Artikel 22               Recreatie – Vakantiecentrum

 

22.1        Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Recreatie – Vakantiecentrum’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a      recreatiewoningen en stacaravans ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van recreatie – verblijfsrecreatie 1’;

b      standplaatsen ten behoeve van stacaravans en toeristisch kamperen en bijbehorende gemeenschappelijke voorzieningen, zoals sanitaire voorzieningen en wasserijruimte ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van recreatie – verblijfsrecreatie 2’;

c       standplaatsen ten behoeve van toeristisch kamperen, en bijbehorende gemeenschappelijke voorzieningen, zoals sanitaire voorzieningen en wasserijruimte, in combinatie met het behoud van de bosbodem ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van recreatie – verblijfsrecreatie 3’;

d      dagrecreatieve en centrale voorzieningen in de vorm van onder andere een zwembad en bijbehorende speelvoorzieningen, een midgetgolfbaan, sport- en speelvelden, een speeltuin, horecavoorzieningen, alsmede een squash-/saunaruimte, bowlingbanen, zaalaccommodatie, een winkel, een receptiegebouw ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van recreatie – dagrecreatie en centrale voorzieningen’;

e      bedrijfswoningen ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijfswoning’;

f        parkeervoorzieningen, per recreatiewoning en standplaats voor stacaravans wordt uitgegaan van minimaal 1,3 parkeerplaats, waarvan 1 plaats bij de standplaats of recreatiewoning en gezamenlijke parkeerplaatsen met ten minste 235 plaatsen ten behoeve van bezoekers, in elk geval ter plaatse van de aanduiding ‘parkeerterrein’;

g       tuinen, erven en verhardingen;

h      voorzieningen voor verkeer en verblijf;

i        groenvoorzieningen;

j        water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

 

alsmede voor:

k      de aanleg en instandhouding van groenvoorzieningen en de daarmee verband houdende landschappelijke waarden in het algemeen en in het bijzonder ter plaatse van de aanduiding ‘groen’, ter afscherming van de gronden in het plangebied van de daarbuiten gelegen gronden.

 

22.2        Bouwregels

 

22.2.1    ‘specifieke vorm van recreatie – verblijfsrecreatie 1’

Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van recreatie – verblijfsrecreatie 1’ gelden de volgende bepalingen:

a      Voor het bouwen van recreatiewoningen gelden de volgende bepalingen:

1      Recreatiewoningen mogen zowel vrijstaand als geschakeld worden gebouwd.

2      Het oppervlak van een recreatiewoning met bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 72 m².

3      De afstand tussen recreatiewoningen dan wel, wanneer de recreatiewoningen geschakeld worden gebouwd, tussen de clusters van recreatiewoningen, mag niet minder bedragen dan 10 m.

4      De goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 m.

5      De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5 m.

6      De recreatiewoningen dienen te worden voorzien van een kap met een dakhelling van niet meer dan 45º.

7      De inhoud van een recreatiewoning mag niet meer bedragen dan 250 m³.

8      Bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend aangebouwd worden gebouwd.

b      Voor het bouwen van stacaravans gelden de volgende bepalingen:

1      De oppervlakte van een stacaravan mag niet meer bedragen dan 50 m².

2      De bouwhoogte van een stacaravan mag niet meer bedragen dan 3,3 m.

3      De afstand tussen stacaravans mag niet minder bedragen dan 5 m.

4      De afstand van een stacaravan tot de bestemmingsgrens mag niet minder bedragen dan 10 m.

5      De afstand van een stacaravan tot de aanduidingsgrens mag niet minder bedragen dan 7,5 m.

c       Voor het bouwen van een berging c.q. sanitaire voorziening ten behoeve van een stacaravan gelden de volgende bepalingen:

1      Per standplaats ten behoeve van een stacaravan mag niet meer dan één gebouw worden gebouwd.

2      Het gebouw dient op de eigen standplaats te worden gebouwd.

3      De oppervlakte mag niet meer bedragen dan 8 m².

4      De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3 m.

 

22.2.2    ‘specifieke vorm van recreatie – verblijfsrecreatie 2’

Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van recreatie – verblijfsrecreatie 2’ gelden de volgende bepalingen:

a      Voor het bouwen van stacaravans gelden de volgende bepalingen:

1      De oppervlakte van een stacaravan mag niet meer bedragen dan 50 m².

2      De bouwhoogte van een stacaravan mag niet meer bedragen dan 3,3 m.

3      De afstand tussen stacaravans mag niet minder bedragen dan 5 m.

4      De afstand van een stacaravan tot de bestemmingsgrens mag niet minder bedragen dan 10 m.

5      De afstand van een stacaravan tot de aanduidingsgrens mag niet minder bedragen dan 7,5 m.

b      Voor het bouwen van een berging c.q. sanitaire voorziening ten behoeve van een stacaravan gelden de volgende bepalingen:

1      Per standplaats ten behoeve van een stacaravan mag niet meer dan één gebouw worden gebouwd.

2      Het gebouw dient op de eigen standplaats te worden gebouwd.

3      De oppervlakte mag niet meer bedragen dan 8 m².

4      De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3 m.

c       Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van gemeenschappelijke voorzieningen gelden de volgende bepalingen:

1      De oppervlakte van een gebouw mag niet meer bedragen dan 250 m².

2      De goothoogte mag niet meer bedragen dan 4 m.

3      De gezamenlijke oppervlakte van gebouwen mag niet meer bedragen dan 1.500 m².

4      De afstand van een gebouw tot de bestemmingsgrens mag niet minder bedragen dan 20 m.

 

22.2.3    ‘specifieke vorm van recreatie – verblijfsrecreatie 3’

Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van gemeenschappelijke voorzieningen ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van recreatie – verblijfsrecreatie 3’ gelden de volgende bepalingen:

a      De goothoogte mag niet meer bedragen dan 4 m.

b      De gezamenlijke oppervlakte van gebouwen mag niet meer bedragen dan 150 m².

c       De afstand van een gebouw tot de bestemmingsgrens mag niet minder bedragen dan 20 m.

 

22.2.4    ‘specifieke vorm van recreatie – dagrecreatie en centrale voorzieningen’

Voor het bouwen van gebouwen ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van recreatie – dagrecreatie en centrale voorzieningen’ gelden de volgende bepalingen:

a      De oppervlakte van een gebouw mag niet meer bedragen dan 1.500 m².

b      De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 9 m.

c       De gezamenlijke oppervlakte van gebouwen mag niet meer bedragen dan 4.000 m².

d      De afstand tot de bestemmingsgrens en de aanduidingsgrens mag niet minder bedragen dan 10 m.

 

22.2.5    Bedrijfswoningen

Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:

a      Bedrijfswoningen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijfswoning’.

b      Per aanduiding ‘bedrijfswoning’ is maximaal één bedrijfswoning toegestaan.

c       De inhoud van een bedrijfswoning mag niet minder bedragen dan 250 m³ en niet meer bedragen dan 900 m³.

d      De goothoogte mag niet meer bedragen dan 4,5 m.

e      De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 8 m.

f        Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:

1      De oppervlakte van een bijbehorend bouwwerk mag niet meer bedragen dan 30 m².

2      De gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 50 m².

3      De goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 m.

4      De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 4,5 m.

 

22.2.6    Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

a      Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd.

b      De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m.

c       De bouwhoogte van lichtmasten mag niet meer bedragen dan 18 m.

d      De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3,5 m.

 

22.3        Specifieke gebruiksregels

a      Ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van recreatie – verblijfsrecreatie 1’ mag het aantal vrijstaande recreatiewoningen niet meer bedragen dan 31.

b      Ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van recreatie – verblijfsrecreatie 1’ en specifieke vorm van recreatie – verblijfsrecreatie 2’ mag het gezamenlijke aantal standplaatsen voor stacaravans niet meer bedragen dan 339, waarbij de oppervlakte van een standplaats niet minder mag bedragen dan 150 m², met bijbehorende berging- c.q. sanitaire voorziening.

c       Ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van recreatie – verblijfsrecreatie 2’ en specifieke vorm van recreatie – verblijfsrecreatie 3’ mag:

1      het gezamenlijke aantal standplaatsen voor toeristisch kamperen niet meer bedragen dan 290,

2      de oppervlakte van een standplaats niet minder bedragen dan 80 m²;

3      de afstand van een onderkomen tot de bestemmingsgrens niet minder bedragen dan 10 m, en de afstand van een onderkomen tot de aanduidingsgrens mag niet minder bedragen dan 7,5 m.

 

22.4        Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

 

22.4.1    Werken en werkzaamheden

Het is in het algemeen en in het bijzonder ter plaatse van de aanduiding ‘groen’ verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:

a      het kappen en/of rooien van bomen en/of houtgewas.

 

22.4.2    Uitzonderingen

Het in lid 21.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

a      het normale onderhoud betreffen dan wel van ondergeschikte betekenis zijn en/of voortvloeien uit het normale gebruik overeenkomstig de bestemming;

b      reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit bestemmingsplan.

22.4.3    Toelaatbaarheid

De in lid 21.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de landschappelijke en/of natuurlijke  waarden van de gronden.