Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, het plan wijzigen in die zin dat:
a. ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 1’ de bestemming wordt gewijzigd in de bestemming Wonen, met dien verstande dat:
1. het aantal woningen per wijzigingsgebied niet meer bedraagt dan het ter plaatse aangeduide maximum aantal wooneenheden;
2. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels van artikel 12 van overeenkomstige toepassing zijn;
3. per hoofdgebouw voldoende parkeerplaatsen op eigen erf worden gerealiseerd;
4. een verzoek om wijziging van het plan gepaard gaat met een voorstel tot landschappelijke inpassing van de bebouwing;
5. de wijziging niet mag leiden tot een beperking van het functioneren van omliggende (agrarische) bedrijvigheid;
6. de geluidsbelasting op de woning niet meer mag bedragen dan de daarvoor geldende voorkeurswaarde of een hoger verkregen grenswaarde zoals bedoeld in de Wet geluidhinder;
7. rekening wordt gehouden met de mogelijke aanwezigheid van te beschermen planten- en diersoorten op grond van de Flora- en faunawet;
8. alvorens tot wijziging wordt overgegaan een hydrologisch onderzoek wordt uitgevoerd, met dien verstande dat de wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast indien uit het onderzoek is gebleken dat de waterhuishoudkundige waarde door toepassing van de wijzigingsbevoegdheid niet onevenredig wordt geschaad. In verband hiermee kunnen de volgende bouwregels voor nieuwbouw worden gesteld:
a. er mag uitsluitend gebruik worden gemaakt van duurzame materialen die niet op het water uitlogen;
b. afvoer van regenwater wordt zodanig aangelegd dat de afvoer vertraagd plaatsvindt op het huidige oppervlaktewatersysteem;
c. de afstand tussen de bodem van de bebouwing (kelder/kruipruimte) en de slecht doorlatende laag in de bodem dient ten minste 20 cm te bedragen;
b. ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone – wijzigingsgebied 2’ de bestemming wordt gewijzigd in de bestemming Wonen, met dien verstande dat:
1. het aantal woningen per wijzigingsgebied niet meer bedraagt dan het ter plaatse aangeduide maximum aantal wooneenheden, met dien verstande dat er sprake dient te zijn van één hoofdmassa;
2. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels van artikel 12 van overeenkomstige toepassing zijn;
3. per hoofdgebouw voldoende parkeerplaatsen op eigen erf worden gerealiseerd;
4. een verzoek om wijziging van het plan gepaard gaat met een voorstel tot landschappelijke inpassing van de bebouwing;
5. de wijziging niet mag leiden tot een beperking van het functioneren van omliggende (agrarische) bedrijvigheid;
6. de geluidsbelasting op de woning niet meer mag bedragen dan de daarvoor geldende voorkeurswaarde of een hoger verkregen grenswaarde zoals bedoeld in de Wet geluidhinder;
7. rekening wordt gehouden met de mogelijke aanwezigheid van te beschermen planten- en diersoorten op grond van de Flora- en faunawet;
8. alvorens tot wijziging wordt overgegaan een hydrologisch onderzoek wordt uitgevoerd, met dien verstande dat de wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast indien uit het onderzoek is gebleken dat de waterhuishoudkundige waarde door toepassing van de wijzigingsbevoegdheid niet onevenredig wordt geschaad. In verband hiermee kunnen de volgende bouwregels voor nieuwbouw worden gesteld:
a. er mag uitsluitend gebruik worden gemaakt van duurzame materialen die niet op het water uitlogen;
b. afvoer van regenwater wordt zodanig aangelegd dat de afvoer vertraagd plaatsvindt op het huidige oppervlaktewatersysteem;
c. de afstand tussen de bodem van de bebouwing (kelder/kruipruimte) en de slecht doorlatende laag in de bodem dient ten minste 20 cm te bedragen;
c. ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone – wijzigingsgebied 3’ de bestemming wordt gewijzigd in de bestemming Wonen, met dien verstande dat:
1. het aantal woningen niet meer bedraagt dan het ter plaatse aangeduide maximum aantal wooneenheden;
2. het percentage sociale huur-, dan wel sociale koopwoningen ten minste 50% van het totaal aantal woningen in het wijzigingsgebied bedraagt;
3. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels van artikel 12 van overeenkomstige toepassing zijn;
4. per hoofdgebouw voldoende parkeerplaatsen op eigen erf worden gerealiseerd;
5. het wijzigingsplan een landschappelijk inpassingsplan bevat;
6. het gebruik van gronden en bouwwerken, welke na wijziging worden toegestaan, slechts is toegestaan indien de doorvertaling van de ruimtelijke randvoorwaarden conform het landschappelijk inpassingsplan is gerealiseerd en in stand wordt gehouden;
7. de wijziging niet mag leiden tot een beperking van het functioneren van omliggende (agrarische) bedrijvigheid;
8. de geluidsbelasting op de woning niet meer mag bedragen dan de daarvoor geldende voorkeurswaarde of een hoger verkregen grenswaarde zoals bedoeld in de Wet geluidhinder;
9. rekening wordt gehouden met de mogelijke aanwezigheid van te beschermen planten- en diersoorten op grond van de Flora- en faunawet;
10. alvorens tot wijziging wordt overgegaan een hydrologisch onderzoek wordt uitgevoerd, met dien verstande dat de wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast indien uit het onderzoek is gebleken dat de waterhuishoudkundige waarde door toepassing van de wijzigingsbevoegdheid niet onevenredig wordt geschaad. In verband hiermee kunnen de volgende bouwregels voor nieuwbouw worden gesteld:
a. er mag uitsluitend gebruik worden gemaakt van duurzame materialen die niet op het water uitlogen;
b. afvoer van regenwater wordt zodanig aangelegd dat de afvoer vertraagd plaatsvindt op het huidige oppervlaktewatersysteem;
c. de afstand tussen de bodem van de bebouwing (kelder/kruipruimte) en de slecht doorlatende laag in de bodem dient ten minste 20 cm te bedragen;
11. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het bebouwings- en landschapsbeeld, in de zin dat dit in overeenstemming dient te zijn met het beeldkwaliteitsplan zoals is opgenomen in de bijlagen;
12. de uitvoering van het totale gebied gegarandeerd dient te zijn alvorens tot wijziging wordt overgegaan;
13. gelijktijdig met de uitvoering van de wijzigingsbevoegdheid de toegang tot het gebied moet worden opgestart;
d. ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone – wijzigingsgebied 4’ de bestemming wordt gewijzigd in de bestemming Verkeer - Verblijf, met dien verstande dat na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels van artikel 11 van overeenkomstige toepassing zijn;
e. ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone – wijzigingsgebied 5’ de bestemming wordt gewijzigd in de bestemming Groen - Dorpsgroen, met dien verstande dat na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels van artikel 6 van overeenkomstige toepassing zijn;
f. ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone – wijzigingsgebied 6’ het naastgelegen agrarisch bouwvlak wordt vergroot, met dien verstande dat:
1. is aangetoond dat binnen de bestaande bouwvlak geen ruimte meer is voor de benodigde uitbreiding;
2. is aangetoond dat geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke en landschappelijke waarden, de geomorfologische, cultuurhistorische en archeologische waarden;
3. het wijzigingsplan een landschappelijk inpassingsplan bevat;
4. het gebruik van gronden en bouwwerken, welke na wijziging worden toegestaan, slechts is toegestaan indien de doorvertaling van de ruimtelijke randvoorwaarden conform het landschappelijk inpassingsplan is gerealiseerd en in stand wordt gehouden;
5. de waterbeheerder om advies is gevraagd in verband met de waterhuishoudkundige situatie en de maximaal te hanteren afvoernorm;
g. de bestemming Waarde - Archeologie 1 wordt aangebracht, mits door aanvullend historisch en/of archeologisch onderzoek archeologische waarden van terreinen naar voren komen;
h. de bestemming Waarde - Archeologie 2 wordt aangebracht, mits door aanvullend historisch en/of archeologisch onderzoek archeologische waarden van terreinen naar voren komen;
i. de bestemming Waarde - Archeologie 3 wordt aangebracht, mits door aanvullend historisch en/of archeologisch onderzoek archeologische waarden van terreinen naar voren komen.