Bestemmingsplan Remkettingweg Pijpstraat, Echteld
Gemeente Neder-Betuwe
Status: vastgesteld 5 juli 2012
PLANREGELS
|
|
|
INHOUD
|
HOOFDSTUK 1
Artikel 1 Artikel 2 |
INLEIDENDE REGELS
|
HOOFDSTUK 2
Artikel 3 Artikel 4
Artikel 5 Artikel 6 Artikel 7 Artikel 8 |
BESTEMMINGSREGELS
Bestemmingen Bedrijf - Buitengebied gebonden 6
Dubbelbestemmingen Leiding - Hoogspanningsverbinding 9 Waarde - Cultuurhistorie karakteristiek 10 Waterstaat - Beheerszone watergang 11
|
HOOFDSTUK 3
Artikel 9 Artikel 10 Artikel 11 Artikel 12 |
ALGEMENE REGELS
|
HOOFDSTUK 4
Artikel 13 Artikel 14 |
OVERGANGS- EN SLOTREGELS
Slotregel 18 |
2 |
WIJZE VAN METEN
|
|
|
2.1 |
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
|
|
2.2 |
De goothoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
|
|
2.3 |
De inhoud van een bouwwerk: tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
|
|
2.4 |
De bouwhoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
|
|
2.5 |
De oppervlakte van een bouwwerk: tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerktebouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
|
|
2.6 |
De diepte van een aan-/uitbouw of aangebouwd bijgebouw: de diepte van een aan-/uitbouw of aangebouwd bijgebouw wordt loodrecht vanaf de gevel van het hoofdgebouw, waaraan de aan-/uitbouw of aangebouwd bijgebouw wordt gebouwd, gemeten. |
|
2.7 |
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, zoals trappen, bordessen, funderingen, kelderingangen, overstekende daken, goten, luifels, balkons, balkonhekken, schoorstenen, liftopbouwen en andere ondergeschikte (dak)opbouwen, buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt. |
4
|
GROEN - BEPLANTINGSSTROOK |
|
|
4.1 |
Bestemmingsomschrijving
|
|
|
De voor "Groen - Beplantingsstrook" aangewezen gronden zijn bestemd voor landschappelijke beplanting ter afscherming van terreinen die naar de aard van hun bestemming inpassing behoeven door opgaand groen.
|
|
4.2 |
Bouwregels
|
|
4.2.1 |
Op gronden met de bestemming “Groen - Beplantingsstrook” mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de waterhuishouding, de waterberging, de waterzuivering en de hemelwaterinfiltratie.
|
|
4.2.2 |
Voor het bouwen van de in lid 4.2.1 genoemde bouwwerken mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan 1 m. |
|
6 |
WAARDE - CULTUURHISTORIE KARAKTERISTIEK
|
|
6.1 |
Bestemmingsomschrijving
|
|
|
De voor "Waarde - Cultuurhistorie karakteristiek" aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en herstel van de cultuurhistorische waarden die eigen zijn aan de ter plaatse bestaande gebouwen, met dien verstande dat de gronden tevens zijn bestemd voor de eveneens aangegeven andere bestemmingen.
|
|
6.2 |
Bouwregels
|
|
|
De gebouwen op de binnen deze bestemming bedoelde gronden mogen: a. worden vernieuwd; b. worden veranderd en/of vergroot; volgens de bepalingen van de in lid 6.1 bedoelde, eveneens voor deze gronden aangegeven, andere bestemmingen, mits hierbij de situering, de bouwmassa, het materiaalgebruik, de bouwhoogte, de goothoogte en de dakhelling niet zodanig worden gewijzigd, dat daardoor het karakter van de bestaande gebouwen blijvend onevenredig wordt aangetast. |
|
7 |
WATERSTAAT- BEHEERSZONE WATERGANG |
|
7.1 |
Bestemmingsomschrijving
|
|
|
De voor "Waterstaat - Beheerszone watergang" aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor: a. bescherming, beheer en verbetering van watergangen; b. voorzieningen voor de waterhuishouding.
|
|
7.2 |
Bouwregels
|
|
|
Op de binnen deze bestemming bedoelde gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd.
|
|
7.3 |
Afwijken van de bouwregels
|
|
7.3.1 |
Tot het verlenen van een omgevingsvergunning volgens het bepaalde in lid 7.3.2 wordt eerst overgegaan, indien hierdoor: a. de functies en waarden die in het plan aan de desbetreffende en aan de omliggende gronden zijn toegekend, niet blijvend onevenredig worden geschaad; b. en uit een schriftelijke verklaring van de betrokken waterbeheerder is gebleken dat hierdoor de waterstaatkundige belangen niet blijvend onevenredig worden geschaad.
|
|
7.3.2 |
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.2 voor de bouw van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming en voor de bouw van bouwwerken, indien en voor zover deze zijn toegestaan voor de in de bestemmingsomschrijving van dit artikel bedoelde, eveneens voor deze gronden aangegeven andere bestemmingen. |
|
8 |
WATERSTAAT - WATERKERING
|
|
8.1 |
Bestemmingsomschrijving
|
|
|
De voor "Waterstaat - Waterkering" aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, bestemd voor: a. het in stand houden, het beheer, het onderhoud en de verbetering van de waterkering; b. bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals kunstwerken, dijksloten en andere waterstaatswerken; c. instandhouding, dan wel herstel en ontwikkeling, van de landschappelijke waarden en de natuurwaarden die eigen zijn aan rivierdijken; d. extensief dagrecreatief medegebruik.
|
|
8.2 |
Bouwregels
|
|
|
Op de gronden met de bestemming "Waterstaat - Waterkering" mogen geen bouwwerken worden gebouwd.
|
|
8.3 |
Afwijken van de bouwregels
|
|
8.3.1 |
Tot het verlenen van een omgevingsvergunning volgens het bepaalde in de leden 8.3.2 en 8.3.3 wordt eerst overgegaan, indien hierdoor: a. de functies en waarden die in het plan aan de desbetreffende en aan de omliggende gronden zijn toegekend, niet blijvend onevenredig worden geschaad; b. en uit een schriftelijke verklaring van de betrokken dijk- of waterbeheerder is gebleken dat hierdoor de waterstaatkundige belangen niet blijvend onevenredig worden geschaad.
|
|
8.3.2 |
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.2, voor de bouw van bouwwerken, indien en voor zover het betreft: a. waterstaatkundige bouwwerken, geen gebouwen zijnde; b. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de bestemming, waarvan de oppervlakte niet meer bedraagt dan 10 m2 en de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 2 m.
|
|
8.3.3 |
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.2, voor de bouw van bouwwerken, indien en voor zover deze zijn toegestaan voor de in lid 8.1 bedoelde, eveneens voor deze gronden aangegeven, andere bestemmingen. |
|
||
ARTIKEL |
9 |
ANTI-DUBBELTELBEPALING
|
|
|
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan, waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing. |
10 |
ALGEMENE GEBRUIKSREGELS
|
|
|
|
Tot een gebruik strijdig met de regels van dit bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan: a. zelfstandige bewoning en afhankelijke woonruimte, voor zover het betreft vrijstaande bijgebouwen; b. het gebruik van ruimten binnen een woning en/of bijgebouwen voor de uitoefening van een publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis; c. gebruik als seksinrichting en escortbedrijf; d. het gebruik van gronden en opstallen voor de plaatsing van kampeermiddelen, waaronder mede wordt verstaan het recreatief nachtverblijf in de vorm van kleinschalig kamperen, tenzij toepassing is gegeven aan de algemene afwijkingsregels van dit plan ten aanzien van kleinschalig kamperen; e. het gebruik ten behoeve van een geluidzoneringsplichtige inrichting. |
11 |
ALGEMENE AFWIJKINGSREGELS
|
|
|
11.1 |
Algemeen
|
|
|
Tot het verlenen van een omgevingsvergunning volgens het bepaalde in dit artikel wordt eerst overgegaan, indien hierdoor de functies en waarden die in het plan aan de desbetreffende en aan de omliggende gronden zijn toegekend, of de mogelijkheden tot het herstel of de ontwikkeling van deze waarden, niet blijvend onevenredig worden geschaad..
|
|
11.2 |
Aan huis verbonden nevenactiviteiten en kantoor- en praktijkruimten
|
|
|
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van de bepalingen van het plan voor een gebruik ten behoeve van aan huis verbonden nevenactiviteiten en kantoor- en praktijkruimten, indien en voor zover: a. de desbetreffende woning bewoond blijft; b. het vloeroppervlak van de gebouwen ten behoeve van het gebruik voor aan huis verbonden nevenactiviteiten en kantoor- en praktijkruimten niet meer bedraagt dan 50 m2; c. het onbebouwde gedeelte van het perceel niet wordt gebruikt voor de beoogde activiteit, met uitzondering van parkeervoorzieningen; d. de nevenactiviteit geen detailhandel betreft; e. de beoogde activiteit geen ontwikkeling tot gevolg heeft waarop de bestaande nutsvoorzieningen, wegen en parkeervoorzieningen niet zijn afgestemd; f. van tevoren in voldoende mate is verzekerd dat het beoogde gebruik geen ontoelaatbare invloed heeft op het woon- en leefmilieu in de omliggende woningen.
|
|
11.3 |
Antennemasten
|
|
|
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van de bepalingen van het plan voor de bouw van antennemasten, indien en voor zover: a. de antennemast wordt geplaatst binnen een afstand van 5 m van een bestaande woning; b. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 25 m.
|
|
11.4 |
Bed & breakfast in een woning
|
|
|
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van de bepalingen van het plan voor de inrichting en het gebruik van een woning ten behoeve van bed & breakfast, indien en voor zover: a. de woning tevens bewoond blijft; b. van tevoren in voldoende mate is verzekerd dat de uiterlijke verschijningsvorm van de woning en/of het bijgebouw niet wordt veranderd; c. totaal niet meer dan 50 m2 van de woning wordt ingericht en gebruikt voor bed & breakfast; d. het beoogde gebruik geen ontwikkeling tot gevolg heeft waarop de bestaande parkeervoorzieningen niet zijn afgestemd; e. van tevoren in voldoende mate is verzekerd dat het beoogde gebruik geen ontoelaatbare invloed heeft op het woon- en leefmilieu van de omliggende woningen.
|
|
11.5 |
Kleine uitbouwen woningen
|
|
|
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van de bepalingen van het plan voor de bouw van kleine uitbouwen aan woningen, indien en voor zover: a. de overschrijding van de lijn door de bestaande gevels van de woning niet meer bedraagt dan 2 m; b. de oppervlakte van de uitbouw niet meer bedraagt dan 6 m2.
|
|
11.6 |
Kleinschalig kamperen
|
|
|
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van de bepalingen van het plan voor de aanleg en het gebruik van gronden als recreatief nachtverblijf in de vorm van kleinschalig kamperen, indien en voor zover: a. het een nevenactiviteit bij een agrarisch bedrijf of bij een woning met een huiskavel van tenminste 1ha betreft; b. van tevoren in voldoende mate is verzekerd dat het beoogde gebruik geen ontoelaatbare invloed heeft op het woon- en leefmilieu van de omliggende woningen en/of agrarische en andere bedrijven; c. het kleinschalig kamperen aansluitend aan de bijbehorende bestaande bebouwing dient plaats te vinden; d. voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid en deze geheel op eigen erf wordt gerealiseerd; e. van tevoren, op basis van een inrichtingsplan, in voldoende mate wordt verzekerd dat wordt voorzien in de ruimtelijke en/of landschappelijke inpassing ter plaatse; f. sanitaire voorzieningen binnen de bestaande (bedrijfs)bebouwing worden gerealiseerd of, indien dit niet mogelijk is, binnen maximaal één extra gebouw of uitbreiding van een bestaand gebouw, met geen groter oppervlak dan 30 m2, geen grotere goothoogte dan 3 m en geen grotere bouwhoogte dan 7 m.
|
|
11.7 |
Mantelzorg/inwoning
|
|
|
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van de bepalingen van het plan voor de verbouw van een woning tot meer dan de toegestane inhoud, indien en voor zover: a. de bouw noodzakelijk is om te voorzien in de behoefte aan een woonruimte voor inwonende personen; b. de inwoning plaats vindt in het hoofdgebouw en/of de aanbouw op maximaal 30% van de grondoppervlakte en uitsluitend op de begane grond; c. de woning met maximaal 50 m2 extra wordt vergroot tot een absoluut maximum van 750 m3; d. er sprake is van een gemeenschappelijke entree; e. het nieuwe gedeelte voor inwoning technisch/functioneel eenvoudig weer bij de oorspronkelijke woning kan worden betrokken; f. minimaal één directe verbinding tussen beide wooneenheden aanwezig is. |
12 |
ALGEMENE WIJZIGINGSREGELS
|
|
|
12.1 |
Algemeen
|
|
|
Het wijzigen van het plan volgens de bepalingen in dit artikel geschiedt met in achtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de wet ruimtelijke ordening, waarbij tevens in acht wordt genomen dat hierdoor: a. het gestelde in de eventuele overigens voor de gronden opgenomen bestemmingen eveneens in acht wordt genomen; b. de functies en waarden die in het plan aan de desbetreffende en aan de omliggende gronden zijn toegekend, of de mogelijkheden tot het herstel of de ontwikkeling van deze waarden, niet blijvend onevenredig worden geschaad.
|
|
12.2 |
Verschuiven bestemmingsgrenzen en/of bouwgrenzen
|
|
|
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten aanzien van het gehele plangebied, voor een verschuiving van bestemmingsgrenzen en/of bouwgrenzen, indien en voor zover: a. de verschuiving noodzakelijk is voor een goede realisatie van het plan, voor een aanpassing aan de nader ingemeten situatie, of als gevolg van afwijkingen of onnauwkeurigheden ten opzichte van de werkelijke situatie; b. de structurele opzet van het plan niet wordt aangetast; c. de totale verdeling van de aangegeven bestemmingen met niet meer dan 10 % wordt gewijzigd; d. de verschuiving niet meer bedraagt dan 20 m. |
14 |
SLOTREGEL
|
||
|
|
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Remkettingweg Pijpstraat, Echteld.
|
|
|
|
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 5 juli 2012
|
|
|
|
De griffier,
mr. J.C. Bouwman |
De voorzitter,
ir. C.W. Veerhoek |