Gemeente:
Midden-Drenthe
Plannaam:
Elp
Status:
Vastgesteld
Status Datum:
04-11-2009

Artikel 11 Recreatie

 

11.1 Bestemmingsomschrijving

 

De voor 'recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a. verblijfsrecreatieve voorzieningen in de vorm van een kampeerboerderij;

b. horeca, categorie I;

c. dienstwoningen;

d. voorzieningen ten behoeve van onderhoud en beheer en sanitaire voorzieningen;

e. het behoud en de versterking van het landschappelijk karakter van het dorp zoals dat is weergeven op de bijlagekaart 'groene contouren en zichtlijnen' en op individuele kavels wordt gekenmerkt door grasbermen en greppels langs de weg, de aanwezigheid en aanplant van grote inheemse bomen en de afscherming van kavels aan de zij- en achterzijde met inheemse hagen zoals meidoorn en beuk;

met de daarbij behorende:

f. speel-, groenvoorzieningen en water;

g. openbare nutsvoorzieningen;

h. verkeers- en verblijfsvoorzieningen.

 

 

11.2 Bouwregels

 

a. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

1. de gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;

2. de goot- en bouwhoogte bedragen niet meer dan respectievelijk 3,5 m en 9 m, dan wel niet meer dan de goot- en bouwhoogte van het bestaande gebouw indien deze meer bedraagt;

3. het aantal dienstwoningen mag niet meer dan één per bedrijf bedragen.

 

b. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

1. overkappingen ten behoeve van het wonen worden uitsluitend gebouwd binnen het bouwvlak of op minimaal 1 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw;

2. de bouwhoogte op tuinen en erven bedraagt, met uitzondering van vlaggenmasten en erf- en terreinafscheidingen, niet meer dan 3 m;

3. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt voor de voorgevelrooilijn niet meer dan 1 m en daarachter niet meer dan 2 m;

4. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt niet meer dan 6 m.

 

 

11.3 Specifieke gebruiksregels

 

Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen permanente bewoning anders dan van dienstwoningen.

 

 

11.4 Wijzigingsbevoegdheid

 

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemming Wonen en/of Groen - Dorpsgroen, met dien verstande dat:

a. het aantal woningen niet meer bedraagt dan het bestaande aantal dienstwoningen;

b. per hoofdgebouw voldoende parkeerplaatsen op eigen erf worden gerealiseerd;

c. alvorens tot wijziging wordt overgegaan een hydrologisch onderzoek wordt uitgevoerd, met dien verstande dat de wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast indien uit het onderzoek is gebleken dat de waterhuishoudkundige waarde door toepassing van de wijzigingsbevoegdheid niet onevenredig wordt geschaad. In verband hiermee kunnen de volgende bouwregels voor nieuwbouw worden gesteld:

a. er mag uitsluitend gebruik worden gemaakt van duurzame materialen die niet op het water uitlogen;

b. afvoer van regenwater wordt zodanig aangelegd dat de afvoer vertraagd plaatsvindt op het huidige oppervlaktewatersysteem;

c. de afstand tussen de bodem van de bebouwing (kelder/kruipruimte) en de slecht doorlatende laag in de bodem dient ten minste 20 cm te bedragen.