De voor ‘Horeca’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a.gebouwen ten behoeve van:
1.een hotel, een café, een restaurant, een eethuisje, een cafetaria, een snackbar en/of een specialiteitenrestaurant;
2.een bedrijfswoning;
b.aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning;
met daaraan ondergeschikt:
c.groenvoorzieningen;
d.infrastructurele voorzieningen;
e.openbare nutsvoorzieningen;
f.parkeervoorzieningen;
g.waterhuishoudkundige voorzieningen;
met de daarbijbehorende:
h.tuinen, erven en terreinen;
i.bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde.
9. 2.Bouwregels
9. 2. 1. Voor het bouwen van de in lid 9.1. genoemde gebouwen gelden de volgende regels:
a. een gebouw zal binnen een bouwvlak worden gebouwd;
b. per bedrijf mag ten hoogste één bedrijfswoning worden gebouwd;
c. de bouwhoogte van gebouw zal ten hoogste de in het bouwvlak aangegeven hoogte bedragen.
9. 2. 2. Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning gelden de volgende regels:
a.de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning zal ten hoogste 80% van het oppervlak van de bedrijfswoning bedragen;
b.de breedte van een aan- of uitbouw, aangebouwd bijgebouwd of aangebouwde overkapping naast het bedrijfswoning zal ten hoogste de helft van de breedte van de voorgevel van het bedrijfswoning bedragen, met een maximum van 7,00 m. Indien het bedrijfswoning in de voorgevel smaller is dan 7,00 m zal de breedte van een aan- of uitbouw, aangebouwd bijgebouw of aangebouwde overkapping ten hoogste 3,50 m bedragen;
c.de bouwhoogte van platte aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen zal ten hoogste 3,00 m bedragen;
d.de goothoogte van aan- en uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en aangebouwde overkappingen zal ten hoogste 3,50 m bedragen dan wel ten hoogste de goothoogte van het bedrijfswoning;
e.de bouwhoogte van aan- of uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en aangebouwde overkappingen zal ten hoogste 7,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte ten minste 1,00 m lager is dan de bouwhoogte van de bedrijfswoning;
f.de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen en overkappingen zal ten hoogste 3,00 m bedragen;
g.de bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen en overkappingen zal ten hoogste 7,00 m bedragen;
h.een erker mag de bouwgrens / het bouwvlak of de voorgevelrooilijn overschrijden, mits:
-de afstand van de erker tot de perceelgrens ten minste 2,00 m bedraagt;
i.de breedte van een erker zal, buitenwerks gemeten, ten hoogste 50% van de breedte van de gevel van de bedrijfswoning waarin de erker geplaatst wordt bedragen;
j.de diepte van een erker zal, buitenwerks gemeten, ten hoogste 1,50 m bedragen;
k.de bouwhoogte van een erker zal ten hoogste 3,00 m bedragen;
l.aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen dienen op de zijdelingse perceelgrens, dan wel op een afstand van ten minste 1,00 m hiervan te worden gebouwd;
m.aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen dienen te worden gebouwd op een afstand van ten minste 1,00 achter het verlengde van de voorgevel en bij hoekwoningen bovendien op een afstand van ten minste 1,00 m achter het verlengde van de voorgevel van het naastliggende perceel, tenzij in het bestemmingsplan anders is aangegeven;
n.bij vrijstaande bedrijfswoningen dienen de aan- en uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en aangebouwde overkappingen zodanig te worden geplaatst dat aan één zijde een vrije strook overblijft met een breedte van ten minste 2,70, gerekend vanaf de zijdelingse perceelgrens.
9. 2. 3. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:
a.de bouwhoogte van vlaggenmasten zal ten hoogste 7,00 m bedragen;
b.de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel(s) van het bedrijfswoning c.q. het verlengde daarvan ten hoogste 1,00 m zal bedragen;
c.de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.
9. 3.Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen ten behoeve van een goede woonsituatie, de milieusituatie, de sociale veiligheid, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.
9. 4.Ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, ontheffing verlenen van:
-het bepaalde in lid 9.2.1. sub a. en toestaan dat een gebouw buiten het bouwvlak wordt gebouwd, mits:
-de oppervlakte van het gebouw buiten het bouwvlak ten hoogste 10% van de oppervlakte van het bouwvlak bedraagt.
9. 5.Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:
-het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een bar of een bar/-dancing.