, (niet zelfstandige) kantoren, presentatieruimte en
onderzoeksruimte;
c.
bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder begrepen watertanks,
waterbassins, watersilo's en WKK‑installaties, windturbines en voorzieningen ten
behoeve van aardwarmteboringen;
d.
herbouw van bestaande bedrijfswoningen met de daarbij behorende
bouwwerken.
en gelden de volgende bouwregels ten aanzien
van:
3.2.1 Kassen,
bedrijfsgebouwen en bouwwerken
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende
regels:
a.
de maximale goothoogte van kassen bedraagt 8,00 meter;
b.
de maximale bouwhoogte van kassen bedraagt 10,00 meter;
c.
de maximale bouwhoogte van bedrijfsgebouwen, niet zijnde kassen, bedraagt
12,00 meter;
d.
de maximale bouwhoogte van bedrijfsgebouwen, behorende bij een gemaal,
bedraagt 5 meter;
e.
ter hoogte van de functieaanduiding ‘specifieke vorm van agrarisch
glastuinbouw – distributiecentrum’ (sagt-dc) geldt voor het bouwen van
bedrijfsgebouwen een maximum bebouwingspercentage van 70%;
f.
bedrijfsgebouwen, geen kassen zijnde, mogen in oppervlakte maximaal 12,5%
van de oppervlakte aan aanwezige kassen beslaan;
g.
de totale oppervlakte aan bedrijfsgebouwen, geen kassen zijnde, dient
ondergeschikt te zijn aan de totale oppervlakte kassen;
i.
de maximale bouwhoogte van een watertank of een (natte) koeltoren
bedraagt 15,00 meter;
j.
de maximale bouwhoogte van een watersilo bedraagt 4,00 meter;
k.
de afstand van kassen, bedrijfsgebouwen en overige bouwwerken tot aan de
(oorspronkelijke) gevel van een woning moet ten minste 12,50 meter bedragen;
l.
de afstand van kassen, bouwwerken en bedrijfsgebouwen (waarin
geluidsbronnen aanwezig zijn) tot aan de (oorspronkelijke) achtergevels van
woningen die onderdeel uitmaken van een rustige woonwijk moet ten minste 30,00
meter bedragen;
m.
de afstand van een WKK‑installatie en een (natte) koeltoren moet naar een
woning tenminste 12,50 meter bedragen;
n.
WKK-installaties en CO2-tanks dienen achter de
voorgevelrooilijn van het primaire bedrijfsgebouw gesitueerd te worden;
o.
de afstand van bedrijfsgebouwen, ten opzichte van de bedrijfswoning,
bedraagt minimaal 5,00 meter;
p.
tussen een bedrijfswoning en niet bestemde bedrijfsgebouwen moeten de
afstanden aan drie zijden van de woning ten minste 5 meter bedragen;
q.
de afstand van gebouwen tot de as van een weg, dient ten minste te
bedragen:
- langs de Woudseweg
50,00 meter;
- langs de Gaagweg
20,00 meter;
-
langs de overige wegen
15,00 meter;
met dien verstanden dat de afstand van kassen
tot de as van overige wegen ten hoogste mag bedragen:
- ten minste 3,00 meter indien de
weg smaller is dan 3,00 meter;
-
ten minste 4,50 meter indien de weg breder is dan 3,00 meter.
3.2.2
Bedrijfswoningen en bijgebouwen
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de
volgende regels:
a.
binnen de functieaanduiding ‘bedrijfswoning’(bw) is een nieuwe
bedrijfswoning bij het glastuinbouwbedrijf toegestaan;
b.
bij een glastuinbouwbedrijf zijn bestaande bedrijfswoningen toegestaan;
c.
een bestaande bedrijfswoning mag worden herbouwd mits:
-
deze zal gaan dienen voor de bewoning door (het huishouden van) de
ondernemer of door bij dat bedrijf werkzaam personeel, waarvan de huisvesting
ter plaatse, gelet op de bedrijfsvoering, gewenst is;
- het bedrijf beschikt over ten
minste 20.000 m2 aan grond;
- het bedrijf beschikt over ten
minste 15.000 m2 aan glasopstanden;
-
indien het bedrijf beschikt over minder dan 15.000 m2 aan
glasopstanden moet worden aangetoond dat de teelt van het glastuinbouwbedrijf
zodanig gespecialiseerd is dat deze op beperkte schaal bedrijfseconomisch
verantwoord en levensvatbaar is. Er geldt een minimale oppervlakte aan
glasopstanden van 5.000 m2;
-
de woning niet al eerder is gesloopt, verplaatst en herbouwd als woning,
met de bestemming wonen;
- de woning niet al eerder is
gesloopt, verplaatst of herbouwd als bedrijfswoning ten behoeve van een
(destijds) nieuw, ander glastuinbouwbedrijf;
- de woning wordt opgericht op de
gronden die behoren tot het glastuinbouwbedrijf;
- de woning wordt herbouwd op een
zodanige plek dat hierdoor de glastuinbouw niet wordt belemmerd, dit ter
beoordeling van de glastuinbouwdeskundige;
d.
een tweede bedrijfswoning mag worden herbouwd mits:
- deze zal gaan dienen voor de
bewoning door (het huishouden van) de ondernemer of door bij dat bedrijf
werkzaam personeel, waarvan de huisvesting ter plaatse, gelet op de
bedrijfsvoering, gewenst is;
-
het bedrijf beschikt over ten minste 40.000 m2 aan grond;
- het bedrijf beschikt over ten
minste 30.000 m2 aan glasopstanden;
-
de woning niet al eerder is gesloopt, verplaatst en herbouwd als
burgerwoning in het kader van een schaalvergroting, reconstructie of
herstructurering;
-
de woning niet al eerder is gesloopt, verplaatst of herbouwd als
bedrijfswoning ten behoeve van een (destijds) nieuw, ander glastuinbouwbedrijf;
-
de woning wordt opgericht op de gronden die behoren tot het
glastuinbouwbedrijf;
- de woning wordt herbouwd op een
zodanige plek dat hierdoor de glastuinbouw niet wordt belemmerd, dit ter
beoordeling van de glastuinbouwdeskundige;
e.
de goothoogte van het hoofdgebouw mag maximaal 6,00 meter bedragen, de
maximale bouwhoogte is 10,00 meter;
f.
de gezamenlijke inhoud van het hoofdgebouw plus aan- , uit - en
bijgebouwen mag maximaal 1,5 maal de oppervlakte van het bestemmingsvlak, met
een maximum van 1000 m3, bedragen, waarvan het totaal aan aan- ,
uitbouwen en bijgebouwen maximaal 300 m3 mag bedragen;
g.
de totale oppervlakte van aan-, uitbouwen en bijgebouwen mag niet groter
zijn dan de oppervlakte van het hoofdgebouw, met een maximum van 50% van het
zij-/achtererf;
h.
ondergrondse bouwwerken zijn toegestaan binnen de gevels van het
hoofdgebouw plus aan-, uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen en tellen wat
betreft de inhoud daarvan voor 50% mee in de toegestane inhoud;
i.
de goothoogte van aan-, uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen bedraagt
maximaal de bouwhoogte van de eerste bouwlaag met een maximum van 4,00 meter;
j.
de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen mag ten hoogste 3,00 meter
bedragen, de maximale bouwhoogte is 5,00 meter;
k.
aan-, uit en aangebouwde bijgebouwen aan de voorkant van het hoofdgebouw
dienen ten minste 0,5 meter uit de zijgevel van de hoofdgebouw te worden
gebouwd;
l.
de breedte van aan-, uit en aangebouwde bijgebouwen aan de voorkant van
het hoofdgebouw bedraagt ten hoogste 2/3e deel van de breedte van het
hoofdgebouw;
m.
de diepte van aan-, uit en aangebouwde bijgebouwen aan de voorkant van
het hoofdgebouw bedraagt maximaal 1,5 meter;
n.
aan-, uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen aan de zijkant van het
hoofdgebouw dienen op een afstand van ten minste 2,00 meter achter de voorgevel
van het hoofdgebouw, waarbij de breedte ten hoogste 2/3e deel van de breedte van
het hoofdgebouw mag bedragen;
o.
bij aaneengebouwde en half vrijstaande woningen mag de diepte van aan-,
uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen aan de achterkant van het hoofdgebouw
maximaal 3.00 meter bedragen;
p.
de minimale afstand tussen niet aaneengesloten bedrijfswoningen bedraagt
6,00 meter;
q.
vrijstaande bijgebouwen dienen achter de voorgevel van het hoofdgebouw te
worden gebouwd;
r.
de afstand van het hoofdgebouw plus aan- en uitbouwen tot de
bestemmingsgrens moet, voor zover deze grenst aan gronden die op grond van het
daarvoor geldende bestemmingsplan de bestemming "Agrarisch- glastuinbouw" ten
minste 12,5 meter bedragen;
s.
de afstand van het hoofdgebouw tot de bestemmingsgrens dient, voor zover
deze niet grenst aan gronden waarop ingevolge het daarvoor geldende
bestemmingsplan "Agrarisch - Glastuinbouw" bestemming ligt, ten minste 3,00
meter te bedragen;
t.
wanneer aan-, uit - en bijgebouwen niet in de bestemmingsgrens worden
gebouwd dient ten minste 1,00 meter uit de bestemmingsgrens te worden gebouwd.
3.2.3
Plattelandswoningen
Voor het bouwen en herbouwen van
plattelandswoningen op gronden met de functieaanduiding 'specifieke vorm van
agrarisch glastuinbouw – plattelandswoning’ (sagt-pw) zijn de regels zoals
opgenomen in artikel 3.2.2, lid d tot en met p, r en s overeenkomstig van
toepassing.
3.2.4
Nieuwe bedrijfswoningen
Voor het bouwen een nieuwe bedrijfswoning op
gronden met de functieaanduiding 'bedrijfswoning’ (bw) gelden de volgende
regels:
a.
Per functieaanduiding is de bouw van één bedrijfswoning toegestaan;
b.
De regels zoals opgenomen in artikel 3.2.2, lid d tot en met s, zijn
overeenkomstig van toepassing.
3.2.5
Bouwwerken, geen gebouw zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen
zijnde gelden de volgende regels:
a.
de bouwhoogte van bouwwerken mag maximaal 8,00 meter bedragen;
b.
de afstand van een windturbine tot een woning van een derde of een andere
geluidsgevoelige bestemming van een derde moet ten minste 4 x de as-hoogte
bedragen;
c.
de afstand van bouwwerken tot de erfscheiding moet ten minste bedragen;
- van windturbines 0,5 x de
as-hoogte;
-
van andere bouwwerken 3,00 meter.
d.
de oppervlakte van overkappingen mag maximaal 50 m2 bedragen;
e.
de maximale bouwhoogte van overkappingen bedraagt 3,00 meter;
f.
overkappingen dienen ten minste 2,00 meter achter de voorgevel van het
hoofdgebouw te worden gebouwd;
g.
wanneer overkappingen niet in de bestemmingsgrens worden gebouwd dient
ten minste 1,00 meter uit de bestemmingsgrens te worden gebouwd;
h.
vrijstaande overkappingen dienen achter de voorgevel van het hoofdgebouw
te worden gebouwd;
i.
de bouwhoogte van erfafscheidingen aan de voorzijde van de bedrijfswoning
en grenzend aan openbaar gebied, bedraagt maximaal 1,00 meter;
j.
de bouwhoogte van erfafscheiding elders bedraagt maximaal 2,00 meter;
k.
het bouwen van buitenbakken ten aanzien van het paardrijactiviteiten, is
niet toegestaan.
3.3
Afwijken van de bouwregels
3.3.1
Afwijken voor kassen, bedrijfsgebouwen en -bouwwerken
Burgemeester en wethouders kunnen bij een
omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.2.1 voor;
a.
het bouwen van een bedrijfsgebouw met een maximale bouwhoogte van 15,00
meter, mits:
-
tot aan het hart van wegen een afstand wordt aangehouden van tenminste
1,25 maal de bouwhoogte met een minimum afstand van 15,00 meter;
- natuur-, landschaps- en /of
cultuurhistorische waarden hierdoor niet onevenredig worden aangetast;
- dit geen onevenredige hinder,
gevaar of schade veroorzaakt in relatie tot aangrenzende percelen;
-
de parkeersituatie en verkeersafwikkeling op, naar en vanaf het
glastuinbouwbedrijf akkoord is bevonden door de verkeerskundige.
b.
het bouwen van kassen dichterbij de (oorspronkelijke) gevel van een
woning, mits;
- een efficiënte en logistiek
verantwoorde bouw het noodzakelijk maakt dat ten opzichte van een bepaalde
woning dichterbij dan 12,50 meter wordt gebouwd;
- aan alle overige bouwregels is
voldaan;
- de bestaande afstand - zoals
aanwezig ten tijde van de tervisielegging van het bestemmingsplan - niet wordt
verkleind;
- geen onevenredige hinder,
gevaar of schade veroorzaakt tot de aangrenzende percelen.
c.
het herbouwen van kassen, bedrijfsgebouwen en bouwwerken dichterbij de
(oorspronkelijke) gevel van de bij die gebouwen behorende bedrijfswoning, mits:
- een efficiënte en logistiek
verantwoorde bouw het noodzakelijk maakt dat ten opzichte van een bepaalde
woning dichterbij dan 12,50 meter wordt gebouwd;
- aan alle overige bouwregels is
voldaan;
- de bestaande afstand - zoals
aanwezig ten tijde van de tervisielegging van het bestemmingsplan - niet wordt
verkleind;
- geen onevenredige hinder,
gevaar of schade veroorzaakt tot de aangrenzende percelen;
d.
het bouwen van een WKK-installatie of een (natte) koeltoren dichterbij
een woning, mits:
- uit onderzoek voldoende
gebleken is dat door te nemen maatregelen deze afstand tot aan een woning niet
tot milieu hygiënische bezwaren leidt, dit ter beoordeling van de gemeentelijke
milieudeskundige;
- de WKK-installatie of (natte)
koeltoren niet dichterbij wordt gebouwd dan 30,00 meter van de gevel van de
woning;
e.
het bouwen van een watertank, WKK-installatie of CO2-tank of
daarmee vergelijkbaar bouwwerk voor de voorgevelrooilijn van het primaire
bedrijfsgebouw/verwerkingsruimte, mits:
- wordt gebouwd in een kas,
waardoor het bouwwerk van buitenaf niet zichtbaar is, of geacht moet worden
onderdeel uit te maken van het totaal van de glasopstanden;
- de kas (gevel) waarin het
bouwwerk wordt gebouwd ten minste 25,00 meter breed is;
- ten opzichte van een
gecategoriseerde weg of hoofdwatergang ten minste de afstand wordt aangehouden
die volgens dit bestemmingsplan voor een kas moet worden aangehouden;
- het bouwwerk en de wijze van
inpassen in de kas (gevel) de instemming heeft van de stedenbouwkundige;
f.
het bouwen van grotere (niet-zelfstandige) kantoren tot een maximum bruto
vloeroppervlak van 1,5 % van de op het perceel aanwezige kassen met een maximum
van 1.500 m2, mits;
- deze oppervlakte als zodanig
ook aantoonbaar noodzakelijk is in bedrijfsmatig opzicht;
- het bouwplan niet op natuur-,
landschappelijke-, cultuurhistorische, stedenbouwkundige en waterstaatkundige
bezwaren stuit;
g.
het bouwen van een gezamenlijke WKK-installatie en warmwatertank en/of
andere bedrijfsmatige bouwwerken voor energieproductie, met als doel energie te
produceren voor meerdere glastuinbouwbedrijven, mits:
- dit als zodanig aantoonbaar
noodzakelijk is in bedrijfsmatig opzicht;
- de op te wekken stroom
uitsluitend wordt gebruikt voor de levering van energie aan omliggende kassen;
- geen onevenredige hinder,
gevaar of schade veroorzaakt tot de aangrenzende percelen;
h.
het oprichten van bouwwerken ten behoeve van het (centraal) verwerken en
verpakken van producten die elders geteeld zijn, mits:
- dit als zodanig aantoonbaar
noodzakelijk is in bedrijfsmatig opzicht;
-
de kassen waarin de producten geteeld zijn of worden onderdeel uitmaken
van de bedrijfsvoering;
- niet meer producten verwerkt worden
dan afkomstig van maximaal drie keer de op het perceel aanwezige hoeveelheid
kassen;
- de
bedrijfsruimte/verwerkingsruimte een natuurlijk onderdeel van en een eenheid met
het glastuinbouwbedrijf blijft uitmaken, dit ter beoordeling van de
glastuinbouwdeskundige;
- de infrastructuur waaraan het
bedrijf is gelegen is toegerust op het verwerken van de voorziene hoeveelheid
vervoerbewegingen, dit ter beoordeling van de verkeerskundige;
- de ontsluiting en het aantal
benodigde parkeerplaatsen niet op bezwaren stuit, dit ter beoordeling van de
verkeerskundige;
- het bouwplan een positieve
bijdrage levert aan de ruimtelijke kwaliteit, dit ter beoordeling van de
stedenbouwkundige;
- voldaan wordt aan de maximale
oppervlakte, zoals opgenomen in dit artikel;
i.
het bouwen van een ondergrondse (giet)waterbassin, waterberging of kelder
voor de berging van oppervlaktewater en/of hemelwater, mits:
- uit onderzoek voldoende duidelijk
blijkt dat de ondergrond van nabijgelegen percelen niet onevenredig verstoord
wordt (bijvoorbeeld door wijzigingen van de grondwaterhuishouding) en er ook
overigens geen onevenredige hinder voor omliggende gronden wordt veroorzaakt;
- het bouwwerk aantoonbaar de
instemming heeft van de waterbeheerder;
j.
voor het bouwen en gebruiken van kantoren ten behoeve van een
glastuinbouwbedrijf met meerdere, verspreid liggende kassen binnen het
plangebied, mits:
- dit als zodanig ook aantoonbaar
noodzakelijk is in bedrijfsmatig opzicht;
- de kantoren onderdeel uitmaken
van de bedrijfsruimte/het glastuinbouwbedrijf;
- het bouwplan een positieve bijdrage
levert aan de ruimtelijke kwaliteit, dit ter beoordeling van de
stedenbouwkundige;
- de ontsluiting en het aantal
parkeerplaatsen niet op bezwaren stuit;
- voldaan wordt aan de maximale
oppervlakte zoals opgenomen in dit artikel;
k.
het bouwen van hogere hekwerken dan 1,00 meter voor de voorgevelrooilijn,
mits:
- dit aantoonbaar bedrijfsmatig
noodzakelijk is;
- de hoogte maximaal 1,80 meter
is;
- het hekwerk als erfafscheiding
wordt geplaatst op of rondom verhard voorterrein bij een glastuinbouwbedrijf;
-
het een volledig open hekwerk betreft, zodanig dat het zicht op het
voorterrein vanaf de openbare weg altijd behouden blijft;
l.
voor een bredere in/uitrit dan 10,00 meter, mits;
- dit als zodanig aantoonbaar
noodzakelijk is vanwege de onmogelijkheid om anders vanaf de (openbare) weg het
eigen terrein op te kunnen draaien;
- er dient een duidelijk
onderscheid te zijn tussen het privé en openbaar terrein, bij voorkeur door
middel van een groene afscheiding;
- goedkeuring is verleend door de
verkeerskundige.
3.3.2
Afwijken voor bedrijfswoningen
Burgemeester en wethouders kunnen bij een
omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.2.2 voor;
a.
het herbouwen van een bedrijfswoning dichterbij de overige
bedrijfsbebouwing dan in 3.2.2 is toegestaan, mits:
-
de aan te houden afstand ertoe zou leiden dat herbouw van een
bedrijfswoning onmogelijk zou zijn;
- aan alle overige bouwregels
wordt voldaan;
-
de bestaande afstand - zoals aanwezig ten tijde van de tervisielegging
het bestemmingsplan - niet wordt verkleind;
- geen onevenredige hinder,
gevaar of schade veroorzaakt in relatie tot de aangrenzende percelen;
b.
het herbouwen van een bedrijfswoning in de erfgrens mits:
-
op
aangrenzende gronden eveneens een woning in de erfgrens is of wordt gebouwd;
c.
het herbouwen van een hoofdgebouw op een kortere onderlinge afstand dan
6,00 meter, mits aaneen gebouwd.
3.3.3
Afwijken voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Het bouwen van een buitenbak ten behoeve van
paardrijactiviteiten, mits wordt voldaan aan het paardenbakkenbeleid van de
gemeente Midden-Delfland:
a.
per (vrijkomende) agrarische bedrijfswoning of bouwstede, is een
buitenbak toegestaan met een maximale omvang van 400 m2;
b
de buitenbak dient bij voorkeur binnen de (voormalige) agrarische
bouwstede gelegen te zijn of indien niet mogelijk, direct aansluitend;
c.
de hoogte van de buitenbak en de afscheiding mag niet hoger zijn dan 1,5
meter gemeten vanaf het maaiveld;
d.
een eventuele afscheiding moet, wat betreft kleur en materiaalgebruik, in
overeenstemming zijn met de Algemene Welstandscriteria van de Welstandsnota van
de gemeente Midden-Delfland;
e.
verlichting is niet toegestaan;
f.
de buitenbak mag de kwaliteit van het omringende natuurlijke milieu of
het landschap niet evenredig aantasten;
g.
buitenbakken mogen de ontwikkeling van het glastuinbouwcluster niet
verhinderen.
Tot een strijdig gebruik van de gronden en
bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
a.
privé gebruik van gronden met een grotere oppervlakte dan 1.000 m2,
te meten aansluitend aan de bedrijfswoning en inclusief de (sier)tuin, het erf
en de bouwwerken;
b.
de oppervlakte van de viskwekerij ter plaatse van de functieaanduiding
(vk) bedraagt maximaal 7000 m²;
c.
niet aan de bestemming gelieerde bewoning;
d.
zelfstandige kantoren;
e
detailhandel, indien deze niet ondergeschikt is aan de agrarische
glastuinbouw functie;
f.
geluidzoneringsplichtige bedrijven;
g.
bedrijven die vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
3.4.1
Afwijken voor het leveren van meer energie aan energieleveranciers
Burgemeester en wethouders kunnen bij een
omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.4 lid, h voor;
a.
De verkoop van meer dan 30% van de totale energetische waarde van de
jaarlijkse winning aan afnemers anders dan glastuinbouwbedrijven mits:
- Het overschot aan aardwarmte op
geen enkele wijze meer aangeboden kan worden ten behoeve van de glastuinbouw.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om het
bestemmingsplan te wijzigen:
3.5.1
Agrarische bedrijfswoning naar burgerwoning
Van de bestemming “Agrarisch ‑ Glastuinbouw” in
de bestemming “Wonen” met als doel een bedrijfswoning van bestemming te doen
wijzigen naar een burgerwoning, waarbij vast dient te staan dat:
a.
de bedrijfsvoering ter plaatse is beëindigd, waarbij alle glasopstanden
en bijbehorende gronden zijn verkocht ten behoeve van een schaalvergroting en/of
herstructurering van de glastuinbouw;
b.
de woning niet langer noodzakelijk is als bedrijfswoning, waarbij geldt
dat per (te reconstrueren) bedrijf ten minste één bedrijfswoning aanwezig
blijft;
c.
de woning zodanig gelegen is dat door de aanwezigheid van de woning op
zich, danwel situering van de bijbehorende gronden de glastuinbouw in de
(verdere) toekomst niet wordt belemmerd, dit ter beoordeling van de
glastuinbouwdeskundige;
d.
de afstand van de woning tot de bestemming Agrarisch-Glastuinbouw
minimaal 12,5 meter bedraagt;
e.
na de bestemmingswijziging geen grotere kavel bij de perceel eigenaar in
eigendom zal zijn dan maximaal 1.000 m², waarbij leidend is een logische en
efficiënte verkaveling van het glasareaal, dit ter beoordeling van de
glastuinbouwdeskundige;
f.
voldaan wordt aan de regels van dit plan die gelden voor de bestemming
woondoeleinden, waarbij de inhoudsmaat respectievelijk oppervlaktemaat van alle
bestaande bijgebouwen ten minste is teruggebracht tot 300 m3 of 100 m2;
g.
advies is ingewonnen bij de waterbeheerder en de glastuinbouwdeskundige.
h.
de wijziging niet op natuur-, landschappelijke, cultuurhistorische,
stedenbouwkundige, waterstaatkundige, milieu hygiënische of akoestische bezwaren
stuit.
3.5.2
Agrarische bedrijfswoning naar plattelandswoning
Binnen de bestemming “Agrarisch ‑ Glastuinbouw”
de functieaanduiding ‘specifieke vorm van agrarisch glastuinbouw –
plattelandswoning’ (sagt-pw) aan te brengen met als doel een bedrijfswoning te
laten bewonen door derden op een kortere afstand dan 12,5 meter van het
achterliggende glastuinbouwbedrijf en/of de woning niet gewijzigd kan worden in
de bestemming Wonen vanwege milieu hygiënische bezwaren, waarbij vast dient te
staan dat:
a.
de bedrijfsvoering ter plaatse is beëindigd, waarbij alle glasopstanden
en bijbehorende gronden zijn verkocht ten behoeve van een schaalvergroting en/of
herstructurering van de glastuinbouw;
b.
de woning niet langer noodzakelijk is als bedrijfswoning, waarbij geldt
dat per (te reconstrueren) bedrijf ten minste één bedrijfswoning aanwezig
blijft;
c.
de woning zodanig gelegen is dat door de aanwezigheid van de woning op
zich, danwel situering van de bijbehorende gronden de glastuinbouwverkaveling in
de (verdere) toekomst niet wordt belemmerd, dit ter beoordeling van de
glastuinbouwdeskundige;
d.
na het aanbrengen van de functieaanduiding geen grotere kavel bij de
perceel eigenaar in eigendom zal zijn dan maximaal 1.000 m², waarbij leidend is
een logische en efficiënte verkaveling van het glasareaal, dit ter beoordeling
van de glastuinbouwdeskundige;
e.
voldaan wordt aan de regels zoals opgenomen in artikel 3.2.2, lid d tot
en met p, r en s van dit plan;
f.
advies is ingewonnen bij de waterbeheerder en de glastuinbouwdeskundige.
g.
de wijziging niet op natuur-, landschappelijke, cultuurhistorische,
stedenbouwkundige en waterstaatkundige bezwaren stuit.
3.5.3
Agrarisch naar bedrijfswoning
Binnen de gebiedsaanduiding Wro-zone –
wijzigingsgebied de functieaanduiding ‘bedrijfswoning’ (bw) aan te
brengen, waarbij vast dient te staan dat:
a.
Het bouwen van de nieuwe bedrijfswoning onderdeel is van de bouw van een
nieuw glastuinbouwbedrijf;
b.
voldaan wordt aan de regels zoals opgenomen in artikel 3.2.2, lid d tot
en met s van dit plan;
c.
de wijziging niet op natuur-, landschappelijke, cultuurhistorische,
stedenbouwkundige, waterstaatkundige en milieu hygiënische bezwaren stuit.
3.5.4
Vergroten woonvlak
Van de bestemming “Agrarisch ‑ Glastuinbouw” in
de bestemming “Wonen” met als doel een bestaand aangrenzend woonbestemmingsvlak
te vergroten, waarbij vast dient te staan dat:
a.
de uitbreiding zodanig gelegen is dat door de aanwezigheid van de
uitbreiding op zich, danwel situering door de bijbehorende gronden de
glastuinbouw in de (verdere) toekomst niet wordt belemmerd, dit ter beoordeling
van de glastuinbouwdeskundige;
b.
na de bestemmingswijziging geen grotere kavel bij de perceeleigenaar in
eigendom zal zijn dan maximaal 1.000 m², waarbij leidend is een logische en
efficiënte verkaveling van het glasareaal, dit ter beoordeling van de
glastuinbouwdeskundige;
c.
dat de om te zetten kavel op een ruimtelijk logische en efficiënte wijze
verkaveld is;
d.
voldaan wordt aan de regels van dit plan die gelden voor de bestemming
woondoeleinden, waarbij de inhoudsmaat respectievelijk oppervlaktemaat van alle
bestaande bijgebouwen ten minste is teruggebracht tot 300 m3 of 100 m2;
e.
advies is ingewonnen bij de waterbeheerder en de glastuinbouwdeskundige;
f.
de wijziging niet op natuur-, landschappelijke, cultuurhistorische,
stedenbouwkundige, waterstaatkundige, milieu hygiënische of akoestische bezwaren
stuit.
3.5.5
Uitplaatsen/verplaatsen (bedrijfs)woning
Van de bestemming “Agrarisch ‑ Glastuinbouw” in
de bestemming “Wonen” met als doel een te slopen bedrijfswoning te herbouwen als
burgerwoning of een bestaande burgerwoning te slopen en te herbouwen, waarbij
vast dient te staan dat:
a.
de sloop van de (voormalige bedrijfs-)woning noodzakelijk is vanwege de
schaalvergroting en/of herstructurering van de glastuinbouw;
b.
de woonkavel zodanig geprojecteerd is dat hierdoor de glastuinbouw in de
(verdere) toekomst niet wordt belemmerd, dit ter beoordeling van de
glastuinbouwdeskundige;
c.
de (voormalige bedrijfs-)woning wordt gesloopt, binnen 2 maanden na
gereed melding van de nieuwe woning;
d.
alle op de te saneren kavel bestaande opstallen zijn gesloopt;
e.
voldaan wordt aan de regels van dit plan die gelden voor de bestemming
woondoeleinden;
f.
de herstructurering of schaalvergroting waar de woning onderdeel van
uitmaakt de instemming heeft van de glastuinbouwdeskundige en de waterbeheerder;
g.
de wijziging niet op natuur-, landschappelijke, cultuurhistorische,
stedenbouwkundige, waterstaatkundige, milieu hygiënische of akoestische bezwaren
stuit;
h.
voor de gronden van de bestaande burgerwoning die terugvallen aan de
glastuinbouw, de bestemming “Wonen” gelijktijdig wordt gewijzigd naar “Agrarisch
- Glastuinbouw”, middels toepassing van de wijzigingsbevoegdheid als genoemd in
20.2 van dit plan.
3.5.6
Water
Van de bestemming “Agrarisch - Glastuinbouw” in
de bestemming “Water” met als doel een waterloop en/of berging aan te leggen
en/of te vergroten, mits: de locatie en inrichting van de waterloop en/of
waterberging de instemming hebben van de stedenbouwkundige, de
glastuinbouwdeskundige, waterbeheerder en de groendeskundige.
3.5.7
Verkeer
Van de bestemming “Agrarisch - Glastuinbouw” in de bestemming “Verkeer” met als
doel het aanleggen en/of reconstrueren van wegen, mits:
a.
de weg deel zal uitmaken van de permanente infrastructuur;
b.
voldaan wordt aan de Wet geluidhinder;
c.
de inpassing en uitvoering van de weg en het wegprofiel de instemming
hebben van de verkeerskundige en de glastuinbouwdeskundige. |
||