Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat een bestemming ter plaatse van een bestaande bedrijfswoning wordt gewijzigd in de bestemming Wonen, met dien verstande dat:
a. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels van artikel 27 van overeenkomstige toepassing zijn;
b. aangetoond moet zijn dat geen sprake is van onevenredige schade voor de aangrenzende (agrarische) bedrijven, in die zin dat de bedrijven in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt;
c. de woonfunctie moet worden ondergebracht in de voormalige bedrijfswoning;
d. aangetoond moet zijn dat geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.