8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. recreatieve voorzieningen;
b. sport- en speelvoorzieningen;
c. recreatiewoningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsrecreatie';
d. beheer en dienstverlening, waaronder mede een kantine/restaurant wordt verstaan, sanitaire voorzieningen en onderhoud;
e. het wonen ten dienste van de recreatievoorzieningen, al dan niet in combinatie met een aan huis verbonden beroep;
f. kinderboerderij, ter plaatse van de aanduiding ‘kinderboerderij’;
met daaraan ondergeschikt:
g. groenvoorzieningen en water;
h. infrastructurele voorzieningen;
i. openbare nutsvoorzieningen;
j. waterhuishoudkundige voorzieningen;
met de daarbij behorende:
k. tuinen, erven en terreinen.
Detailhandel, horeca en educatieve voorzieningen zijn toegestaan, mits ondergeschikt aan de recreatieve functie.
Ter plaatse van de aanduiding ‘groen’ dient het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de bestaande groensingel en wandelpaden te worden nagestreefd.
8.2 Bouwregels
a. Voor het bouwen van gebouwen, anders dan recreatiewoningen en gebouwen ten behoeve van de kinderboerderij, gelden de volgende regels:
1. de gebouwen dienen binnen een bouwvlak te worden gebouwd;
2. er mag niet meer dan 60% van de gezamenlijke oppervlakte van de bouwvlakken worden bebouwd;
3. het aantal bedrijfswoningen bedraagt niet meer dan twee;
4. de oppervlakte van een bedrijfswoning zal niet meer dan 150 m2 bedragen;
5. de bouwhoogte van de bedrijfsgebouwen zal niet meer dan 15 m bedragen;
6. de goothoogte van de bedrijfswoningen zal niet meer dan 5,5 m bedragen.
b. Voor het bouwen van recreatiewoningen gelden de volgende regels:
1. recreatiewoningen worden uitsluitend gebouwd ter plaatse van de aanduiding ‘verblijfsrecreatie’;
2. het aantal recreatiewoningen bedraagt niet meer dan 260;
3. de bouwhoogte van de recreatiewoningen zal niet meer dan 5,5 m bedragen.
c. Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van de kinderboerderij gelden de volgende regels:
1. de gebouwen worden uitsluitend gebouwd ter plaatse van de aanduiding ‘kinderboerderij’;
2. de oppervlakte bedraagt niet meer dan 150 m²;
3. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 4 m toegestaan.
d. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:
1. de hoogte van vlaggenmasten bedraagt niet meer dan 6 m;
2. de bouwhoogte van lichtmasten en ballenvangers bedraagt niet meer dan 4,5 m;
2. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt tot 1 m achter de voorgevelrooilijn ten hoogste 1 m en daarachter ten hoogste 2 m;
3. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, bedraagt ten hoogste 4,5 m.
8.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van een goede woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden nadere eisen stellen aan:
a. de plaats en de afmetingen van de bebouwing;
b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen ten aanzien van het erf grenzend aan de openbare weg of openbaar groen.
8.4 Specifieke gebruiksregels
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
a. het gebruik van bouwwerken en kampeermiddelen, met uitzondering van de bedrijfswoning, voor permanente bewoning.
b. het gebruik van gronden en bouwwerken in combinatie met bedrijfsdoeleinden anders dan een aan huis verbonden beroep;
c. het gebruik van de gronden en bouwwerken in combinatie met een aan huis verbonden beroep, met dien verstande dat de uitoefening van een aan huis verbonden beroep uitsluitend is toegestaan voorzover de woonfunctie in overwegende mate blijft gehandhaafd en er geen ernstige hinder of afbreuk aan het woonmilieu wordt gedaan en dat voldoet aan de volgende voorwaarden:
1. de woonfunctie in ruimtelijke en visuele zin primair moet blijven;
2. aan huis verbonden activiteiten ten behoeve van het beroep uitsluitend inpandig mogen worden verricht;
3. maximaal 30% van de oppervlakte van hoofd- en bijgebouwen mag worden gebruikt voor de aan huis verbonden activiteiten ten behoeve van het beroep met een maximum van 45 m²;
4. degene die de gebruiker is van de woning ook degene moet zijn die het aan huis verbonden beroep uitoefent;
5. de ruimtelijke uitstraling van de activiteiten qua aard, omvang en intensiteit verenigbaar moet zijn met het karakter van de omringende woonomgeving;
6. behoudens een beperkte verkoop in het klein, in direct verband met het aan huis verbonden beroep, geen detailhandel mag plaatsvinden;
7. het gebruik geen nadelige invloed mag hebben op de verkeersafwikkeling en de parkeersituatie ter plaatse; ten aanzien van het laatste geldt als uitgangspunt dat er dient te worden geparkeerd op eigen terrein.
Het gebruik van de gronden overeenkomstig de bestemmingsomschrijving is alleen toegestaan indien ter plaatse van de aanduiding ‘groen’ de bestaande groensingel en wandelpaden in stand worden gehouden.
8.5 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan, mits de noodzaak wordt aangetoond en mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 8.4, lid b en toestaan de dienstwoning wordt gebruikt ten behoeve van aan huis- verbonden bedrijfsactiviteiten, met dien verstande dat de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijf uitsluitend is toegestaan voor zover de woonfunctie in overwegende mate blijft gehandhaafd en er geen ernstige hinder of afbreuk aan het woonmilieu wordt gedaan en dat voldoet aan de volgende voorwaarden:
a. de woonfunctie in de dienstwoning moet in ruimtelijke en visuele zin primair blijven;
b. de aan huis verbonden activiteiten ten behoeve van het bedrijf worden uitsluitend inpandig verricht;
c. maximaal 30% van de oppervlakte van hoofd- en bijgebouwen mag worden gebruikt voor de aan huis verbonden activiteiten ten behoeve van het bedrijf met een maximum van 45 m²;
d. degene die de gebruiker is van de woning moet ook degene zijn die het aan huis verbonden bedrijf uitoefent;
e. de ruimtelijke uitstraling van de activiteiten moet qua aard, omvang en intensiteit verenigbaar zijn met het karakter van de omringende woon-omgeving;
f. het gebruik mag geen ernstige hinder voor het woonmilieu opleveren, dan wel doet geen afbreuk aan het woonkarakter van de wijk of de buurt;
g. van deze afwijkingsbevoegdheid wordt geen gebruik gemaakt ten behoeve van bedrijven die vergunningsplichtig of meldingsplichtig zijn krachtens de milieuwetgeving;
h. bedrijfsactiviteiten zijn uitsluitend toegestaan voor zover deze voorkomen in, dan wel naar de aard en de invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen zijn met de bedrijven categorie 1 en 2 van de in de bijlage opgenomen Staat van bedrijven;
i. behoudens een beperkte verkoop in het klein, in direct verband met het aan huis verbonden bedrijf, mag geen detailhandel plaatsvinden;
j. het gebruik zal geen nadelige invloed hebben op de verkeersafwikkeling en de parkeersituatie ter plaatse; ten aanzien van het laatste geldt als uitgangspunt dat er dient te worden geparkeerd op eigen terrein.