Gemeente:
Midden-Drenthe
Plannaam:
Elp
Status:
Vastgesteld
Status Datum:
04-11-2009

Artikel 18 Algemene wijzigingsregels

 

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemmingen wijzigen ten behoeve van de bouw van ten hoogste acht vrijstaande woningen ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 4', met dien verstande dat:

a. de nieuw te realiseren woningen via een nieuwe weg worden ontsloten op de Westerkampen of de Zwiggelterweg;

b. een verzoek om wijziging gepaard gaat met een voorstel tot landschappelijke afronding van het dorp Elp waarbij een brede transparante groensingel met bomen en uitloopgebied voor het dorp wordt aangelegd tussen het westelijk gelegen open landschap en de nieuwbouw. De nieuwe woningen worden met de voorzijde gericht op het groengebied en hebben doorzicht op het open landschap. Burgemeester en wethouders gaan uitsluitend over tot wijziging van het bestemmingsplan als er overeenstemming is over een hoogwaardig landschappelijke afronding van het dorp en de uitvoering van dit plan is gegarandeerd;

c. parkeren ten behoeve van de nieuwe woningen op eigen erf dient te geschieden;

d. de geluidsbelasting op de woning niet meer mag bedragen dan de daarvoor geldende voorkeurswaarde of een hoger verkregen grenswaarde zoals bedoeld in de Wet geluidhinder;

e. rekening wordt gehouden met de mogelijke aanwezigheid van te beschermen planten- en diersoorten op grond van de Flora- en faunawet;

f. alvorens tot wijziging wordt overgegaan een hydrologisch onderzoek wordt uitgevoerd, met dien verstande dat de wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast indien uit het onderzoek is gebleken dat de waterhuishoudkundige waarde door toepassing van de wijzigingsbevoegdheid niet onevenredig wordt geschaad. In verband hiermee kunnen de volgende bouwregels voor nieuwbouw worden gesteld:

1. er mag uitsluitend gebruik worden gemaakt van duurzame materialen die niet op het water uitlogen;

2. afvoer van regenwater wordt zodanig aangelegd dat de afvoer vertraagd plaatsvindt op het huidige oppervlaktewatersysteem;

3. de afstand tussen de bodem van de bebouwing (kelder/kruipruimte) en de slecht doorlatende laag in de bodem dient ten minste 20 cm te bedragen.