INHOUDSOPGAVE
Artikel 4 Agrarisch -
Agrarisch bedrijf
Artikel 5 Agrarisch met
waarden - Landschapswaarden
Artikel 6 Agrarisch met
waarden - Landschaps- en
natuurwaarden 1
Artikel 7 Agrarisch met
waarden - Landschaps- en
natuurwaarden 2
Artikel 9 Bedrijf -
Nutsvoorziening
Artikel 11 Groen -
Landschapselement
Artikel 14 Maatschappelijk
- Militair
Artikel 16 Recreatie -
Dagrecreatie
Artikel 17 Recreatie –
Recreatiewoning
Artikel 18 Recreatie –
Verblijfsrecreatie
Artikel 26 Waarde -
Archeologie 1
Artikel 27 Waarde -
Archeologie 2
Artikel 28 Waterstaat –
Natte natuurparel kernzone
Artikel 29 Waterstaat –
Natte natuurparel bufferzone
Artikel 30
Waterstaat
– Waterberging
Artikel 31
Anti-dubbeltelregel
Artikel 32 Algemene
bouwregels
Artikel 33 Algemene
gebruiksregels
Artikel 34
Algemene
aanduidingregels
Artikel 35 Algemene
ontheffingsregels
Artikel 36 Algemene
procedureregels
Bijlage: Staat van bedrijfsactiviteiten
plan:
het bestemmingsplan ‘Buitengebied Alphen-Chaam
bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO 1723.BPBG2010-VS01 met de bijbehorende regels en bijlagen.
AAB:
Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen.
aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolgde de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
aan-huis-verbonden bedrijf:
een bedrijf of het bedrijfsmatig uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid gericht op consumentenverzorging, geheel of gedeeltelijk door middel van handwerk, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende gebouwen, met behoud van woonfunctie, kan worden uitgeoefend.
aan-huis-verbonden beroep:
een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bijgebouwen met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend.
aardkundige waarden:
landschapswaarden die samenhangen met (abiotische) milieukenmerken, zoals geologie, geomorfologie, reliëf, grondwaterhuishouding (kwelgebieden), bodemopbouw/bodemsamenstelling, afzonderlijk of in onderlinge samenhang.
abiotische waarden:
het geheel van waarden in verband met het abiotisch milieu (= niet levende natuur), in de vorm van aardkundige en/of hydrologische kenmerken, zowel op zichzelf als in relatie tot de aanwezigheid of nabijheid van (ontwikkelingsmogelijkheden voor) een waardevol biotisch milieu (= levende natuur, gevormd door organismen en leefgemeenschappen).
afhankelijke
woonruimte:
een bijgebouw dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is.
agrarisch
bedrijf:
een bedrijf dat uitsluitend of in hoofdzaak is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen of het houden van dieren, waaronder mede wordt verstaan de met die activiteiten qua aard vergelijkbare activiteiten, zoals een productiegerichte paardenhouderij, inclusief pensionstal.
agrarisch bedrijf, grondgebonden:
een agrarisch bedrijf waarvan de productie geheel of in overwegende mate afhankelijk is van het voortbrengend vermogen van onbebouwde gronden behorend bij het bedrijf. Hieronder worden ook productiegerichte paardenhouderijen verstaan zoals fok- en opfokbedrijven, hengstenhouderij, paardenmelkerij, spermawinstation, handelsstal, stoeterij en/of sportstal, paardenpension;
agrarisch bedrijf, intensieve kwekerij:
een agrarisch bedrijf waarvan de productie niet in overwegende mate afhankelijk is van het voortbrengend vermogen van onbebouwde gronden behorend bij het bedrijf, niet zijnde een glastuinbouwbedrijf of intensieve veehouderij;
agrarisch bedrijf glastuinbouwbedrijf:
een niet-grondgebonden agrarisch bedrijf waarbij de productie geheel of overwegend gericht is op het telen van gewassen in kassen en/of hoge tunnels, welke ter plaatse (overwegend) permanent aanwezig zijn;
agrarisch bedrijf, intensieve veehouderij:
een niet-grondgebonden agrarisch bedrijf waarbij de productie geheel of overwegend gericht is op het houden van vee (mestvee, fokzeugen, mestvarkens, geiten), pluimvee of pelsdieren.
agrarisch hulpgebouw:
een gebouw, behorende bij een landbouwperceel/landbouwkavel, dat zowel
qua afmeting als in functioneel opzicht ondergeschikt is aan het (agrarisch)
hoofdgebruik.
Het gaat hierbij onder meer om dierenverblijven, schuilhutten, schuilgelegenheden, kapschuren etc.
archeologische verwachtingswaarden:
gronden met middelhoge tot hoge verwachtingswaarden, die kunnen bestaan uit de aanwezigheid van een bodemarchief met sporen van vroegere menselijke bewoning en/of grondgebruik daarin, en als zodanig van wetenschappelijk belang kunnen zijn en het cultuurhistorisch erfgoed kunnen vertegenwoordigen.
archeologische waarden:
waarden die bestaan uit de aanwezigheid van een
bodemarchief met sporen van vroegere menselijke
bewoning en/of grondgebruik daarin, en als zodanig van wetenschappelijk belang
zijn en het cultuurhistorisch erfgoed vertegenwoordigen.
bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
bedrijf:
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan-huis-verbonden beroepen daaronder niet begrepen.
bedrijfsgebouw:
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf.
bedrijfsvloeroppervlakte (bvo):
de totale vloeroppervlakte van de ruimte binnen een bouwwerk en/of op een terrein die wordt gebruikt voor de uitoefening een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke.
bedrijfswoning/dienstwoning:
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein, noodzakelijk is.
bestaande situatie:
a t.a.v. bebouwing:
bebouwing, zoals legaal aanwezig op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het bestemmingsplan, dan wel mag worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning;
b t.a.v. gebruik:
het gebruik van grond en opstallen, zoals legaal aanwezig op het tijdstip waarop het bestemmingsplan rechtskracht heeft verkregen.
bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak.
bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met een zelfde bestemming.
bijgebouw:
een vrijstaand gebouw, behorende bij een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw (de woning), dat qua afmeting en/of in functioneel opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw. Overkappingen worden aangemerkt als bijgebouw.
boerenterras:
een horecagelegenheid van ondergeschikte aard,
behorend bij een agrarisch bedrijf, met een oppervlakte van niet meer dan
boerderijsplitsing:
het opdelen, binnen de bestaande (hoofd)bouwmassa, van een woonboerderij in niet meer dan 2 woningen of een in de regels aangegeven ander maximum aantal woningen.
bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
bouwgrens:
de grens van een bouwvlak.
bouwlaag of verdieping(slaag):
een doorlopend gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren en balklagen/plafonds is begrensd, met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw/kelder en zolder/vliering.
bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
bouwperceelgrens:
de grens van een bouwperceel.
bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
cultuurhistorische waarden:
a het cultuurpatroon van een gebied, dat kenmerkend is voor het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van de gronden gemaakt heeft, zoals dat onder meer tot uitdrukking komt in de kavelindeling, de waterhuishouding, het bodemreliëf, de beplanting en de bebouwing;
b de aan een bouwwerk eigen zijnde waarde in verband met de herkenbaarheid van de in het verleden ontstane elementen van het bouwwerk in relatie tot de geschiedkundige ontwikkeling van het gebied; architectonische waarden worden hieronder mede begrepen.
dagrecreatie:
recreatieve activiteit die plaats vindt binnen een periode van een uur voor zonsopgang tot een uur na zonsondergang.
dak:
iedere bovenbeëindiging van een gebouw.
detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
dienstverlenende bedrijvigheid:
bedrijfsmatige activiteiten gericht op dienstverlening aan het publiek zoals een zorgboerderij, kinderopvang, medische zorg, groepspraktijk, adviesbureau, automatiseringsbedrijf.
eenheden:
een verblijfsruimte binnen een complex of gebouw bedoeld voor recreatief
nachtverblijf zoals logies en ontbijt of
gastenkamers.
extensief recreatief medegebruik:
een vorm van recreatief medegebruik die nauwelijks of geen invloed heeft op de in de bestemmingsomschrijving van de bestemmingen gegeven doeleinden.
extensiveringsgebied:
het, op basis van de begrenzing in het reconstructieplan, als zodanig aangeduide gebied.
functie:
doeleinden ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan is toegestaan.
gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt, waaronder overkappingen.
groepsaccommodatie:
een gebouw bestemd voor recreatief nachtverblijf van een groep of groepen van personen die hun hoofdverblijf elders hebben en waarbij wordt overnacht in gemeenschappelijke zalen en/of kamers.
hoofdfunctie:
een functie waarvoor het hoofdgebouw en/of gronden in hoofdzaak bedoeld is.
hoofdgebouw:
een gebouw dat op een bouwperceel, door zijn constructie, bouwmassa, ruimtelijke uitstraling en/of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als het belangrijkste bouwwerk is aan te merken, met dien verstande dat een woning te allen tijde als het hoofdgebouw wordt aangemerkt.
horeca:
een bedrijf waar bedrijfsmatig dranken en etenswaren voor consumptie ter plaatse worden verstrekt en/of waar bedrijfsmatig logies wordt verstrekt.
houtteelt:
de bedrijfsmatige uitoefening van uitsluitend de functie houtproductie op gronden die in principe hiervoor tijdelijk worden gebruikt en waarvoor daartoe ontheffing is verleend van de melding- en herplantplicht ex artikel 2 en 3 van de Boswet.
hydrologische waarde:
gronden met een betekenis binnen het watersysteem van het plangebied als infiltratiegebied, intermediair gebied en/of kwelgebied.
kampeerterrein:
terrein of plaats geheel of gedeeltelijk ingericht en blijkens die inrichting bestemd om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen van kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf.
kamperen:
overnachten in de vorm van verblijf in de openlucht, bijvoorbeeld in een tent, caravan, camper of een vergelijkbaar recreatief nachtverblijf.
kas:
een gebouw, waarvan de wanden en het dak geheel of grotendeels bestaan uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal, dienend tot het kweken van onder andere vruchten, bloemen, groente of planten.
kampeermiddel:
a een tent, een tentwagen, een kampeerauto of een caravan;
b enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of
gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde, één en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen of gewezen voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
kelder:
een geheel of gedeeltelijk ondergronds gelegen ruimte, die grotendeels is gesitueerd onder een bijbehorend bovengronds bouwwerk.
kleinschalige dagrecreatie:
dagrecreatieve voorzieningen bij agrarische bedrijven zoals een speeltuin, speelboerderij, sport en spel, fietsverhuur, huifkar, sauna, health-beauty-wellness, creatieve of kunstzinnige workshops.
kleinschalig kamperen:
kleinschalige recreatieve activiteiten waarbij niet meer dan 25 kampeermiddelen aan de orde zijn, zoals kamperen bij de boer, in de periode van 1 maart tot en met 31 oktober van enig kalenderjaar.
kleinschalig logeren:
kleinschalige recreatieve activiteiten in de vorm van logies en ontbijt tot een in de regels aangegeven maximum brutovloeroppervlakte, zoals logeren bij de boer, bed & breakfast e.d.
landbouwontwikkelingsgebied:
het, op basis van de begrenzing in het reconstructieplan, als zodanig aangeduide gebied.
landschapselementen:
ecologische en/of landschappelijke waardevolle
elementen zoals bosjes, houtwallen, poelen en moerasjes, in de regel kleiner
dan
landschapswaarden:
de aan een gebied toegekende waarde wat betreft het waarneembare deel van het aardoppervlak, welke wordt bepaald door de herkenbaarheid en identiteit van bodem, water, terreinvormen, niet-levende en levende natuur en het menselijk grondgebruik in onderlinge samenhang en wisselwerking.
landschapsontwikkelingsgebied:
een gebied dat aangeduid is voor een of andere vorm van landschapsontwikkeling. Voorbeelden zijn een RNLE, een zone beekherstel en een landschapsecologische zone.
maatschappelijke voorzieningen:
educatieve, (para)medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke, religieuze, onderwijsvoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsmede detailhandel en horeca in combinatie met en ondergeschikt aan deze voorzieningen.
manege:
een bedrijf dat gericht is op het lesgeven in paardrijden aan derden en daarvoor paarden en/of pony's houdt, zulks in combinatie met een of meer van de navolgende activiteiten of voorzieningen: het in pension houden van paarden en pony's, horeca-activiteiten (kantine, foyer e.d.), logies- en/of verenigingsaccommodatie en het houden van wedstrijden of andere evenementen.
mantelzorg:
het bieden van zorg aan een ieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband.
monument:
gedenkteken of gedenkzuil, dan wel een overblijfsel van een vroegere cultuur, kunst of nijverheid, met name uit het oogpunt van conservering.
natuurwaarden:
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de aanwezige flora en/of fauna in relatie met de bijbehorende abiotische randvoorwaarden (bodem, water, terreinvormen).
nevenactiviteiten:
activiteiten die in ruimtelijk en/of functioneel en/of bedrijfseconomisch opzicht ondergeschikt zijn aan de hoofdfunctie op een bouwperceel.
NGE:
Nederlandse Grootte Eenheid, een standaard eenheid voor de bepaling van de omvang van een agrarisch bedrijf zoals die gehanteerd word door het Landbouw Economisch Instituut (LEI).
perceelsgrens:
de begrenzing of afbakening van een specifiek kadastraal perceel, hier gelijk te stellen met een begrenzing van het eigendom op een dergelijk perceel.
permanente bewoning:
het gebruik van een gebouw of ander onderkomen als woonruimte op een wijze, die ingevolge de bepalingen van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens, noopt tot inschrijving van de bewoner(s) in het bevolkingsregister van de gemeente waarin dat gebouw is gelegen; of indien betrokkene op meer dan één adres woont, het gebruik van het gebouw of ander onderkomen als verblijf waar betrokkene naar redelijke verwachting gedurende een half jaar de meeste malen zal overnachten met dien verstande dat van permanente of tijdelijke bewoning voorts wordt geacht sprake te zijn wanneer buiten het zomerseizoen (dat loopt van 1 mei tot 1 oktober) in een kalenderjaar ter plaatse door betrokkene meer dan 70 maal nachtverblijf wordt gehouden en door betrokkene niet aannemelijk is of kan worden gemaakt, dat elders over een hoofdwoonverblijf kan worden beschikt.
productiegebonden detailhandel:
het te koop aanbieden, verkopen en/of leveren van agrarische producten, voor zover deze agrarische producten op het eigen bedrijf zijn geteeld of voortgebracht en hooguit op ambachtelijke wijze op het eigen bedrijf zijn verwerkt, en streekproducten aan particulieren.
productiegerichte paardenhouderij:
een paardenhouderij waar uitsluitend of in hoofdzaak handelingen aan en/of met paarden worden verricht die primair gericht zijn op het voortbrengen, africhten en trainen en verhandelen van paarden.
reconstructieplan:
het Reconstructieplan De Baronie, vastgesteld door Provinciale Staten d.d. 22 april 2005 en in werking getreden d.d. 8 juni 2005, inclusief de correctieve herziening, vastgesteld door Provinciale Staten d.d. 27 juni 2008 en in werking getreden d.d. 9 september 2008.
recreatief medegebruik:
een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan.
recreatieve voorziening:
voorzieningen bedoeld voor recreatief gebruik zoals musea, sportterreinen, speeltuinen, hondenoefenterreinen, dierenparken, openluchttheaters en groepsaccommodaties.
recreatiewoning:
een gebouw of woning bedoeld voor recreatief gebruik in de vorm van recreatief nachtverblijf voor recreanten, die hun hoofdverblijf elders hebben.
reëel agrarisch bedrijf:
een agrarisch bedrijf met een omvang, passend bij ten minste een halve arbeidskracht, met aannemelijk perspectief op volwaardigheid.
rijbak:
een onoverdekte voorziening bedoeld voor het berijden, africhten en laten bewegen van paarden.
ruimtelijke eenheid:
complex van bij elkaar behorende bouwwerken.
schuilgelegenheid:
een bouwwerk waarin vee kan schuilen, welke aan minimaal één zijde open is.
seksinrichting:
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon, seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub al dan niet in combinatie met elkaar.
semi-agrarisch bedrijf:
een niet-industrieel bedrijf dat gericht is op
het telen van en de handel in bloemen en planten en het verzorgen van dieren,
zoals een hoveniersbedrijf, tuincentrum, dierenkliniek en dierenpension alsmede
een bedrijf dat is gericht op het verlenen van
diensten aan agrarische bedrijven door middel van het telen van gewassen, het
houden van dieren, of de toepassing van andere landbouwkundige methoden, met uitzondering
van mestbewerking.
stacaravans:
onderkomens, onder welke benaming ook aangeduid, die uitsluitend of in hoofdzaak dienen of kunnen dienen tot nachtverblijf van een of meer personen, en die door de aanwezigheid van een chassis, assenstelsel en wielen wel over een korte afstand naar een vaste standplaats kunnen worden verreden, doch niet bestemd zijn om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen als een aanhangsel van een personenauto te worden voortbewogen.
Ook indien deze onderkomens wegens daaraan of daarbij aangebrachte wijzigingen of voorzieningen niet of niet meer geschikt zijn om te worden verreden, worden zij aangemerkt als stacaravan.
statische opslag:
binnenopslag van goederen die geen regelmatige verplaatsing behoeven en niet regelmatig worden verplaatst, niet bestemd zijn voor handel en niet worden opgeslagen voor een elders gevestigd niet-agrarisch bedrijf, zoals (seizoens)stalling van (antieke) auto’s, boten, caravans, campers en dergelijke.
streekproduct:
een product gemaakt met eigen grondstoffen en/of grondstoffen die als streekeigen worden beschouwd en algemeen aanvaard is als een traditioneel streekeigen product en naar ambachtelijke wijze vervaardigd is volgens de streektradities en waarbij streekproduct en bereidingsstreek moeten overeenkomen, zowel in de be- en verwerking van het eindproduct als in de omschrijving van de streek.
(teelt)ondersteunende voorzieningen:
(teelt)ondersteunende voorzieningen, die onderdeel zijn van de totale agrarische bedrijfsvoering van een (grondgebonden) open- of vollegronds tuin-bouwbedrijf(stak), boom- of vaste plantenteeltbedrijf(stak) en die gebruikt worden om de bedrijfsvoering te optimaliseren; hierdoor vindt (een deel van) de productie onder meer gecontroleerde omstandigheden plaats, waardoor gezorgd kan worden voor een verbetering van de productiekwaliteit en/of arbeidsomstandigheden, teeltvervroeging of -verlating en het terugdringen van gewasbeschermingsmiddelen en meststoffengebruik.
(teelt)ondersteunende kas:
een
teeltondersteunende voorziening, bestaande uit een agrarisch bedrijfsgebouw waarvan de wanden en het dek
voornamelijk bestaan uit glas of een ander lichtdoorlatend materiaal en dienend
voor de productie van gewassen onder geconditioneerde klimaatomstandigheden.
Hieronder vallen ook schuurkassen en permanente tunnel- of boogkassen (>
permanente (teeltondersteunende) voorzieningen:
teeltondersteunende voorzieningen die voor een periode langer dan 6 maanden worden gebruikt.
tijdelijke (teeltondersteunende) voorzieningen:
teeltondersteunende voorzieningen die op dezelfde locatie gebruikt kunnen worden zo lang de teelt dit vereist, met een minimum van 1 maand en een maximum van 6 maanden. Deze tijdelijke voorzieningen hebben een directe relatie met het grondgebruik. Hieronder worden verstaan folies, insectengaas, acryldoek, wandelkappen, schaduwhallen, hagelnetten, stellingen met eventueel regenkappen;
overige (teelt)ondersteunende voorzieningen
een permanente (teelt)ondersteunende
voorziening c.q. een bouwwerk in de vorm van een hek met afrastering, met een hoogte van niet meer dan
verbrede landbouw:
activiteiten bij een agrarisch bedrijf die voortvloeien uit de agrarische bedrijfsvoering en die ten dienste staan van het agrarische bedrijf zoals agrotoerisme, waaronder agrarisch natuurbeheer, bewerking en waardevermeerdering van ter plaats geproduceerde producten en zorgboerderijen.
verblijfsrecreatie:
het verblijf voor recreatieve doeleinden buiten de eerste woning, waarbij ten minste een nacht wordt doorgebracht, met uitzondering van overnachtingen bij familie en kennissen.
verkoopvloeroppervlakte:
de voor het publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) winkelruimte ten behoeve van de detailhandel.
verwevingsgebied:
het, op basis van de begrenzing in het reconstructieplan, als zodanig aangeduide gebied.
voorgevelrooilijn:
de denkbeeldige lijn die strak langs de voorgevel van het hoofdgebouw wordt getrokken tot aan de zijdelingse perceelsgrenzen.
volwaardig agrarisch bedrijf:
een agrarisch bedrijf dat jaarrond een arbeidsbehoefte of -omvang heeft van ten minste één volledige arbeidskracht, met een daarbij passend jaarinkomen, en waarvan het behoud ook op langere termijn in voldoende mate en op duurzame wijze is verzekerd, dat wil zeggen in zowel bedrijfseconomisch opzicht als op milieuhygiënisch verantwoorde wijze.
waterhuishoudkundige voorzieningen:
voorzieningen, die het waterhuishoudkundige belang dienen, zoals watergangen, waterlopen, kunstwerken, onderhoudsstroken ten behoeve van het beheer en onderhoud van een watergang of waterloop.
werk:
een constructie geen gebouw of bouwwerk zijnde.
woning:
een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden.
woonboerderij:
een gebouw dat bestaat uit een voormalige agrarische bedrijfswoning met de in hetzelfde ongelede gebouw opgenomen voormalige bedrijfsruimten, waarbij woon- en stalgedeelte van oudsher ongeleed aan elkaar verbonden zijn (bijvoorbeeld een langgevelboerderij of kortgevelboerderij).
zorgboerderij:
een locatie waar zorg wordt aangeboden in de vorm van dagopvang of dagactiviteiten.
Bij de toepassing
van deze regels wordt als volgt gemeten:
de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens:
de kortste afstand
van het verticale vlak in de zijdelingse perceelsgrens tot enig punt van het op
dat bouwperceel voorkomende bouwwerk.
de afstand tot de weg:
de afstand tot de
bebouwing en de as van de weg.
het bebouwd oppervlak van een bouwperceel:
de oppervlakte van
alle op een bouwperceel aanwezige bouwwerken tezamen.
het
bebouwingspercentage:
het oppervlak dat
met bouwwerken is bebouwd, uitgedrukt in procenten van de oppervlakte van het
bouwperceel, voor zover dat is gelegen binnen de bestemming, of binnen een in
de regels nader aan te duiden gedeelte van die bestemming.
de breedte, diepte c.q. lengte van een bouwwerk:
tussen de
buitenwerkse hoofdgevelvlakken en/of de harten van scheidingsmuren.
de dakhelling:
langs het dakvlak
ten opzichte van het horizontale vlak.
de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot
aan de bovenkant goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk
te stellen constructiedeel.
de inhoud van een bouwwerk:
tussen de
onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het
hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot
aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde,
met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen,
antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
de bouwhoogte van een windmolen:
vanaf het peil tot
en met de as van de molen.
de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de
buitenwerkse gevelvlakken en/of de harten van scheidingsmuren, neerwaarts
geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter
plaatse van het bouwwerk.
peil:
a voor gebouwen, waarvan de hoofdtoegang
onmiddellijk aan een weg grenst: de hoogte van de kruin van de weg;
b in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van
het aansluitende afgewerkte terrein.
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor
'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a agrarische doeleinden, in de vorm van agrarische
bodemexploitatie met bijbehorende voorzieningen, waaronder tijdelijke en
overige teeltondersteunende voorzieningen;
b verharde en onverharde paden, wegen en
parkeervoorzieningen;
c water en waterhuishoudkundige
voorzieningen;
d extensief recreatief medegebruik.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Algemeen
a De afstand tot de as van de weg waaraan
wordt gebouwd mag niet minder bedragen dan
b De afstand tot de zijdelingse
perceelsgrenzen van nieuwe te bouwen bouwwerken mag niet minder bedragen dan
3.2.2 Gebouwen
Op of in deze
gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
3.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen
van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
a
De bouwhoogte van tijdelijke en
overige teeltondersteunende voorzieningen mag niet meer bedragen dan
b De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen
gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan
3.3 Ontheffing van de bouwregels
3.3.1 Algemeen
Burgemeester en
wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in:
a lid 3.2.3 onder b voor het bouwen van
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een hogere hoogte tot
3.4 Wijzigingsbevoegdheid
3.4.1 Vormverandering bestemmingsvlak en/of bouwvlak ‘Agrarisch -Agrarisch
bedrijf’
Burgemeester en
wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen ten behoeve van de
vormverandering van het bestemmingsvlak en/of bouwvlak ‘Agrarisch - Agrarisch
bedrijf’, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
a De wijzigingsbevoegdheid kan uitsluitend
worden toegepast gelijktijdig met de wijzigingsbevoegdheid binnen de bestemming
‘Agrarisch - Agrarisch bedrijf’.
b De totale oppervlakte van het bestemmingsvlak en/of bouwvlak mag niet worden vergroot.
c Er dient sprake te zijn van een
zorgvuldige landschappelijke inpassing van de bedrijfsbebouwing op basis van
een erfbeplantingsplan.
3.4.2 Vergroting bestemmingsvlak en/of bouwvlak ‘Agrarisch - Agrarisch
bedrijf’
Burgemeester en
wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen ten behoeve van de
vergroting van het bestemmingsvlak en/of bouwvlak ‘Agrarisch - Agrarisch
bedrijf’, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
a Voor grondgebonden agrarische bedrijven
geldt, naast de voorwaarden genoemd in sub e, dat vergroting van het bouwvlak
is toegestaan tot een maximum van
b Voor intensieve veehouderijen ter plaatse van de aanduiding ´intensieve veehouderij´ geldt, naast de voorwaarden zoals genoemd onder e, dat vergroting van het bestemmingsvlak en/of bouwvlak uitsluitend is toegestaan voor die diercategorie(ën) die ten tijde van de inwerkingtreding van het Reconstructieplan werd(en) gehouden, indien dit noodzakelijk is om te kunnen voldoen aan de door de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren en de daarop gebaseerde besluiten gestelde huisvestingseisen, waarbij de vergroting niet meer mag bedragen dan 15% van het bouwvlak.
c
Voor glastuinbouwbedrijven ter
plaatse van de aanduiding ´glastuinbouw´ geldt, naast de voorwaarden zoals genoemd onder e, dat
vergroting van het bestemmingsvlak is toegestaan tot een maximum van
d Voor intensieve kwekerijen zoals aangeduid
naast de voorwaarden genoemd in sub e, geldt dat vergroting van het bouwvlak is
toegestaan tot een maximum van
e Naast de hiervoor per type agrarisch
bedrijf aangegeven voorwaarden, gelden in het algemeen de volgende voorwaarden:
1 De vergroting dient noodzakelijk te zijn voor een doelmatige agrarische bedrijfsontwikkeling van een reëel bedrijf.
2 De vergroting dient plaats te vinden aansluitend aan het bestaande bouwvlak.
3 Er sprake is van een voldoende landschappelijke inpassing van de bedrijfsbebouwing op basis van een erfbeplantingsplan.
4 Er mag geen sprake zijn van milieuhygiënische belemmeringen.
5 Vooraf dient advies ingewonnen te worden bij de AAB.
3.4.3 Wijziging naar Bos, Natuur of Groen -
Landschapselement
Burgemeester en
wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen in de bestemming ‘Bos’ ,
‘Natuur’ of ‘Groen – Landschapselement’ ten behoeve van behoud en/of
ontwikkeling van bos en/of natuur, waarbij moet worden voldaan aan de volgende
voorwaarden:
a De wijziging uitsluitend plaats kan vinden
ten behoeve van de realisatie van vastgesteld natuur- en landschapsbeleid voor
wat betreft de ecologische hoofdstructuur (EHS), het landschappelijk raamwerk
en bos-, natuur-, en/of landschapscompensatie in het gebied grenzend aan de
Ecologische HoofdStructuur (EHS) of in het kader van het bestemmen van de
landschappelijke inpassing bij de vormverandering of uitbreiding van de
bestemming Agrarisch - Agrarisch bedrijf.
b De wijziging is uitsluitend toegestaan als
de in het gebied aanwezige natuurwaarden, landschapswaarden, archeologische
waarden, cultuurhistorische waarden en hydrologische waarden niet onevenredig
worden aangetast.
3.4.4 Wijziging naar Water
Burgemeester en
wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen in de bestemming ‘Water’
ten behoeve van behoud en/of ontwikkeling van water, waarbij moet worden
voldaan aan de volgende voorwaarden:
a De wijziging uitsluitend plaats kan vinden
ten behoeve van de realisatie van vastgesteld natuur- en waterbeleid voor wat
betreft de ecologische hoofdstructuur (EHS), beekherstel, waterberging of
waterzuivering en bos-, natuur-, en/of landschapscompensatie in het gebied
grenzend aan de Ecologische HoofdStructuur (EHS).
b De wijziging is uitsluitend toegestaan als
de in het gebied aanwezige natuurwaarden, landschapswaarden, archeologische
waarde, cultuurhistorische waarden en hydrologische waarden niet onevenredig
worden aangetast.
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch
- Agrarisch bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a grondgebonden agrarische bedrijven met
dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding:
- 'intensieve veehouderij' tevens intensieve veehouderijen zijn toegestaan;
- 'glastuinbouw' tevens glastuinbouwbedrijven zijn toegestaan;
- 'intensieve
kwekerij’ tevens intensieve kwekerijen zijn toegestaan;
waarbij niet meer dan één bedrijf aanwezig mag zijn per bestemmingsvlak;
b bedrijfswoningen:
1 ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijfswoning’ is één bedrijfswoning toegestaan;
2 ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' mag het aantal bedrijfswoningen niet meer bedragen dan is aangegeven;
c aan-huis-verbonden beroepen of bedrijven;
d behoud en instandhouding van
cultuurhistorisch waardevolle panden ter plaatse van de aanduiding
‘cultuurhistorische waarden’;
e productiegebonden detailhandel, waarbij de
totale gezamenlijke verkoopvloeroppervlakte per agrarisch bedrijf niet meer mag
bedragen dan
f
kleinschalig logeren, waarbij de bruto-vloeroppervlakte niet meer mag
bedragen dan
g kleinschalig kamperen ter plaatse van de
aanduiding ‘specifieke vorm van agrarisch – kleinschalig kamperen’, waarbij de
bruto-vloeroppervlakte van de bebouwing niet meer mag bedragen dan
h overige aan de agrarische
bedrijfsactiviteiten ondergeschikte neven-activiteiten, zoals opgenomen in de
‘Tabel Agrarisch’;
i
paden, wegen en parkeervoorzieningen;
j
water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
k groenvoorzieningen;
l
opslag, bewerking en verwerking van dierlijke mest, afkomstig uit de
eigen bedrijfsvoering tot maximaal
4.2 Bouwregels
4.2.1 Algemeen
Voor het bouwen
van bouwwerken gelden in het algemeen de volgende bepalingen:
a Per bestemmingsvlak is bebouwing ten behoeve van niet meer dan één agrarisch bedrijf toegestaan. Indien tussen bestemmingsvlakken de aanduiding ‘relatie’ is aangegeven worden deze bestemmingsvlakken aangemerkt als één bestemmingsvlak.
b
Het bouwvlak mag volledig worden
bebouwd, met dien verstande dat de afstand tot de as van de weg waaraan wordt
gebouwd niet minder mag bedragen dan
c De
afstand van gebouwen tot de zijdelingse en achterste perceelsgrenzen mag niet
minder bedragen dan
d Er mogen uitsluitend bouwwerken ten
behoeve van reële agrarische bedrijven worden gebouwd.
e Gebouwen mogen uitsluitend binnen het
bouwvlak worden gebouwd, met uitzondering van (teeltondersteunende) kassen die
ook op het bestemmingsvlak mogen worden gebouwd. In het geval dat geen bouwvlak
binnen het bestemmingsvlak aanwezig is, mogen gebouwen op het gehele
bestemmingsvlak worden gebouwd.
f Het slopen van of het realiseren van vervangende nieuwbouw bij een woonboerderij ter plaatse van de aanduiding ‘cultuurhistorische waarden’ is niet toegestaan.
g Ten behoeve van nevenactiviteiten, zoals
aangegeven in de ‘Tabel Agrarisch’ mogen gebouwen worden gebouwd/gebruikt tot
de in de ‘Tabel Agrarisch’ opgenomen oppervlakte bedrijfsgebouwen.
4.2.2 Bedrijfsgebouwen
Voor het bouwen
van bedrijfsgebouwen gelden de volgende bepalingen:
a De goothoogte mag niet meer bedragen dan
b
De bouwhoogte mag niet meer
bedragen dan
c
Kassen mogen uitsluitend worden
gebouwd ten behoeve van glastuinbouwbedrijven ter plaatse van de aanduiding
'glastuinbouw' waarbij de oppervlakte niet meer mag bedragen dan
d De oppervlakte aan teeltondersteunende
kassen bij bedrijven die niet zijn aangeduid als ‘glastuinbouw’ mag niet meer
bedragen dan
4.2.3 Bedrijfswoningen
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:
a De inhoud van de woning mag niet meer
bedragen dan
b In afwijking van het bepaalde onder a
mogen woonboerderijen in hun geheel als bedrijfswoning worden benut.
c De goothoogte mag niet meer bedragen dan
d De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan
4.2.4 Bijgebouwen bij bedrijfswoningen
Voor het bouwen van
bijgebouwen bij bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:
a Bijgebouwen dienen op een afstand van ten
minste
b
De gezamenlijke oppervlakte mag
niet meer bedragen dan
c
De goothoogte mag niet meer
bedragen dan
d De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan
4.2.5 Recreatiewoningen
Voor het bouwen
van recreatiewoningen, ter plaatse van de aanduiding ‘recreatiewoning’ gelden
de volgende bepalingen:
a De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan
b Het aantal bouwlagen mag niet meer
bedragen dan 1.
c Het aantal recreatiewoningen mag niet meer
bedragen dan 6.
4.2.6 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen
van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
a De bouwhoogte van erf- en
terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan
b De bouwhoogte van lichtmasten, silo’s en
windmolens mag niet meer bedragen dan
c De bouwhoogte van sleufsilo’s en
mestzakken mag niet meer bedragen dan
d De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen
gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan
4.3 Ontheffing van de bouwregels
4.3.1 Algemeen
Burgemeester en
wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het
bepaalde in:
a lid 4.2.1 onder b voor het bouwen van
gebouwen op een afstand minder dan
b lid 4.2.2 onder a en b voor het bouwen van
bedrijfsgebouwen, met een hogere goothoogte tot maximaal
c lid 4.2.6 onder d voor het bouwen van
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde met een hogere bouwhoogte tot
4.3.2 Bouwwerken ten behoeve van seizoensarbeiders
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in 4.2 voor het plaatsen van stacaravans en woonunits of het gebruik van bestaande voor woondoeleinden ingerichte bedrijfsgebouwen ten behoeve van seizoensarbeiders onder de volgende voorwaarden:
a De huisvesting kan niet plaatsvinden in reguliere woningen (koop-/-huurwoningen), andere reguliere verblijfsvormen (hotel of pension), wooneenheden in gebouwencomplexen/grotere gebouwen (MOB complexen, oude scholen, oude kloosters) en/of de eigen bedrijfswoning.
b Huisvesting in bestaande bedrijfsgebouwen is toegestaan gedurende maximaal 8 maanden per kalenderjaar waarbij er geen separate wooneenheden mogen worden ingericht.
c Stacaravans en woonunits zijn toegestaan gedurende maximaal 8 maanden per kalenderjaar. Ze dienen de rest van het jaar verwijderd te zijn.
d De stacaravans en woonunits dienen te worden gebruikt voor de huisvesting van personen, wier huisvesting daar ter plaatse gelet op de bestemming van het gebouw of terrein noodzakelijk is vanwege een tijdelijk grote arbeidsbehoefte.
e
De stacaravans en woonunits dienen
te worden geplaatst binnen het bestaande bestemmingsvlak met een tussenruimte
van minimaal
f Per bestemmingsvlak zijn maximaal 10 stacaravans en woonunits toegestaan.
g
De oppervlakte van een stacaravan
of woonunit mag maximaal
h
De bouwhoogte van een stacaravan
of woonunit mag maximaal
i Er mag geen sprake zijn van milieuhygiënische belemmeringen.
j
Er dient te worden voorzien in een goede landschappelijke inpassing.
4.4 Specifieke gebruiksregels
4.4.1 Aan-huis-verbonden beroep of bedrijf
Gebruik van
ruimten binnen de bedrijfswoning en in de bijgebouwen bij de bedrijfswoning ten
behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroeps- of
bedrijfsactiviteit, wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt,
voor zover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits voldaan
wordt aan de volgende voorwaarden:
1
Maximaal 35% van de oppervlakte
van het vloeroppervlak van de bedrijfswoning met inbegrip van gerealiseerde
aan- en uitbouwen mag tot ten hoogste in totaal
2 Degene die de activiteiten uitvoert, dient tevens de bewoner van de woning te zijn.
3 Het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de par-keerbehoefte veroorzaken.
4 Bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan in milieucategorie 1 van de als bijlage opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten.
5 Er mag geen detailhandel plaatsvinden.
4.5 Ontheffing van de gebruiksregels
4.5.1 Verbrede landbouw en nevenactiviteiten
Burgemeester en
wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het
bepaalde in lid
4.1 onder a voor verbrede landbouw en nevenactiviteiten,
waarbij de
volgende bepalingen gelden:
a De agrarische functie op het perceel als
hoofdfunctie aanwezig en herkenbaar blijft.
b Voor verbrede landbouw en
nevenactiviteiten geldt dat de volgende functies bij het agrarische bedrijf
zijn toegestaan:
1
semi-agrarische bedrijven tot een
maximum gezamenlijke oppervlakte van
2
zorgboerderijen en
kinderboerderijen tot een maximum gezamenlijke oppervlakte van
3
sociale en educatieve
voorzieningen tot een maximum gezamenlijke oppervlakte van
4
recreatieve doeleinden en
kleinschalige dagrecreatie tot een maximum gezamenlijke oppervlakte van
5
inpandige statische opslag tot een
maximum gezamenlijke oppervlakte van
6
Bij cumulatie van functies mag de
maximale gezamenlijke oppervlakte niet meer bedragen dan
c Ondergeschikte horeca is toegestaan bij de
verbrede landbouw/nevenactiviteiten zoals genoemd in sub b onder 2 en 4,
waarbij de oppervlakte niet meer mag bedragen dan
d Buitenopslag ten behoeve van de verbrede
landbouw/nevenactiviteiten is niet toegestaan.
e De in het gebied aanwezige waarden mogen
niet onevenredig worden aangetast.
f
De verbrede landbouw en/of nevenactiviteit mag geen onevenredige
publieks- en/of verkeersaantrekkende werking tot gevolg hebben, dit mede in
relatie tot de aard van de omgeving en de weg waaraan de locatie gelegen is.
g De parkeerplaatsen moeten gerealiseerd
worden op eigen terrein.
h De verbrede landbouw en/of nevenactiviteit
mag geen onevenredige beperking opleveren van de bedrijfsvoering en
ontwikkelingsmogelijk-heden van omliggende (agrarische) bedrijven.
4.6 Wijzigingsbevoegdheid
4.6.1 Vormverandering
bestemmingsvlak en/of bouwvlak ‘Agrarisch -
Agrarisch bedrijf’
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen in één of meerdere aan deze bestemming grenzende bestemmingen 'Agrarisch', 'Agrarisch met waarden - Landschapswaarden', 'Agrarisch met waarden - Landschaps- en Natuurwaarden- 1', 'Agrarisch met waarden - Landschaps- en Natuurwaarden 2' ten behoeve van de vormverandering van het bestemmingsvlak en/of bouwvlak van deze bestemming, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
a De wijzigingsbevoegdheid uitsluitend kan worden toegepast gelijktijdig met de wijzigingsbevoegdheid binnen de aangrenzende bestemming(en).
b De totale oppervlakte van het bestemmingsvlak en/of bouwvlak mag niet worden vergroot.
c De in het gebied aanwezige waarden mogen niet onevenredig worden aangetast.
d Er dient sprake te zijn van een
zorgvuldige landschappelijke inpassing van de bedrijfsbebouwing op basis van
een erfbeplantingsplan.
4.6.2 Vergroting bouwvlak ‘Agrarisch - Agrarisch bedrijf’
Burgemeester en
wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen ten behoeve van de
vergroting van het bouwvlak ‘Agrarisch - Agrarisch bedrijf’, waarbij moet
worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
a voor grondgebonden agrarische bedrijven
geldt, naast de voorwaarden genoemd in sub e, dat vergroting van het bouwvlak
is toegestaan tot een maximum van
b voor intensieve veehouderijen ter plaatse van de aanduiding ´intensieve veehouderij´ geldt, naast de voorwaarden zoals genoemd onder e, dat vergroting van het bestemmingsvlak en/of bouwvlak uitsluitend is toegestaan voor die diercategorie(ën) die ten tijde van de inwerkingtreding van het Reconstructieplan werd(en) gehouden, indien dit noodzakelijk is om te kunnen voldoen aan de door de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren en de daarop gebaseerde besluiten gestelde huisvestingseisen, waarbij de vergroting niet meer mag bedragen dan 15% van het bouwvlak;
c Voor glastuinbouwbedrijven ter plaatse van
de aanduiding ´glastuinbouw´ geldt, naast de voorwaarden zoals genoemd onder e,
dat vergroting van het bestemmingsvlak is toegestaan tot een maximum van
d Voor intensieve kwekerijen zoals aangeduid
naast de voorwaarden genoemd in sub e, geldt dat vergroting van het bouwvlak is
toegestaan tot een maximum van
e
Naast de hiervoor per type agrarisch bedrijf aangegeven voorwaarden,
gelden in het algemeen de volgende voorwaarden:
1 De vergroting dient noodzakelijk te zijn voor een doelmatige agrarische bedrijfsontwikkeling van een reëel bedrijf.
2 De vergroting dient plaats te vinden aansluitend aan het bestaande bouwvlak.
3 Er sprake is van een voldoende landschappelijke inpassing van de bedrijfsbebouwing op basis van een erfbeplantingsplan.
4 Er mag geen sprake zijn van milieuhygiënische belemmeringen.
5 Vooraf dient advies ingewonnen te worden bij de AAB.
4.6.3 Verwijderen van de
aanduidingen ‘intensieve veehouderij’, ‘glastuinbouw’ en/of ‘intensieve
kwekerij’
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd
deze bestemming te wijzigen in die zin dat de aangegeven aanduiding ‘intensieve
veehouderij’, ‘glastuinbouw’ of ‘intensieve kwekerij’ wordt verwijderd indien
de betreffende intensieve veehouderij, glastuinbouwbedrijf of intensieve kwekerij
ter plaatse is beëindigd.
4.6.4 Wijzigen ten behoeve van omschakeling
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen in die zin dat aan bestemmingsvlakken zonder de aanduiding ‘intensieve kwekerij’ deze aanduiding wordt toegevoegd, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
a De wijziging naar ‘intensieve kwekerij’
mag uitsluitend plaatsvinden op bestemmingsvlakken die zijn gelegen binnen of
grenzend aan de bestemming ‘Agrarisch’ , 'Agrarisch met Waarden -
Landschapswaarden'.
b Het bestemmingsvlak mag niet worden
vergroot.
c De in de bestemmingsomschrijving waarden
mogen niet onevenredig worden aangetast.
d Er dient sprake te zijn van een
zorgvuldige landschappelijke inpassing van de bedrijfsbebouwing op basis van
een erfbeplantingsplan.
4.6.5 Wijzigen naar bestemming 'Wonen'
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen in de bestemming 'Wonen' voor zover het de voormalige agrarische bedrijfswoning betreft en indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
a Deze wijziging is niet toegestaan op
agrarische locaties ter plaatse van de aanduiding ‘Reconstructiewetzone -
Landbouwontwikkelingsgebied’.
b Wijziging vindt gelijktijdig plaats met
wijziging van de overige gronden naar de bestemming 'Agrarisch', 'Agrarisch met
waarden - Landschapswaarden', 'Agrarisch met waarden - Landschaps- en
Natuurwaarden- 1' en ‘Agrarisch met waarden - Landschaps- en Natuurwaarden –
c Het agrarisch bedrijf ter plaatse dient te
zijn beëindigd.
d Hergebruik van de gronden ten behoeve van
agrarische doeleinden redelijkerwijs niet langer mogelijk is.
e De oppervlakte bijgebouwen bij de woning
dient door sloop van overtollige bebouwing teruggebracht te worden tot
f
De wijziging van de bestemming mag geen onevenredige beperking
opleveren van de bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende
(agrarische) bedrijven.
g De nieuwe woning dient aanvaardbaar te zijn uit een oogpunt van een milieuhygiënisch verantwoord woon- en leefklimaat.
h De in het gebied aanwezige waarden mogen
niet onevenredig worden aangetast.
4.6.6 Wijziging in bestemming Groen - Landschapselement
Burgemeester en
wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen in
de bestemming
'Groen - Landschapselement' indien voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
a De wijziging vindt (ten behoeve van de
landschappelijke inpassing) gelijktijdig plaats met het toepassen van de
wijzigingsbevoegdheid om de bestemming Agrarisch - Agrarisch bedrijf van vorm
te veranderen of uit te breiden.
b De wijziging is uitsluitend toegestaan als
de in het gebied aanwezige natuurwaarden, landschapswaarden, archeologische
waarden, cultuurhistorische waarden en hydrologische waarden niet onevenredig
worden aangetast..
4.6.7 Wijziging ten behoeve van recreatieve voorzieningen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen in de bestemming ‘Recreactie – Dagrecreatie’ of ‘Recreatie – Verblijfsrecreatie’ ten behoeve van recreatieve voorzieningen in de vorm van dag- en verblijfsrecreatie indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
a Deze wijziging is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'overig bebouwingsconcentratie 1', 'overig - bebouwingsconcentratie 2', 'overig - bebouwingsconcentratie 3'.
b Hergebruik van de gronden ten behoeve van agrarische doeleinden redelijkerwijs niet langer mogelijk is.
c
De oppervlakte aan recreatieve
voorzieningen per vrijgekomen agrarische bedrijfslocatie dient door sloop van
overtollige bebouwing teruggebracht te worden tot
d
Wijziging vindt gelijktijdig
plaats met wijziging van de overige gronden naar de bestemming 'Agrarisch',
'Agrarisch met waarden - Landschapswaarden', 'Agrarisch met waarden -
Landschaps- en Natuurwaarden- 1' en ‘Agrarisch met waarden - Landschaps- en
Natuurwaarden –
e
Ondergeschikte horeca is
toegestaan tot een maximale oppervlakte van
f
De in het gebied aanwezige waarden mogen niet onevenredig worden
aangetast.
g De vestiging van recreatieve voorzieningen
mag geen onevenredige publieks- en/of verkeersaantrekkende werking tot gevolg
hebben, in relatie tot de aard van de omgeving en de weg waaraan de locatie
gelegen is.
h De wijziging mag geen onevenredige
beperking opleveren van de bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van
omliggende (agrarische) bedrijven.
4.6.8 Wijziging ten behoeve van opslag
Burgemeester en wethouders
zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen in
de bestemming
‘Bedrijf’ ten behoeve van de opslag van goederen indien
wordt voldaan aan
de volgende voorwaarden:
a De opslag dient zich te beperken tot statische opslag in bestaande gebouwen waarbij buitenopslag niet is toegestaan.
b Wijziging vindt gelijktijdig plaats met
wijziging van de overige gronden naar de bestemming 'Agrarisch', 'Agrarisch met
waarden - Landschapswaarden', 'Agrarisch met waarden - Landschaps- en
Natuurwaarden- 1' en ‘Agrarisch met waarden - Landschaps- en Natuurwaarden –
Hergebruik van de gronden ten behoeve van agrarische doeleinden redelijkerwijs
niet langer mogelijk is.
c De oppervlakte aan bedrijvigheid per
vrijgekomen agrarische bedrijfslocatie dient door sloop van overtollige
bebouwing teruggebracht te worden tot maximaal
d De in het gebied aanwezige waarden mogen
niet onevenredig worden aangetast.
e Opslag ten behoeve van een elders
gevestigd bedrijf is niet toegestaan.
f
De opslag mag geen onevenredige publieks- en/of verkeersaantrekkende
werking tot gevolg hebben, in relatie tot de aard van de omgeving en de weg
waaraan de locatie gelegen is.
g Detailhandel is niet toegestaan.
h De wijziging is niet toegestaan op locaties ter plaatse van de aanduiding ‘Reconstructiewetzone - Landbouwontwikkelingsgebied’
i
De wijziging mag geen onevenredige beperking opleveren van de
bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende (agrarische)
bedrijven.
4.6.9 Wijziging ten behoeve van semi-agrarische bedrijven
Burgemeester en
wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen in de bestemming ‘Bedrijf’
ten behoeve van het vestigen van agrarisch-technische en/of agrarisch-verwante
bedrijven, indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
a
Deze wijziging niet is toegestaan
op locaties gelegen in de bestemming ‘Agrarisch met Landschaps- en
natuurwaarden –
b
Wijziging vindt gelijktijdig
plaats met wijziging van de overige gronden naar de bestemming 'Agrarisch',
'Agrarisch met waarden - Landschapswaarden', 'Agrarisch met waarden -
Landschaps- en Natuurwaarden- 1' en ‘Agrarisch met waarden - Landschaps- en
Natuurwaarden –
c Hergebruik van de gronden ten behoeve van agrarische doeleinden redelijkerwijs niet langer mogelijk is.
d Het bouwvlak mag niet worden vergroot.
e
De oppervlakte aan bedrijvigheid
per vrijgekomen agrarische bedrijfslocatie dient door sloop van overtollige
bebouwing teruggebracht te worden tot
f De in het gebied aanwezige waarden mogen niet onevenredig worden aangetast.
g Buitenopslag is niet toegestaan.
h De wijziging mag geen onevenredige publieks- en/of verkeersaantrekkende werking tot gevolg hebben, in relatie tot de aard van de omgeving en de weg waaraan de locatie gelegen is.
i
De wijziging mag geen onevenredige beperking opleveren van de
bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende (agrarische)
bedrijven.
4.6.10 Wijziging ten behoeve van ambachtelijke bedrijven
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen in de bestemming ‘Bedrijf’ ten behoeve van het vestigen van ambachtelijke bedrijven, indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
a
Deze wijziging uitsluitend is
toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'overig - bebouwingsconcentratie 1',
'overig - bebouwingsconcentratie 2' en ‘overig –
bebouwingsconcentratie
b Wijziging vindt gelijktijdig plaats met
wijziging van de overige gronden naar de bestemming 'Agrarisch', 'Agrarisch met
waarden - Landschapswaarden', 'Agrarisch met waarden - Landschaps- en
Natuurwaarden- 1' en ‘Agrarisch met waarden - Landschaps- en Natuurwaarden –
c Hergebruik van de gronden ten behoeve van
agrarische doeleinden redelijkerwijs niet langer mogelijk is.
d Het bouwvlak mag niet worden vergroot.
e De vloeroppervlakte ten behoeve van de
verkoop van streekgebonden ambachtelijke producten mag niet meer dan
f
De oppervlakte aan bedrijvigheid per vrijgekomen agrarische
bedrijfslocatie dient door sloop van overtollige bebouwing teruggebracht te
worden tot
g De in het gebied aanwezige waarden mogen
niet onevenredig worden aangetast.
h Buitenopslag is niet toegestaan.
i De wijziging mag geen onevenredige publieks- en/of verkeersaantrek-kende werking tot gevolg hebben, in relatie tot de aard van de omgeving en de weg waaraan de locatie gelegen is.
j
De wijziging mag geen onevenredige beperking opleveren van de
bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende (agrarische)
bedrijven.
4.6.11 Wijziging ten behoeve van dienstverlenende bedrijvigheid
Burgemeester en
wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen in
een bestemming ten
behoeve van dienstverlenende bedrijvigheid indien
wordt voldaan aan
de volgende voorwaarden:
a Deze wijziging uitsluitend is toegestaan
ter plaatse van de aanduiding 'overig - bebouwingsconcentratie 1', 'overig -
bebouwingsconcentratie 2' en ‘overig – bebouwingsconcentratie 3‘.
b
Deze wijziging niet is toegestaan
op locaties grenzend aan of liggend in de bestemming ‘Agrarisch
met Landschaps- en natuurwaarden –
c Wijziging vindt gelijktijdig plaats met wijziging van de overige gronden naar de bestemming 'Agrarisch', 'Agrarisch met waarden - Landschapswaarden' en 'Agrarisch met waarden - Landschaps- en Natuurwaarden- 1', waarbij deze worden bestemd overeenkomstig de genoemde aangrenzende bestemmingen.
d Hergebruik van de gronden ten behoeve van
agrarische doeleinden redelijkerwijs niet langer mogelijk is.
e De oppervlakte aan dienstverlenende
bedrijven per vrijgekomen agrarische bedrijfslocatie dient door sloop van
overtollige bebouwing teruggebracht te worden tot
f
De in het gebied aanwezige waarden mogen niet onevenredig worden
aangetast.
g De vestiging mag geen onevenredige
publieks- en/of verkeersaantrekkende werking tot gevolg hebben, in relatie tot
de aard van de omgeving en de weg waaraan de locatie gelegen is.
h De vestiging mag geen onevenredige beperking opleveren van de bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende (agrarische) bedrijven.
i
De wijziging mag geen onevenredige beperking opleveren van de
bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende (agrarische)
bedrijven.
4.6.12 Wijziging naar Sport - Manege
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen inde bestemming ‘Sport – Manege’ ten behoeve van de vestiging van een manege indien voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
a Deze wijziging is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'overig - bebouwingsconcentratie 1'.
b Hergebruik van de gronden ten behoeve van agrarische doeleinden is redelijkerwijs niet langer mogelijk.
c Het bestemmingsvlak mag niet worden
vergroot.
d
De oppervlakte aan bestemmingsvlak
per vrijgekomen agrarische bedrijfslocatie dient door sloop van overtollige
bebouwing teruggebracht te worden tot maximaal
e De manege mag geen onevenredige publieks- en/of verkeersaantrekkende werking tot gevolg hebben.
f Buitenopslag en detailhandel zijn niet toegestaan.
g
Ondergeschikte horeca is
toegestaan waarbij de oppervlakte niet meer mag bedragen dan
h De in de bestemmingsomschrijving aangegeven waarden mogen niet onevenredig worden aangetast.
i De wijziging mag geen onevenredige beperking opleveren van de bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende (agrarische) bedrijven.
Tabel Agrarisch
Aanduiding |
Kern |
Straatnaam |
Huisnr. |
Oppervlakte |
Soort bedrijf |
|
|
|
|
bebouwing (m2) |
|
Sa-1 |
Alphen |
Boshoven |
35 |
775 |
agrarisch-technisch hulpbedrijf |
|
|
|
|
|
en graszodenkwekerij |
Sa-2 |
Alphen |
Boslust |
20 |
400 |
Zorgboerderij |
Sa-3 |
Bavel |
De Leeuwerik |
8 |
240 |
Verblijfsrecreatie |
Sa-4 |
Chaam |
Hemelstraat |
4 |
bestaand |
Zorgboerderij |
Sa-5 |
Strijbeek |
Strijbeekseweg |
23b |
230 |
Recreatieve nevenactiviteit: |
|
|
|
|
|
bedrijfsexcursies en workshops |
Sa-6 |
Strijbeek |
Grazenseweg |
7 |
500 |
Statische opslag |
Sa-7 |
Alphen |
Boslust |
15a |
300 |
Metaalbewerking |
Sa-8 |
Alphen |
Bredaseweg |
68 |
250 |
Hondenpension |
Sa-9 |
Alphen |
Looneind |
6 |
485 |
Kampeerboerderij |
Sa-10 |
Alphen |
Oosterwijksestraat |
27 |
345 |
Kampeerboerderij |
|
|
|
|
|
|
Sa-11 |
Chaam |
Nieuweweg |
3 |
850 |
Opslag |
Sa-11 |
Chaam |
Nieuweweg |
3 |
70 (per eenheid) |
Recreatiewoningen |
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch
met waarden - Landschapswaarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a agrarische doeleinden, in de vorm van
agrarische bodemexploitatie met bijbehorende voorzieningen, waaronder
tijdelijke en overige teeltondersteunende voorzieningen;
b verharde en onverharde paden, wegen en parkeervoorzieningen;
c water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
d extensief recreatief medegebruik;
e behoud, herstel en ontwikkeling van de
landschapswaarden in het algemeen en in het bijzonder voor:
-
aardkundig waardevolle gebieden, ter plaatse van de aanduiding
´specifieke vorm van agrarisch met waarden – aardkundig waardevol gebied´;
-
cultuurhistorisch waardevolle
akkers, ter plaatse van
de aanduiding ‘specifieke vorm van agrarisch met waarden – cultuurhistorisch
waardevolle akker’;
-
cultuurhistorische waardevolle
gebieden ter plaatse van
de aanduiding ‘specifieke vorm van agrarisch met waarden – cultuurhistorisch
waardevol gebied’;
-
landschapsontwikkelingsgebieden
ter plaatse van de
aanduiding ‘specifieke vorm van agrarisch met waarden – landschapsontwikkelingsgebied’
(RNLE).
5.2 Bouwregels
5.2.1 Algemeen
a De afstand tot de as van de weg waaraan
wordt gebouwd mag niet minder bedragen dan
b
De afstand tot de zijdelingse
perceelsgrenzen van nieuwe te bouwen bouwwerken mag niet minder bedragen dan
c Tijdelijke en overige teeltondersteunende voorzieningen zijn ter plaatse van de aanduiding ´specifieke vorm van agrarisch met waarden – cultuurhistorisch waardevolle akker' of ´specifieke vorm van agrarisch met waarden – cultuurhistorisch waardevol gebied´ niet toegestaan.
d De oppervlakte aan tijdelijke teeltondersteunende
voorzieningen mag per bestemmingsvlak en per agrarisch bedrijf niet meer dan
5.2.2 Gebouwen
Op of in deze
gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
5.2.3 Bouwwerken geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
a De bouwhoogte van tijdelijke en overige
teeltondersteunende voorzieningen mag niet meer bedragen dan
b De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen
gebouwen zijnde, mag
niet meer bedragen dan
5.3 Ontheffing van de bouwregels
5.3.1 Algemeen
Burgemeester en
wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in:
a lid 5.2.3 onder b voor het bouwen van
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een hogere hoogte tot
5.3.2 Ontheffing tijdelijke en overige
teeltondersteunende voorzieningen
Burgemeester en
wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 5.2.1.c
voor het oprichten van tijdelijke en overige teeltondersteunende voorzieningen,
waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
a De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan
b De in de bestemmingsomschrijving
aangegeven waarden mogen niet onevenredig worden aangetast.
c De oppervlakte aan tijdelijke
teeltondersteunende voorzieningen mag per bestemmingsvlak en per agrarisch
bedrijf niet meer dan
5.4 Specifieke
gebruiksregels
5.4.1 Strijdig gebruik
Onder strijdig
gebruik zoals bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt in ieder geval verstaan het
gebruik van de gronden ter plaatse van de aanduiding cultuurhistorisch
waardevolle akker en cultuurhistorisch waardevol gebied ten behoeve van
tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen voor zover geen bouwwerken zijnde.
5.5 Ontheffing van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 5.4.1 voor het gebruik van de gronden voor tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen voor zover geen bouwwerken zijnde waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarde:
a De in de bestemmingsomschrijving
aangegeven waarden mogen niet onevenredig worden aangetast.
5.6 Aanlegvergunning
5.6.1 Werken en werkzaamheden
Het is verboden
zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en
wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren
of te laten uitvoeren:
a Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - aardkundig waardevol gebied':
1
het verzetten of vergraven van
grond waarbij het maaiveld over meer dan
2
het omzetten van grond of
uitvoeren van bodemingrepen dieper dan
3 het verlagen van de grondwaterstand door aanleg van drainage of bemaling;
4 het aanleggen, dempen of wijzigen van (oevers, profiel, doorstroom-of bergingscapaciteit van) oppervlaktewateren.
b Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - cultuurhistorische waardevol gebied':
1
het verzetten of vergraven van
grond waarbij het maaiveld over meer dan
2 het aanleggen, dempen of wijzigen van (oevers, profiel, doorstroom-of bergingscapaciteit van) oppervlaktewateren;
3 het verwijderen of rooien van bos-, natuur- en landschapselementen en ander opgaand houtgewas zonder agrarische productiefunctie, daaronder begrepen solitaire bomen;
4 het aanleggen of aanplanten van bos-, natuur- en landschapselementen of ander opgaand houtgewas zonder agrarische productiefunctie;
5 het verwijderen van perceelsindelingen, zoals tot uiting komend in greppels, sloten, steilrand en het verwijderen van paden of onverharde wegen;
6
het aanleggen en/of verharden van
wegen, paden, parkeerterreinen of het aanbrengen van andere
oppervlakteverhardingen, anders dan containervelden, voor zover groter dan
c Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - cultuurhistorische waardevolle akker’:
1
het verzetten of vergraven van
grond waarbij het maaiveld over meer dan
2
het omzetten van grond of
uitvoeren van bodemingrepen dieper dan
3 het aanleggen, dempen of wijzigen van (oevers, profiel, doorstroom-of bergingscapaciteit van) oppervlaktewateren;
4 het verwijderen of rooien van bos-, natuur- en landschapselementen en ander opgaand houtgewas zonder agrarische productiefunctie, daaronder begrepen solitaire bomen;
5 het aanleggen of aanplanten van bos-, natuur- en landschapselementen of ander opgaand houtgewas zonder agrarische productiefunctie;
6
het aanleggen of aanplanten van
hoger dan
7 het verwijderen van perceelsindelingen, zoals tot uiting komend in greppels, sloten, steilrand en het verwijderen van paden of onverharde wegen;
8
het aanleggen en/of verharden van
wegen, paden, parkeerterreinen of het aanbrengen van andere
oppervlakteverhardingen, anders dan containervelden, voor zover groter dan
d Ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van agrarisch met waarden - landschapsontwikkelingsgebied’ (RNLE):
1 het verwijderen of rooien van bos-, natuur- en landschapselementen en ander opgaand houtgewas zonder agrarische productiefunctie, daaronder begrepen solitaire bomen;
2
het aanleggen en/of verharden van
wegen, paden, parkeerterreinen of het aanbrengen van andere
oppervlakteverhardingen, anders dan containervelden, voor zover groter dan
5.6.2 Uitzonderingen
Het in lid 5.6.1
vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
a het normale onderhoud en/of gebruik
betreffen;
b reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
c slechts mogen worden uitgevoerd met een
ontgrondingsvergunning die door de provincie Noord-Brabant wordt verleend.
5.6.3 Toelaatbaarheid
De in lid 5.6.1 genoemde
vergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt
gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de in de
bestemmingsomschrijving genoemde waarden. Alvorens te beslissen over het
verlenen van een aanlegvergunning winnen burgemeester en wethouders advies in
bij het waterschap, voor zover de afweging mede betrekking heeft op hydrologische
waardevol gebied.
5.7 Wijzigingsbevoegdheid
5.7.1 Vormverandering bestemmingsvlak en/of bouwvlak ‘Agrarisch -Agrarisch bedrijf’
Burgemeester en
wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen ten
behoeve van de
vormverandering het bestemmingsvlak en/of bouwvlak
‘Agrarisch -
Agrarisch bedrijf’, waarbij moet worden voldaan aan de volgende
voorwaarden:
a De wijzigingsbevoegdheid kan uitsluitend
worden toegepast gelijktijdig met de wijzigingsbevoegdheid binnen de bestemming
‘Agrarisch - Agrarisch bedrijf’.
b De totale oppervlakte van het
bestemmingsvlak en/of bouwvlak mag niet worden vergroot.
c De in de bestemmingsomschrijving aangegeven waarden mogen niet onevenredig worden aangetast.
d Er dient sprake te zijn van een
zorgvuldige landschappelijke inpassing van de bedrijfsbebouwing op basis van
een erfbeplantingsplan.
5.7.2 Vergroting bestemmingsvlak en/of bouwvlak ‘Agrarisch - Agrarisch bedrijf’
Burgemeester en
wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen ten behoeve van de
vergroting van het bestemmingsvlak en/of bouwvlak ‘Agrarisch - Agrarisch
bedrijf’, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
a Voor grondgebonden agrarische bedrijven
geldt, naast de voorwaarden genoemd in sub e, dat vergroting van het bouwvlak
is toegestaan tot een maximum van
b Voor intensieve veehouderijen ter plaatse van de aanduiding ´intensieve veehouderij´ geldt, naast de voorwaarden zoals genoemd onder e, dat vergroting van het bestemmingsvlak en/of bouwvlak uitsluitend is toegestaan voor die diercategorie(ën) die ten tijde van de inwerkingtreding van het Reconstructieplan werd(en) gehouden, indien dit noodzakelijk is om te kunnen voldoen aan de door de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren en de daarop gebaseerde besluiten gestelde huisvestingseisen, waarbij de vergroting niet meer mag bedragen dan 15% van het bouwvlak.
c Voor glastuinbouwbedrijven ter plaatse van
de aanduiding ´glastuinbouw´ geldt, naast de voorwaarden zoals genoemd onder e,
dat vergroting van het bestemmingsvlak is toegestaan tot een maximum van
d Voor intensieve kwekerijen zoals aangeduid
naast de voorwaarden genoemd in sub e, geldt dat vergroting van het bouwvlak is
toegestaan tot een maximum van
e Naast de hiervoor per type agrarisch
bedrijf aangegeven voorwaarden, gelden in het algemeen de volgende voorwaarden:
1 De vergroting dient noodzakelijk te zijn voor een doelmatige agrarische bedrijfsontwikkeling van een reëel bedrijf.
2 De vergroting dient plaats te vinden aansluitend aan het bestaande bouwvlak.
3 Er sprake is van een voldoende landschappelijke inpassing van de bedrijfsbebouwing op basis van een erfbeplantingsplan.
4 Er mag geen sprake zijn van milieuhygiënische belemmeringen.
5 Vooraf dient advies ingewonnen te worden bij de AAB.
5.7.3 Wijziging naar Bos, Natuur of Groen - Landschapselement
Burgemeester en
wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen in de bestemming ‘Bos’ ,
‘Natuur’ of ‘Groen – Landschapselement’ ten behoeve van behoud en/of
ontwikkeling van bos en/of natuur, waarbij moet worden voldaan aan de volgende
voorwaarden:
a De wijziging uitsluitend plaats kan vinden
ten behoeve van de realisatie van vastgesteld natuur- en landschapsbeleid voor
wat betreft de ecologische hoofdstructuur (EHS), het landschappelijk raamwerk
en bos-, natuur-, en/of landschapscompensatie in het gebied grenzend aan de
Ecologische HoofdStructuur (EHS) of in het kader van het bestemmen van de
landschappelijke inpassing bij de vormverandering of uitbreiding van de
bestemming Agrarisch - Agrarisch bedrijf.
b De wijziging is uitsluitend toegestaan als
de in het gebied aanwezige natuurwaarden, landschapswaarden, archeologische
waarden, cultuurhistorische waarden en hydrologische waarden niet onevenredig
worden aangetast.
5.7.4 Wijziging naar Water
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen in de bestemming ‘Water’ ten behoeve van behoud en/of ontwikkeling van water, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
a De wijziging uitsluitend plaats kan vinden
ten behoeve van de realisatie van vastgesteld natuur- en waterbeleid voor wat
betreft de ecologische hoofdstructuur (EHS), beekherstel, waterberging of
waterzuivering en bos-, natuur-, en/of landschapscompensatie in het gebied
grenzend aan de Ecologische HoofdStructuur (EHS).
b De wijziging is uitsluitend toegestaan als
de in het gebied aanwezige natuurwaarden, landschapswaarden, archeologische
waarde, cultuurhistorische waarden en hydrologische waarden niet onevenredig
worden aangetast.
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch
met waarden - landschaps- en natuurwaarden 1' aangewezen gronden zijn bestemd
voor:
a agrarische doeleinden, in de vorm van
agrarische bodemexploitatie met bijbehorende voorzieningen;
b verharde en onverharde paden, wegen en
parkeervoorzieningen;
c water en waterhuishoudkundige
voorzieningen;
d extensief recreatief medegebruik;
e behoud, herstel en ontwikkeling van de
landschapswaarden in het algemeen en in het bijzonder voor:
-
aardkundig
waardevolle gebieden, ter plaatse van de aanduiding ´specifieke vorm van agrarisch
met waarden –
aardkundig waardevol gebied´;
-
cultuurhistorisch
waardevolle akkers, ter plaatse van de aanduiding ´specifieke vorm van agrarisch
met waarden – cultuurhistorisch
waardevol, akker´;
-
cultuurhistorische
waardevolle gebieden, ter plaatse van de aanduiding ´specifieke vorm van agrarisch
met waarden – cultuurhistorisch
waardevol gebied´;
f
behoud, herstel en/of ontwikkeling van de natuurwaarden in het algemeen
en in het bijzonder voor:
-
kwetsbare
soort(en) ter plaatse van de aanduiding ´specifieke vorm van agrarisch met waarden – kwetsbare soort(en)´;
-
natuurontwikkelingsgebieden
ter plaatse van de aanduiding ´specifieke vorm van agrarisch met waarden – natuurontwikkelingsgebied´;
-
struweelvogels
ter plaatse van de aanduiding ´specifieke vorm van agrarisch met waarden – struweelvogels´;
-
weidevogels en ganzen ter plaatse van de aanduiding ´specifieke vorm van agrarisch
met waarden –
weidevogels en ganzen´.
6.2 Bouwregels
6.2.1 Algemeen
a De afstand tot de as van de weg waaraan
wordt gebouwd mag niet minder bedragen dan
b De afstand tot de zijdelingse
perceelsgrenzen van nieuwe te bouwen bouwwerken mag niet minder bedragen dan
6.2.2 Gebouwen
Op of in deze
gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
6.2.3 Bouwwerken geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen
van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
a
De
bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen
dan
6.3 Ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en
wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 6.2 voor
het bouwen van tijdelijke en overige teeltondersteunende voorzieningen, waarbij
moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
a
De bouwhoogte mag niet meer
bedragen dan
b
De oppervlakte mag per
bestemmingsvlak en per bedrijf niet meer bedragen dan
c De in de bestemmingsomschrijving aangegeven waarden mogen niet onevenredig worden aangetast.
6.4 Specifieke gebruiksregels
6.4.1 Strijdig gebruik
Onder strijdig
gebruik zoals bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt in ieder geval verstaan het
gebruik van de gronden ten behoeve van tijdelijke teeltondersteunende
voorzieningen voor zover geen bouwwerken zijnde.
6.5 Ontheffing van de gebruiksregels
Burgemeester en
wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 6.4.1
voor het gebruik van de gronden voor tijdelijke teeltondersteunende
voorzieningen voor zover geen bouwwerken zijnde waarbij moet worden voldaan aan
de volgende voorwaarde:
a De in de bestemmingsomschrijving
aangegeven waarden mogen niet onevenredig worden aangetast.
6.6 Aanlegvergunning
6.6.1 Werken en werkzaamheden
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
a Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - aardkundig waardevol gebied':
1
het verzetten of vergraven van
grond waarbij het maaiveld over meer dan
2
het omzetten van grond of
uitvoeren van bodemingrepen dieper dan
3 het verlagen van de grondwaterstand door aanleg van drainage of bemaling;
4 het aanleggen, dempen of wijzigen van (oevers, profiel, doorstroom-of bergingscapaciteit van) oppervlaktewateren.
b Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - cultuurhistorische waardevol gebied':
1
het verzetten of vergraven van
grond waarbij het maaiveld over meer dan
2 het aanleggen, dempen of wijzigen van (oevers, profiel, doorstroom-of bergingscapaciteit van) oppervlaktewateren;
3 het verwijderen of rooien van bos-, natuur- en landschapselementen en ander opgaand houtgewas zonder agrarische productiefunctie, daaronder begrepen solitaire bomen;
4 het aanleggen of aanplanten van bos-, natuur- en landschapselementen of ander opgaand houtgewas zonder agrarische productiefunctie;
5 het verwijderen van perceelsindelingen, zoals tot uiting komend in greppels, sloten, steilrand en het verwijderen van paden of onverharde wegen;
6
het aanleggen en/of verharden van
wegen, paden, parkeerterreinen of het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen,
anders dan containervelden, voor zover groter dan
c Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - cultuurhistorische waardevolle akker’:
1
het verzetten of vergraven van
grond waarbij het maaiveld over meer dan
2
het omzetten van grond of
uitvoeren van bodemingrepen dieper dan
3 het aanleggen, dempen of wijzigen van (oevers, profiel, doorstroom-of bergingscapaciteit van) oppervlaktewateren;
4 het verwijderen of rooien van bos-, natuur- en landschapselementen en ander opgaand houtgewas zonder agrarische productiefunctie, daaronder begrepen solitaire bomen;
5 het aanleggen of aanplanten van bos-, natuur- en landschapselementen of ander opgaand houtgewas zonder agrarische productiefunctie;
6
het aanleggen of aanplanten van
hoger dan
7 het verwijderen van perceelsindelingen, zoals tot uiting komend in greppels, sloten, steilrand en het verwijderen van paden of onverharde wegen;
8
het aanleggen en/of verharden van
wegen, paden, parkeerterreinen of het aanbrengen van andere
oppervlakteverhardingen, anders dan containervelden, voor zover groter dan
d Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden – leefgebied kwetsbare soorten':
1
het verzetten of vergraven van
grond waarbij het maaiveld over meer dan
2
het omzetten van grond of
uitvoeren van bodemingrepen dieper dan
3 het verlagen van de grondwaterstand door aanleg van drainage of bemaling;
4 het aanleggen, dempen of wijzigen van (oevers, profiel, doorstroom-of bergingscapaciteit van) oppervlaktewateren;
5 het verwijderen of rooien van bos-, natuur- en landschapselementen en ander opgaand houtgewas zonder agrarische productiefunctie;
6
het aanleggen of aanplanten van
hoger dan
7 het permanent (voor meer dan 2 jaar aaneengesloten) omzetten van grasland naar een ander bodemcultuur;
8 het verwijderen van perceelsindelingen, zoals tot uiting komend in greppels, sloten, steilrand en het verwijderen van paden of onverharde wegen;
9
het aanleggen en/of verharden van
wegen, paden, parkeerterreinen of het aanbrengen van andere
oppervlakteverhardingen, anders dan containervelden, voor zover groter dan
e Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden – natuurontwikkelingsgebied':
1
het verzetten of vergraven van
grond waarbij het maaiveld over meer dan
2
het omzetten van grond of
uitvoeren van bodemingrepen dieper dan
3 het verlagen van de grondwaterstand door aanleg van drainage of bemaling;
4 het aanleggen, dempen of wijzigen van (oevers, profiel, doorstroom-of bergingscapaciteit van) oppervlaktewateren;
5 het verwijderen of rooien van bos-, natuur- en landschapselementen en ander opgaand houtgewas zonder agrarische productiefunctie, daaronder begrepen solitaire bomen;
6
het aanleggen en/of verharden van
wegen, paden, parkeerterreinen of het aanbrengen van andere
oppervlakteverhardingen, anders dan containervelden, voor zover groter dan
f Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden – struweelvogels':
1 het verwijderen of rooien van bos-, natuur- en landschapselementen en ander opgaand houtgewas zonder agrarische productiefunctie, daaronder begrepen solitaire bomen;
2 het verwijderen van perceelsindelingen, zoals tot uiting komend in greppels, sloten, steilrand en het verwijderen van paden of onverharde wegen;
3
het aanleggen en/of verharden van
wegen, paden, parkeerterreinen of het aanbrengen van andere
oppervlakteverhardingen, anders dan containervelden, voor zover groter dan
g Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden – weidevogels en ganzen':
1
het verzetten of vergraven van
grond waarbij het maaiveld over meer dan
2
het omzetten van grond of
uitvoeren van bodemingrepen dieper dan
3 het verlagen van de grondwaterstand door aanleg van drainage of bemaling;
4 het aanleggen, dempen of wijzigen van (oevers, profiel, doorstroom- of bergingscapaciteit van) oppervlaktewateren;
5 het verwijderen of rooien van bos-, natuur- en landschapselementen en ander opgaand houtgewas zonder agrarische productiefunctie, daaronder begrepen solitaire bomen;
6
het aanleggen of aanplanten van
hoger dan
7 het permanent (voor meer dan 2 jaar aaneengesloten) omzetten van grasland naar een ander bodemcultuur;
8
het aanleggen en/of verharden van
wegen, paden, parkeerterreinen of het aanbrengen van andere
oppervlakteverhardingen, anders dan containervelden, voor zover groter dan
6.6.2 Uitzonderingen
Het in lid 6.6.1
vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
a het normale onderhoud en/of gebruik
betreffen;
b reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
c slechts mogen worden uitgevoerd met een
ontgrondingsvergunning die door de provincie Noord-Brabant wordt verleend.
6.6.3 Toelaatbaarheid
De in lid 6.6.1
genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige
afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de in
de bestemmingsomschrijving genoemde waarden.
6.7 Wijzigingsbevoegdheid
6.7.1 Vormverandering
bestemmingsvlak en/of bouwvlak ‘Agrarisch -
Agrarisch bedrijf’
Burgemeester en
wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen ten
behoeve van de
vormverandering van het bestemmingsvlak en/of bouwvlak
‘Agrarisch -
Agrarisch bedrijf’, waarbij moet worden voldaan aan de volgende
voorwaarden:
a De wijzigingsbevoegdheid uitsluitend kan
worden toegepast gelijktijdig met de wijzigingsbevoegdheid binnen de bestemming
‘Agrarisch - Agrarisch bedrijf’.
b De totale oppervlakte van het
bestemmingsvlak en/of bouwvlak mag niet worden vergroot.
c De in de bestemmingsomschrijving aangegeven
waarden mogen niet onevenredig worden aangetast.
d Er dient sprake te zijn van een
zorgvuldige landschappelijke inpassing van de bedrijfsbebouwing op basis van
een erfbeplantingsplan.
6.7.2 Vergroting bestemmingsvlak en/of bouwvlak ‘Agrarisch - Agrarisch bedrijf’
Burgemeester en
wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen ten behoeve van de
vergroting van het bestemmingsvlak en/of bouwvlak ‘Agrarisch - Agrarisch
bedrijf’, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
a Voor grondgebonden agrarische bedrijven geldt, naast de voorwaarden genoemd in sub e, dat vergroting van het bouwvlak is toegestaan met maximaal 15%.
b
Voor intensieve veehouderijen ter plaatse van de aanduiding ´intensieve
veehouderij´ geldt, naast de voorwaarden zoals genoemd onder e, dat vergroting
van het bestemmingsvlak en/of bouwvlak uitsluitend is toegestaan voor die
diercategorie(ën) die ten tijde van de inwerkingtreding van het
Reconstructieplan werd(en) gehouden, indien dit noodzakelijk is om te kunnen
voldoen aan de door de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren en de daarop
gebaseerde besluiten gestelde huisvestingseisen, waarbij de vergroting niet
meer mag bedragen dan 15% van het bouwvlak.
c
Voor glastuinbouwbedrijven ter plaatse van de aanduiding ´glastuinbouw´
geldt dat vergroting van het bestemmingsvlak en/of bouwvlak niet is toegestaan.
d
Voor intensieve kwekerijen ter plaatse van de aanduiding ´intensieve
kwekerij´ geldt dat vergroting van het bestemmingsvlak en/of bouwvlak niet is
toegestaan.
e
Naast de hiervoor per type agrarisch bedrijf aangegeven voorwaarden,
gelden in het algemeen de volgende voorwaarden:
1 De vergroting dient noodzakelijk te zijn voor een doelmatige agrarische bedrijfsontwikkeling van een reëel bedrijf.
2 De vergroting dient plaats te vinden aansluitend aan het bestaande bouwvlak.
3 Er sprake is van een voldoende landschappelijke inpassing van de bedrijfsbebouwing op basis van een erfbeplantingsplan.
4 Er mag geen sprake zijn van milieuhygiënische belemmeringen.
5 Vooraf dient advies ingewonnen te worden bij de AAB.
6.7.3 Wijziging naar Bos, Natuur of Groen - Landschapselement
Burgemeester en
wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen in de bestemming ‘Bos’ of
‘Natuur’ ten behoeve van behoud en/of ontwikkeling van bos en/of natuur, waarbij
moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
a De wijziging kan uitsluitend plaatsvinden
ten behoeve van de realisatie van vastgesteld natuur- en landschapsbeleid voor
wat betreft de ecologische hoofdstructuur (EHS), het landschappelijk raamwerk
en bos-, natuur-, en/of landschapscompensatie in het gebied grenzend aan de
Ecologische HoofdStructuur (EHS) of in het kader van het bestemmen van de
landschappelijke inpassing bij de vormverandering of uitbreiding van de
bestemming Agrarisch - Agrarisch bedrijf.
b De wijziging is uitsluitend toegestaan als
de in het gebied aanwezige natuurwaarden, landschapswaarden, archeologische
waarden, cultuurhistorische waarden en hydrologische waarden niet onevenredig
worden aangetast.
6.7.4 Wijziging naar Water
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen in de bestemming ‘Water’ ten behoeve van behoud en/of ontwikkeling van water, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
a De wijziging kan uitsluitend plaatsvinden ten behoeve van de realisatie van vastgesteld natuur- en waterbeleid voor wat betreft de ecologische hoofdstructuur (EHS), beekherstel, waterberging of waterzuivering en bos-, natuur-, en/of landschapscompensatie in het gebied grenzend aan de Ecologische HoofdStructuur (EHS).
b De wijziging is uitsluitend toegestaan als de in het gebied aanwezige natuurwaarden, landschapswaarden, archeologische waarde, cultuurhistorische waarden en hydrologische waarden niet onevenredig worden aangetast.
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch
met waarden - Landschaps- en natuurwaarden 2' aangewezen gronden zijn bestemd
voor:
a agrarische doeleinden, in de vorm van
agrarische bodemexploitatie met bijbehorende voorzieningen;
b verharde en onverharde paden, wegen en
parkeervoorzieningen;
c water en waterhuishoudkundige
voorzieningen;
d extensief recreatief medegebruik;
e behoud, herstel en ontwikkeling van de landschapswaarden
in het algemeen en in het bijzonder voor:
-
aardkundig
waardevolle gebieden, ter plaatse van de aanduiding ´specifieke vorm van agrarisch
met waarden –
aardkundig waardevol gebied´;
-
cultuurhistorisch
waardevolle akkers, ter plaatse van de aanduiding ´specifieke vorm van agrarisch
met waarden –
cultuurhistorisch waardevolle akker´;
-
cultuurhistorische
waardevolle gebieden ter plaatse van de aanduiding ´specifieke vorm van agrarisch
met waarden – cultuurhistorisch
waardevol gebied´;
f
behoud, herstel en/of ontwikkeling van de natuurwaarden in het algemeen
en in het bijzonder voor:
-
kwetsbare
soort(en) ter plaatse van de aanduiding ´specifieke vorm van agrarisch met waarden – kwetsbare soort(en)´;
-
natuurontwikkelingsgebieden
ter plaatse van de aanduiding ´specifieke vorm van agrarisch met waarden – natuurontwikkelingsgebied´;
-
struweelvogels
ter plaatse van de aanduiding ´specifieke vorm van agrarisch met waarden – struweelvogels´;
-
weidevogels
en ganzen ter plaatse van de aanduiding ´specifieke vorm van agrarisch met waarden – weidevogels en ganzen´.
7.2 Bouwregels
7.2.1 Algemeen
a De afstand tot de as van de weg waaraan
wordt gebouwd mag niet minder bedragen dan
b De afstand tot de zijdelingse
perceelsgrenzen van nieuwe te bouwen bouwwerken mag niet minder bedragen dan
7.2.2 Gebouwen
Op of in deze
gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
7.2.3 Bouwwerken geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen
van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
a
De bouwhoogte
van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan
7.3 Aanlegvergunning
7.3.1 Werken en werkzaamheden
Het is verboden
zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en
wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren
of te laten uitvoeren:
a Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - aardkundig waardevol gebied':
1
het verzetten of vergraven van
grond waarbij het maaiveld over meer dan
2
het omzetten van grond of
uitvoeren van bodemingrepen dieper dan
3 het verlagen van de grondwaterstand door aanleg van drainage of bemaling;
4 het aanleggen, dempen of wijzigen van (oevers, profiel, doorstroom-of bergingscapaciteit van) oppervlaktewateren.
b Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - cultuurhistorische waardevol gebied':
1
het verzetten of vergraven van
grond waarbij het maaiveld over meer dan
2 het aanleggen, dempen of wijzigen van (oevers, profiel, doorstroom-of bergingscapaciteit van) oppervlaktewateren;
3 het verwijderen of rooien van bos-, natuur- en landschapselementen en ander opgaand houtgewas zonder agrarische productiefunctie, daaronder begrepen solitaire bomen;
4 het aanleggen of aanplanten van bos-, natuur- en landschapselementen of ander opgaand houtgewas zonder agrarische productiefunctie;
5 het verwijderen van perceelsindelingen, zoals tot uiting komend in greppels, sloten, steilrand en het verwijderen van paden of onverharde wegen;
6
het aanleggen en/of verharden van
wegen, paden, parkeerterreinen of het aanbrengen van andere
oppervlakteverhardingen, anders dan containervelden, voor groter dan
c Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - cultuurhistorische waardevolle akker’:
1
het verzetten of vergraven van
grond waarbij het maaiveld over meer dan
2
het omzetten van grond of
uitvoeren van bodemingrepen dieper dan
3 het aanleggen, dempen of wijzigen van (oevers, profiel, doorstroom-of bergingscapaciteit van) oppervlaktewateren;
4 het verwijderen of rooien van bos-, natuur- en landschapselementen en ander opgaand houtgewas zonder agrarische productiefunctie;
5 het verwijderen of rooien van bos-, natuur- en landschapselementen en ander opgaand houtgewas zonder agrarische productiefunctie, daaronder begrepen solitaire bomen;
6
het aanleggen of aanplanten van
hoger dan
7 het verwijderen van perceelsindelingen,
zoals tot uiting komend in greppels, sloten, steilrand en het verwijderen van
paden of onverharde wegen;
8 het aanleggen en/of verharden van wegen,
paden, parkeerterreinen of het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen, anders dan
containervelden, voor groter dan
d Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden – leefgebied kwetsbare soorten':
1
het verzetten of vergraven van
grond waarbij het maaiveld over meer dan
2
het omzetten van grond of
uitvoeren van bodemingrepen dieper dan
3 het verlagen van de grondwaterstand door aanleg van drainage of bemaling;
4 het aanleggen, dempen of wijzigen van (oevers, profiel, doorstroom-of bergingscapaciteit van) oppervlaktewateren;
5 het verwijderen of rooien van bos-, natuur- en landschapselementen en ander opgaand houtgewas zonder agrarische productiefunctie, daaronder begrepen solitaire bomen;
6
het aanleggen of aanplanten van
hoger dan
7 het permanent (voor meer dan 2 jaar aaneengesloten) omzetten van grasland naar een ander bodemcultuur;
8 het verwijderen van perceelsindelingen, zoals tot uiting komend in greppels, sloten, steilrand en het verwijderen van paden of onverharde wegen;
9
het aanleggen en/of verharden van
wegen, paden, parkeerterreinen of het aanbrengen van andere
oppervlakteverhardingen, anders dan containervelden, voor groter dan
e Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden – natuurontwikkelingsgebied':
1
het verzetten of vergraven van
grond waarbij het maaiveld over meer dan
2
het omzetten van grond of
uitvoeren van bodemingrepen dieper dan
3 het verlagen van de grondwaterstand door aanleg van drainage of bemaling;
4 het aanleggen, dempen of wijzigen van (oevers, profiel, doorstroom-of bergingscapaciteit van) oppervlaktewateren;
5 het verwijderen of rooien van bos-, natuur- en landschapselementen en ander opgaand houtgewas zonder agrarische productiefunctie, daaronder begrepen solitaire bomen;
6
het aanleggen en/of verharden van
wegen, paden, parkeerterreinen of het aanbrengen van andere
oppervlakteverhardingen, anders dan containervelden, groter dan
f Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden – struweelvogels':
1 het verwijderen of rooien van bos-, natuur- en landschapselementen en ander opgaand houtgewas zonder agrarische productiefunctie, daaronder begrepen solitaire bomen;
2 het verwijderen van perceelsindelingen, zoals tot uiting komend in greppels, sloten, steilrand en het verwijderen van paden of onverharde wegen;
3
het aanleggen en/of verharden van
wegen, paden, parkeerterreinen of het aanbrengen van andere
oppervlakteverhardingen, anders dan containervelden, groter dan
g Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden – weidevogels en ganzen':
1
het verzetten of vergraven van
grond waarbij het maaiveld over meer dan
2
het omzetten van grond of
uitvoeren van bodemingrepen dieper dan
3 het verlagen van de grondwaterstand door aanleg van drainage of bemaling;
4 het aanleggen, dempen of wijzigen van (oevers, profiel, doorstroom-of bergingscapaciteit van) oppervlaktewateren;
5 het verwijderen of rooien van bos-, natuur- en landschapselementen en ander opgaand houtgewas zonder agrarische productiefunctie, daaronder begrepen solitaire bomen;
6
het aanleggen of aanplanten van
hoger dan
7 het permanent (voor meer dan 2 jaar aaneengesloten) omzetten van grasland naar een ander bodemcultuur;
8
het aanleggen en/of verharden van
wegen, paden, parkeerterreinen of het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen,
anders dan containervelden, groter dan
7.3.2 Uitzonderingen
Het in lid 7.3.1
vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
a het normale onderhoud en/of gebruik
betreffen;
b reeds in uitvoering zijn, dan wel
krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het
tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
c slechts mogen worden uitgevoerd met een
ontgrondingsvergunning die door de provincie Noord-Brabant wordt verleend.
7.3.3 Toelaatbaarheid
De in lid 7.3.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de in de bestemmingsomschrijving genoemde waarden. Alvorens te beslissen over het verlenen van een aanlegvergunning winnen burgemeester en wethouders advies in bij het waterschap, voor zover de afweging mede betrekking heeft op hydrologische waardevol gebied.
7.4 Specifieke gebruiksregels
7.4.1 Strijdig gebruik
Onder strijdig
gebruik zoals bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt in ieder geval verstaan het
gebruik van de gronden ten behoeve van tijdelijke teeltondersteunende
voorzieningen voor zover geen bouwwerken zijnde.
7.5 Wijzigingsbevoegdheid
7.5.1 Wijziging naar Bos, Natuur of Groen - Landschapselement
Burgemeester en
wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen in de bestemming ‘Bos’ ,
‘Natuur’ of ‘Groen – Landschapselement’ ten behoeve van behoud en/of
ontwikkeling van bos en/of natuur, waarbij moet worden voldaan aan de volgende
voorwaarden:
a De wijziging kan uitsluitend plaatsvinden ten behoeve van de realisatie van vastgesteld natuur- en landschapsbeleid voor wat betreft de ecologische hoofdstructuur (EHS), het landschappelijk raamwerk en bos-, natuur-, en/of landschapscompensatie in het gebied grenzend aan de Ecologische HoofdStructuur (EHS).
b De wijziging is uitsluitend toegestaan als
de in het gebied aanwezige natuurwaarden, landschapswaarden, archeologische
waarden, cultuurhistorische waarden en hydrologische waarden niet onevenredig
worden aangetast.
7.5.2 Wijziging naar Water
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen in de bestemming ‘Water’ ten behoeve van behoud en/of ontwikkeling van water, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
a De wijziging kan uitsluitend plaatsvinden ten behoeve van de realisatie van vastgesteld natuur- en waterbeleid voor wat betreft de ecologische hoofdstructuur (EHS), beekherstel, waterberging of waterzuivering en bos-, natuur-, en/of landschapscompensatie in het gebied grenzend aan de Ecologische HoofdStructuur (EHS).
b De wijziging is uitsluitend toegestaan als
de in het gebied aanwezige natuurwaarden, landschapswaarden, archeologische
waarde, cultuurhistorische waarden en hydrologische waarden niet onevenredig
worden aangetast.
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Bedrijf’
aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a bedrijfsdoeleinden met bijbehorende voorzieningen
zoals aangegeven in de 'Tabel Bedrijven';
b bedrijfswoningen:
1 ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijfswoning’ is één bedrijfswoning toegestaan;
2 ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' mag het aantal bedrijfswoningen niet meer bedragen dan is aangegeven;
3 inpandige bedrijfswoningen zoals aangegeven in de ‘Tabel Bedrijven’, die inpandig dienen te blijven;
c behoud en instandhouding van cultuurhistorisch waardevolle panden ter plaatse van de aanduiding ‘cultuurhistorische waarden’;
d
productiegebonden en
ondergeschikte detailhandel, waarbij de totale gezamenlijke
verkoopvloeroppervlakte niet meer mag bedragen dan
e kleinschalig logeren, waarbij de
bruto-vloeroppervlakte niet meer mag bedragen dan
f aan-huis-verbonden beroepen of bedrijven;
g paden en wegen en parkeervoorzieningen;
h water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
i
groenvoorzieningen.
8.2 Bouwregels
8.2.1 Algemeen
a Per bestemmingsvlak is bebouwing ten
behoeve van niet meer dan één bedrijf toegestaan. Indien tussen
bestemmingsvlakken de aanduiding ‘relatie’ is aangegeven worden deze
bestemmingsvlakken aangemerkt als één bestemmingsvlak.
b De oppervlakte aan bedrijfsgebouwen binnen het bouwvlak mag niet meer bedragen dan in de 'Tabel Bedrijf' is aangegeven.
c
De afstand tot de as van de weg
waaraan wordt gebouwd mag niet minder bedragen dan
d
De afstand tot de zijdelingse
perceelsgrenzen van nieuw te bouwen bouwwerken mag niet minder bedragen dan
e Gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd. In het geval dat geen bouwvlak binnen het bestemmingsvlak aanwezig is, mogen gebouwen op het gehele bestemmingsvlak worden gebouwd.
f
Het slopen van of het realiseren van vervangende nieuwbouw bij een
woonboerderij ter plaatse van de aanduiding ‘cultuurhistorische waarden’ is
niet toegestaan.
8.2.2 Bedrijfsgebouwen
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende bepalingen:
a
De goothoogte mag niet meer
bedragen dan
b De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan
8.2.3 Bedrijfswoningen
Voor het bouwen
van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:
a De inhoud van de woning mag niet meer
bedragen dan
b In afwijking van het bepaalde onder a
mogen woonboerderijen in hun geheel als bedrijfswoning worden benut.
c De goothoogte mag niet meer bedragen dan
d De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan
e Inpandige bedrijfswoningen mogen niet
worden vervangen door vrijstaande bedrijfswoningen.
8.2.4 Bijgebouwen bij bedrijfswoningen
Voor het bouwen
van vrijstaande bijgebouwen bij bedrijfswoningen gelden
de volgende
bepalingen:
a Bijgebouwen dienen op een afstand van ten
minste
b Bij inpandige bedrijfswoningen mogen de
bijgebouwen niet voor de voorgevelrooilijn van het gebouw waarin de
bedrijfswoning is opgenomen worden gebouwd.
c De gezamenlijke oppervlakte mag niet meer
bedragen dan
d De goothoogte mag niet meer bedragen dan
e De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan
8.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
a
De bouwhoogte van erf- en
terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan
b
De bouwhoogte van lichtmasten,
silo’s en windmolens mag niet meer bedragen dan
c De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen
gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan
8.3 Ontheffing van de bouwregels
8.3.1 Algemeen
Burgemeester en
wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het
bepaalde in:
a lid 8.2.1 onder c voor het bouwen van
gebouwen op een afstand minder dan
b lid 8.2.2 onder a en b voor het bouwen van
bedrijfsgebouwen met een hogere goothoogte tot maximaal
c lid 8.2.5 onder c voor het bouwen van
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde met een hogere bouwhoogte tot
8.3.2 Uitbreiding bedrijfsvloeroppervlakte
Burgemeester en
wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 8.2.1
onder b voor het uitbreiden van de oppervlakte aan bedrijfsgebouwen waarbij
moet worden voldaan aan de volgende bepalingen:
a De vergroting dient noodzakelijk te zijn
voor een doelmatige bedrijfsvoering en/of -ontwikkeling van het bedrijf.
b De vergroting dient plaats te vinden
binnen het bestaande bouwvlak.
c Semi-agrarische bedrijven mogen uitbreiden
met maximaal 25% van de aangegeven bebouwde oppervlakte.
d Overige bedrijven mogen uitbreiden met
maximaal 15% van de aangegeven bebouwde oppervlakte.
e Er sprake is van een zorgvuldige
landschappelijke inpassing van de bedrijfsbebouwing op basis van een
erfbeplantingsplan.
f
Er mag geen sprake zijn van milieuhygiënische belemmeringen.
8.4 Specifieke gebruiksregels
Gebruik van ruimten binnen de bedrijfswoning en in de bijgebouwen bij de bedrijfswoning ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit, wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
a Maximaal 35% van de oppervlakte van het
vloeroppervlak van de bedrijfswoning met inbegrip van gerealiseerde aan- en
uitbouwen mag tot ten hoogste in totaal
b Degene die de activiteiten uitvoert, dient
tevens de bewoner van de woning te zijn.
c Het gebruik mag geen nadelige invloed
hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige
toename van de parkeerbehoefte veroorzaken.
d Bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan in
milieucategorie 1 van de als bijlage opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten.
e Er mag geen detailhandel plaatsvinden.
8.5 Ontheffing van de gebruiksregels
8.5.1 Andere bedrijfsactiviteiten
Burgemeester en
wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het
bepaalde in lid
8.1 voor het vestigen van een ander soort bedrijf dan op basis
van de
bestemmingsomschrijving en de ‘Tabel Bedrijven’ is toegestaan,
waarbij moet
worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
a De oppervlakte aan bedrijfsgebouwen mag niet worden vergroot.
b Het nieuw te vestigen bedrijf mag naar aard en invloed niet meer milieuhinder voor de omgeving opleveren dan de oorspronkelijk toegestane bedrijfssoort, zoals de in de bijlage opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten.
c Het toepassen van de ontheffing mag geen onevenredige beperking opleveren van de bestaande bedrijfsvoering/bedrijfsontwikkeling van omliggende (agrarische) bedrijven.
d Het nieuw te vestigen bedrijf mag geen grotere publieks- en/of verkeersaantrekkende werking hebben dan de oorspronkelijk toegestane bedrijfssoort.
e Er mag geen uitbreiding van bestaande detailhandel of nieuwvestiging van detailhandel plaatsvinden.
f
Omschakeling van een semi-agrarisch bedrijf naar een overig bedrijf is
uitsluitend toegestaan in bebouwingsconcentraties ter plaatse van de aanduiding
‘overig – bebouwingsconcentratie
8.6 Wijzigingsbevoegdheid
8.6.1 Wijzigen naar wonen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen in de bestemming 'Wonen' voor zover het de voormalige bedrijfswoning betreft, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
a Deze wijziging niet is toegestaan op
locaties ter plaatse van de aanduiding ‘Reconstructiewetzone -
Landbouwontwikkelingsgebied’.
b Het bestemmingsvlak wordt verkleind tot de
voormalige bedrijfswoning met bijhorende tuinen, erven en verhardingen en de
wijziging gelijktijdig plaatsvindt met wijziging van de overige gronden naar de
aangrenzende bestemming ‘Agrarisch’, ‘Agrarisch met waarden - Landschapswaarden’,
‘Agrarisch met waarden – Landschaps- en natuurwaarden -
c De oppervlakte bijgebouwen bij de woning
dient door sloop van overtollige bebouwing teruggebracht te worden tot
d De woning mag geen onevenredige beperking
opleveren van de bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende
(agrarische) bedrijven. .
e De woning dient aanvaardbaar te zijn uit
een oogpunt van een milieuhygiënisch verantwoord woon- en leefklimaat.
f
De in de bestemmingsomschrijving aangegeven waarden mogen niet
onevenredig worden aangetast.
8.6.2 Vergroting bouwvlak
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen ten behoeve van de vergroting van het bouwvlak, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
a De in de bestemmingsomschrijving
aangegeven waarden mogen niet onevenredig worden aangetast.
b Er sprake is van een zorgvuldige landschappelijke
inpassing van de bedrijfsbebouwing op basis van een erfbeplantingsplan.
c Er mag geen sprake zijn van
milieuhygiënische belemmeringen.
d De vergroting dient noodzakelijk te zijn
voor een doelmatige bedrijfsvoering en/of -ontwikkeling van het bedrijf.
8.6.3 Wijziging
voor vestiging van agrarische bedrijven
Burgemeester en
wethouders zijn bevoegd de bestemming ‘Bedrijf’ te wijzigen in de bestemming
‘Agrarisch – Agrarisch bedrijf’ ten behoeve van de vestiging van een agrarisch
bedrijf indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
a De omschakeling dient noodzakelijk te zijn voor een doelmatige agrarische bedrijfsontwikkeling van een volwaardig bedrijf, hierover dient advies ingewonnen te worden bij de AAB.
b De wijziging naar grondgebonden landbouw is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de bestemmingen Agrarisch
en/of Agrarisch met waarden - Landschapswaarden.
c De wijziging ten behoeve van intensieve veehouderij, intensieve kwekerij of glastuinbouw is niet toegestaan.
d De oppervlakte van het bestemmingsvlak mag
niet meer dan
e De vestiging mag geen onevenredige
aantasting van het woon- en leefmilieu van omliggende woningen tot gevolg
hebben.
f
Er dient sprake te zijn van een zorgvuldige landschappelijke inpassing
van de bedrijfsbebouwing waarbij rekening wordt gehouden met de in het gebied
voorkomende waarden op basis van een erfbeplantingsplan.
Tabel Bedrijf
Aanduiding |
Kern |
Straatnaam |
Huisnr. |
Bw |
Oppervlakte |
Soort bedrijf |
|
|
|
|
|
bedrijfsbebouwing (m2) |
|
Sb-1 |
Alphen |
Boshoven |
8 |
1 |
335 |
Handel in en opslag van bouwen bestratingsmaterialen |
Sb-2 |
Alphen |
Chaamseweg |
20 |
1 |
450 |
Hoveniersbedrijf |
Sb-3 |
Alphen |
Druisdijk |
11 |
1 |
1700 |
Loon- en grondverzetbedrijf / Mest- en fouragehandel |
Sb-4 |
Alphen |
Goedentijd |
66b |
1 |
1200 |
Hoveniersbedrijf / tuincentrum |
Sb-5 |
Alphen |
Goorstraat |
3 |
1 |
150 |
Opslag bouwmaterialen |
Sb-6 |
Alphen |
Het Sas |
14 |
1 |
3550 |
Melkverwerkend bedrijf |
Sb-8 |
Alphen |
Oosterwijksestraat |
12 |
1 |
606 |
Hoveniersbedrijf/interieuradviesbureau |
Sb-9 |
Alphen |
Schellestraat |
6 |
1 |
170 |
Dierenkliniek |
Sb-10 |
Alphen |
Schellestraat |
8 |
2 |
3600 |
Agrarisch technisch hulpbedrijf |
Sb-11 |
Alphen |
Schellestraat |
11 |
1 |
600 |
Handel in bouwmaterialen |
Sb-12 |
Alphen |
Schellestraat |
14-16 |
2 |
5900 |
Agrarisch technisch hulpbedrijf |
Sb-13 |
Alphen |
Terover |
11 |
1 |
500 |
Opslag van- en (groot)handel in antieke meubelen |
Sb-14 |
Alphen |
Terover |
15a |
1 |
335 |
Loodgietersbedrijf |
Sb-15 |
Alphen |
Terover |
23 |
1 |
2000 |
Paardenhouderij / hondenhouderij |
Sb-16 |
Bavel |
De Leeuwerik |
3 |
1 |
1311 |
Loonwerkbedrijf |
Sb-17 |
Bavel |
De Leeuwerik |
4 |
1 |
288 |
Verhuur muziekrepetitieruimten |
Sb-18 |
Bavel |
De Leeuwerik |
6 |
1 |
1025 |
Opslag en stalling |
Sb-19 |
Bavel |
Gilzeweg |
36 |
0 |
467 |
Opslag en stalling |
Sb-20 |
Chaam |
Alphensebaan |
2 |
1 |
50 |
Bloemist |
Sb-21 |
Chaam |
Alphensebaan |
4a |
1 |
260 |
Elektricien |
Sb-22 |
Chaam |
Alphensebaan |
11 |
1 (inp.) |
350 |
Antiquair |
Sb-23 |
Chaam |
Baarleseweg |
43 |
1 (inp.) |
170 |
Motorbrandstoffenverkooppunt |
Sb-24 |
Chaam |
Bredaseweg |
56 |
2 |
5500 |
Transportbedrijf |
Sb-25 |
Chaam |
Bredaseweg |
67 |
1 |
840 |
Aanneembedrijf/detailhandel |
Sb-26 |
Chaam |
Dassemussestraat |
1 |
1 |
1265 |
Constructiewerkplaats/paardenhouderij |
Sb-27 |
Chaam |
Gilzeweg |
28a |
1 |
770 |
Veehandel |
Sb-28 |
Chaam |
Gilzeweg |
30 |
1 |
50 |
Loodgieter |
Sb-29 |
Chaam |
Gilzeweg |
57 |
1 |
500 |
Aanneembedrijf |
Sb-32 |
Chaam |
Goordijkstraat |
1 |
1 |
430 |
Veehandel/veehouderij |
Sb-33 |
Chaam |
Heikantsestraat |
3 |
1 |
2450 |
Aanneembedrijf |
Sb-34 |
Chaam |
Heikantsestraat |
8 |
1 |
207 |
Autoverkoop-/reparatie- en onderhoudsbedrijf |
Sb-35 |
Chaam |
Heikantsestraat |
15 |
2 |
875 |
Revisiebedrijf |
Sb-36 |
Chaam |
Houtgoorstraat |
4a |
1 |
775 |
Tuincentrum |
Sb-37 |
Chaam |
Industriestraat |
28 |
1 |
6500 |
Installatie, - assemblage-, en productiebedrijf met een beperkte
spuitinrichting voor eigen bedrijf. |
Sb-38 |
Chaam |
Kerkdreef |
7 |
1 |
235 |
Kantoor |
Sb-39 |
Chaam |
Kloosterstraat |
19 |
1 |
570 |
Grondverwerkingsbedrijf/agrarisch technisch
hulpbedrijf |
Sb-40 |
Chaam |
Legstraat |
2 |
1 |
1000 |
Groothandel in akkerbouwproducten en diervoeders/grondgebonden
agrarisch bedrijf |
Sb-41 |
Chaam |
Legstraat |
7 |
1 |
525 |
Loodgieter |
Sb-42 |
Chaam |
Legstraat |
20 |
1 |
560 |
Handel in dierbenodigdheden/ kunstmest/gewasbeschermingsmiddelen |
Sb-43 |
Chaam |
Moleneind |
3 |
1 |
300 |
Constructiewerkplaats |
Sb-44 |
Chaam |
Nieuweweg |
4 |
1 |
590 |
Loodgieter |
Sb-45 |
Chaam |
Oude Bredasebaan |
22 |
1 |
300 |
Autoverkoop-/reparatie- en onderhoudsbedrijf |
Sb-46 |
Chaam |
Ulicotenseweg |
31b |
1 |
200 |
Hoveniersbedrijf |
Sb-47 |
Chaam |
Ulicotenseweg |
32 |
0 |
650 |
Dierenarts |
Sb-48 |
Chaam |
Ulicotenseweg |
35 |
2 |
600 |
Houthandel |
Sb-49 |
Galder |
Ballemanseweg |
5 |
1 |
300 |
Hoveniersbedrijf |
Sb-50 |
Galder |
Bouwerij |
10 |
1 |
125 |
Opslag statische goederen en stalling |
Sb-51 |
Galder |
Bouwerij |
11 |
1 |
910 |
Opslag statische goederen |
Sb-51 |
Galder |
Bouwerij |
11 |
- |
375 |
Siersmederij |
Sb-52 |
Galder |
Galderseweg |
14 |
1 |
1641 |
Timmerwerkplaats |
Sb-53 |
Galder |
Galderseweg |
21 |
1 |
350 |
Garagebedrijf |
Sb-54 |
Galder |
St. Jacobstraat |
8 |
1 |
605 |
Tomatenhakenwikkelbedrijf |
Sb-55 |
Strijbeek |
Goudbergseweg |
7 |
1 |
230 |
Opslag en stalling |
Sb-56 |
Strijbeek |
Goudbergseweg |
11 |
2 |
3970 |
Loonbedrijf |
Sb-57 |
Strijbeek |
Notselseweg |
3 |
1 |
375 |
Siersmederij |
Sb-58 |
Strijbeek |
Strijbeekseweg |
26 |
1 |
550 |
Opslag en stalling |
Sb-59 |
Strijbeek |
Strijbeekseweg |
t.o. 36 |
0 |
335 |
Opslag en stalling |
Sb-60 |
Strijbeek |
Strijbeekseweg |
39 |
1 |
644 |
Steigerbouwbedrijf |
Sb-61 |
Strijbeek |
Strijbeekseweg |
40a |
1 |
1700 |
Opslag en stalling |
Sb-62 |
Strijbeek |
Strijbeekseweg |
41 |
1 |
906 |
Opslag en stalling |
Sb-63 |
Strijbeek |
Strijbeekseweg |
42a |
1 |
276 |
Garagebedrijf |
Sb-64 |
Strijbeek |
Strijbeekseweg |
43a-43b |
0 |
182 |
Opslag en stalling |
Sb-65 |
Strijbeek |
Strijbeekseweg |
47c |
0 |
1950 |
Constructiewerkplaats / siersmederij |
Sb-66 |
Strijbeek |
Strijbeekseweg |
49b |
1 |
1260 |
Opslag en stalling |
Sb-67 |
Strijbeek |
Strijbeekseweg |
60c |
0 |
540 |
Opslag en stalling |
Sb-68 |
Strijbeek |
Strijbeekseweg |
48 |
3 |
12000 |
Transportbedrijf/ logistiek centrum |
Sb-69 |
Ulvenhout |
Annevillelaan |
198 |
1 |
320 |
Kermis-exploitant |
Sb-70 |
Ulvenhout |
Annevillelaan |
200 |
1 |
583 |
Kermis-exploitant |
Sb-71 |
Ulvenhout |
Annevillelaan |
202 |
1 |
319 |
Kermis-exploitant |
Sb-72 |
Ulvenhout |
Cauwelaerseweg |
20 |
1 |
250 |
Klussenbedrijf |
Sb-73 |
Ulvenhout |
Cauwelaerseweg |
26a |
1 |
310 |
Aannemersbedrijf |
Sb-74 |
Ulvenhout |
Chaamseweg |
21 |
1 |
1799 |
Motorbrandstoffenverkooppunt / stalling |
Sb-75 |
Ulvenhout |
Geersbroekseweg |
29a |
1 |
890 |
Opslag en stalling |
Sb-76 |
Ulvenhout |
Cauwelaerseweg |
12 |
0 |
120 |
Kinderdagverblijf |
Sb-77 |
Chaam |
Kloosterstraat |
17 |
1 |
370 |
Agrarisch technisch hulpbedrijf |
Sb-78 |
Alphen |
Oosterwijksestraat |
2 |
1 |
691 |
Opslag statische goederen |
Sb-79 |
Alphen |
Oosterwijksestraat |
13 |
1 |
1094 |
Opslag |
Sb-81 |
Chaam |
Bosweg |
8 |
1 |
360 |
Opslag statische goederen |
Sb-82 |
Galder |
Galderseweg |
81 |
1 |
400 |
Timmerbedrijf |
Sb-83 |
Chaam |
Bredaseweg |
89 |
1 |
400 |
Verhuur van horecabenodigdheden |
|
|
|
|
|
|
|
Bw = bedrijfswoning |
|
|
|
|
|
|
(inp.) = inpanding |
|
|
|
|
|
|
t.o.= tegenover |
|
|
|
|
|
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a bedrijfsmatige doeleinden in de vorm van gasregelstation of zend- en ontvangstinstallatie;
b nutsvoorzieningen;
c paden en wegen en parkeervoorzieningen;
d water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
e groenvoorzieningen.
9.2 Bouwregels
9.2.1 Algemeen
a De afstand tot de as van de weg waaraan wordt
gebouwd mag niet minder bedragen dan
b De afstand tot de zijdelingse
perceelsgrenzen van nieuwe te bouwen bouwwerken mag niet minder bedragen dan
9.2.2 Bedrijfsgebouwen
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende bepalingen:
a De inhoud van bedrijfsgebouwen ten behoeve
van één zendmast mag niet meer bedragen dan
b De inhoud van bedrijfsgebouwen ten behoeve van het gasregelstation mag niet meer bedragen dan de bestaande inhoud.
c
De oppervlakte van
nutsvoorzieningen mag niet meer bedragen dan
d De hoogten mogen niet meer bedragen dan de
bestaande hoogten.
9.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen
van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
a De bouwhoogte van een zendmast mag niet meer
bedragen dan
b De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen
gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan
9.3 Ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en
wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in:
a lid 9.2.3 onder d voor het bouwen van
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde met een hogere bouwhoogte tot
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bos'
aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a behoud, herstel en/of ontwikkeling van het
bos;
b behoud, herstel en/of ontwikkeling van de
houtteelt/houtproductie;
c verharde en onverharde paden, wegen en
parkeervoorzieningen;
d groepskamperen ter plaatse van de
aanduiding ‘specifieke vorm van bos – groepskamperen’;
e water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
f
extensief recreatief medegebruik;
g behoud, herstel en/of ontwikkeling van de
landschaps- en natuurwaarden, waaronder cultuurhistorische, aardkundige en
archeologische waarden.
10.2 Bouwregels
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen en bouwwerken worden gebouwd, behoudens:
a bouwwerken ten behoeve van het bosbeheer,
mits:
1
de bouwhoogte niet meer bedraagt
dan
2 de oppervlakte niet meer bedraagt dan
b eenvoudige voorzieningen in de vorm van bouwwerken,
geen gebouwen zijnde, voor extensief recreatief medegebruik, zoals informatieborden,
picknickplekken, banken en afvalbakken, mits de hoogte niet meer bedraagt dan
10.3 Aanlegvergunning
10.3.1 Werken en werkzaamheden
Het is verboden
zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van
burgemeester en
wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken en
werkzaamheden uit
te voeren of te laten uitvoeren:
a het verzetten of vergraven van grond
waarbij het maaiveld over meer dan
b het omzetten van grond of uitvoeren van
bodemingrepen dieper dan
c het uitvoeren van heiwerken of het
anderszins indringen van voorwerpen in de bodem;
d het graven, dempen, dan wel verdiepen,
vergroten, of anderszins herprofileren van waterlopen, sloten en greppels;
e het verlagen van de waterstand anders dan
door sloten/greppels of drainage met uitzondering van grondwateronttrekkingen;
f
het vellen of rooien van bos en/of het verwijderen van houtopstanden;
g het verwijderen van natuur- en landschapselementen die ten tijde van het van kracht worden van het plan aanwezig waren;
h het verwijderen van perceelsindelingen,
paden en onverharde wegen;
i
het aanleggen en/of verharden van wegen of paden, dan wel aanbrengen
van andere niet omkeerbare oppervlakteverhardingen groter dan
per perceel.
10.3.2 Uitzonderingen
Het in lid 10.3.1
vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
a het normale onderhoud en/of gebruik betreffen.
b reeds in uitvoering zijn, dan wel
krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het
tijdstip van het van kracht worden
van dit plan.
10.3.3 Toelaatbaarheid
De in lid 10.3.1
genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige
afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de in
de bestemmingsomschrijving genoemde waarden.
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen –
Landschapselement' aangewezen gronden zijn bestemd
voor:
a behoud, herstel en/of ontwikkeling van het
groen, de landschapselementen en de bijbehorende groeiplaats;
b behoud, herstel en ontwikkeling van de
landschappelijke waarden en natuurwaarden, zoals brede landschappelijke
structuren;
c behoud van (onverharde) paden, wegen en
parkeervoorzieningen;
d water en waterhuishoudkundige
voorzieningen;
e extensief recreatief medegebruik.
11.2 Bouwregels
Op of in deze
gronden mogen geen gebouwen en bouwwerken worden gebouwd.
11.3 Aanlegvergunning
11.3.1 Werken en werkzaamheden
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
a
het verzetten of vergraven van
grond waarbij het maaiveld over meer dan
b
het omzetten van grond of
uitvoeren van bodemingrepen dieper dan
c het verwijderen of rooien van bos-,
natuur- en landschapselementen en ander opgaand houtgewas zonder agrarische
productiefunctie, daaronder begrepen solitaire bomen;
d het verwijderen, aanleggen en/of verharden
van wegen, paden, parkeerterreinen, of het aanbrengen van andere
oppervlakteverhardingen, voor
zover groter
dan
11.3.2 Uitzonderingen
Het in lid 11.3.1
vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
a het normale onderhoud en/of gebruik betreffen, dan wel van ondergeschikte betekenis zijn;
b reeds in uitvoering zijn, dan wel
krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het
tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
11.3.3 Toelaatbaarheid
De in lid 11.3.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de in de landschappelijke waarden van de landschapselementen.
11.4 Wijzigingsbevoegdheid
11.4.1 Wijzigen in bestemming Agrarisch - Agrarisch bedrijf
Burgemeester en
wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen in de bestemming Agrarisch
- Agrarisch bedrijf, indien voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
a Deze wijziging vindt gelijktijdig plaats
met het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid om de bestemming Agrarisch -
Agrarisch bedrijf van vorm te veranderen of uit te breiden en de
wijzigingsbevoegdheid om de bestemming Agrarisch, Agrarisch met waarde - Landschapswaarden
en/of Agrarisch met waarde - Landschaps- en natuurwaarden 1 te wijzigen in de
bestemming Groen - Landschapselement en waarbij minimaal dezelfde oppervlakte
Groen - Landschapselement wordt bestemd als in het kader van deze wijziging
wordt gewijzigd.
b De wijziging is uitsluitend toegestaan als
de in het gebied aanwezige natuurwaarden, landschapswaarden, archeologische
waarden, cultuurhistorische waarden en hydrologische waarden niet onevenredig
worden aangetast.
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Horeca’ aangewezen
gronden zijn bestemd voor:
a horecadoeleinden met bijbehorende
voorzieningen zoals aangegeven in de 'Tabel Horeca’;
b bedrijfswoningen:
1 ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijfswoning’ is één bedrijfswoning toegestaan;
2 ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' mag het aantal bedrijfswoningen niet meer bedragen dan is aangegeven;
3 inpandige bedrijfswoningen, die inpandig
dienen te blijven;
c aan-huis-verbonden beroepen of bedrijven;
d behoud en instandhouding van
cultuurhistorisch waardevolle panden ter plaatse van de aanduiding
‘cultuurhistorische waarden’;
e terras, tuinen, erven en terreinen;
f
paden, wegen en parkeervoorzieningen;
g water en waterhuishoudkundige
voorzieningen;
h groenvoorzieningen.
12.2 Bouwregels
12.2.1 Algemeen
a Per bestemmingsvlak is bebouwing ten
behoeve van niet meer dan één bedrijf toegestaan. Indien tussen
bestemmingsvlakken de aanduiding ‘relatie’ is aangegeven worden deze
bestemmingsvlakken aangemerkt als één bestemmingsvlak.
b De oppervlakte aan bedrijfsgebouwen binnen het bouwvlak mag niet meer bedragen dan in de 'Tabel Horeca is aangegeven.
c
De afstand tot de as van de weg
waaraan wordt gebouwd mag niet minder bedragen dan
d
De afstand tot de zijdelingse
perceelsgrenzen van nieuw te bouwen bouwwerken mag niet minder bedragen dan
e Gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd. In het geval dat geen bouwvlak binnen het bestemmingsvlak aanwezig is, mogen gebouwen op het gehele bestemmingsvlak worden gebouwd.
f
Het slopen van of het realiseren van vervangende nieuwbouw bij een
woonboerderij ter plaatse van de aanduiding ‘cultuurhistorische waarden’ is
niet toegestaan.
12.2.2 Bedrijfsgebouwen
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende bepalingen:
a De goothoogte mag niet meer bedragen dan
b De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan
12.2.3 Bedrijfswoningen
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:
a De inhoud van de woning mag niet meer
bedragen dan
b In afwijking van het bepaalde onder a
mogen woonboerderijen in hun geheel als bedrijfswoning worden benut.
c De goothoogte mag niet meer bedragen dan
d De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan
e Inpandige bedrijfswoningen mogen niet
worden vervangen door vrijstaande bedrijfswoningen.
12.2.4 Bijgebouwen bij bedrijfswoningen
Voor het bouwen
van vrijstaande bijgebouwen bij bedrijfswoningen gelden
de volgende
bepalingen:
a Bijgebouwen dienen op een afstand van ten
minste
b Bij inpandige bedrijfswoningen mogen de
bijgebouwen niet voor de voorgevelrooilijn van het gebouw waarin de
bedrijfswoning is opgenomen worden gebouwd.
c De gezamenlijke oppervlakte mag niet meer
bedragen dan
d De goothoogte mag niet meer bedragen dan
e De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan
f
De afstand van bijgebouwen tot de bedrijfswoning mag niet meer bedragen
dan
12.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen
gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
a De
bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan
b De
hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan
12.3 Ontheffing van de bouwregels
12.3.1 Algemeen
Burgemeester en
wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in:
a lid 12.2.1 onder c voor het bouwen van
gebouwen op een afstand minder dan
b
lid 12.2.2 onder a en b voor het
bouwen van bedrijfsgebouwen met een hogere goothoogte tot maximaal
c
lid 12.2.5 onder b voor het bouwen
van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde met een hogere bouwhoogte tot
12.3.2 Uitbreiding bedrijfsvloeroppervlakte
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 12.2.1 onder b voor het uitbreiden van de bebouwde oppervlakte waarbij moet worden voldaan aan de volgende bepalingen:
a De vergroting dient noodzakelijk te zijn
voor een doelmatige bedrijfsvoering en/of -ontwikkeling van het bedrijf.
b De vergroting dient plaats te vinden
binnen het bestaande bouwvlak.
c De aangegeven bebouwde oppervlakte mag
worden uitgebreid met maximaal 15%.
d Er sprake is van een zorgvuldige
landschappelijke inpassing van de bedrijfsbebouwing op basis van een
erfbeplantingsplan.
e Er mag geen sprake zijn van
milieuhygiënische belemmeringen.
12.4 Specifieke gebruiksregels
12.4.1 Strijdig gebruik
Onder strijdig
gebruik zoals bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt in ieder geval verstaan het
gebruik van gronden of bouwwerken ten behoeve van een
horecabedrijf dat in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van alcoholische en
niet-alcoholische dranken voor gebruik ter plaatse, waarbij het doen
beluisteren van overwegend mechanische muziek en het gelegenheid geven tot
dansen een wezenlijk onderdeel vormen, zoals discotheken, dancings en
jongerencentra.
12.4.2 Aan-huis-verbonden beroep of bedrijf
Gebruik van ruimten binnen de bedrijfswoning en in de bijgebouwen bij de bedrijfswoning ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit, wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
a Maximaal 35% van de oppervlakte van het
vloeroppervlak van de bedrijfswoning met inbegrip van gerealiseerde aan- en
uitbouwen mag tot ten hoogste in totaal
b Degene die de activiteiten in de woning
uitvoert, dient tevens de bewoner van de woning te zijn.
c Het gebruik mag geen nadelige invloed
hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige
toename van de parkeerbehoefte veroorzaken.
d Bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan in milieucategorie 1 van de als bijlage opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten.
e Er mag geen detailhandel plaatsvinden.
12.5 Wijzigingsbevoegdheid
12.5.1 Wijzigen naar bestemming 'Wonen'
Burgemeester en
wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen in de bestemming 'Wonen'
voor zover het de voormalige bedrijfswoning betreft
en indien wordt
voldaan aan de volgende voorwaarden:
a Deze wijziging niet is toegestaan op
locaties ter plaatse van de aanduiding ‘Reconstructiewetzone -
Landbouwontwikkelingsgebied’.
b Het bestemmingsvlak wordt verkleind tot de
voormalige bedrijfswoning met bijhorende tuinen, erven en verhardingen en de
wijziging gelijktijdig plaatsvindt met wijziging van de overige gronden naar de
aangrenzende bestemming ‘Agrarisch’, ‘Agrarisch met waarden – Landschapswaarden’,
‘Agrarisch met waarden – Landschaps- en natuurwaarden -
c De oppervlakte bijgebouwen bij de woning
dient door sloop van overtollige bebouwing teruggebracht te worden tot
d De woning mag geen onevenredige beperking
opleveren van de bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende
(agrarische) bedrijven.
e De woning dient aanvaardbaar te zijn uit
een oogpunt van een milieuhygiënisch verantwoord woon- en leefklimaat.
f
De in de bestemmingsomschrijving aangegeven waarden mogen niet
onevenredig worden aangetast.
Tabel Horeca
Aanduiding |
Kern |
Straatnaam |
Huisnr. |
Bw |
Oppervlakte |
Soort bedrijf |
|
|
|
|
|
bedrijfsbebouwing (m2) |
|
Sh-1 |
Alphen |
Oude Rielseweg |
2 |
1 (inp.) |
365 |
Restaurant (cat 1) |
Sh-2 |
Alphen |
Schellestraat |
2 |
1 (inp.) |
280 |
Restaurant (cat 1) |
Sh-3 |
Alphen |
Terover |
3 |
1 |
350 |
Café met dagrecreatieve voorzieningen (cat 1) |
Sh-4 |
Chaam |
Baarleseweg |
62 |
1 (inp.) |
620 |
Horecabedrijf met dagrecreatieve voorzieningen (cat 1) |
Sh-5 |
Chaam |
Bredaseweg |
72 |
1 (inp.) |
110 |
Restaurant (cat 1) |
Sh-6 |
Chaam |
Industriestraat |
24 |
1 |
1250 |
Horecabedrijf met dagrecreatieve voorzieningen en gelegenheden tot
nachtverblijf (cat 1) |
Sh-7 |
Chaam |
Wildertstraat |
31 |
1 |
1250 |
Horecabedrijf met dagrecreatieve voorzieningen (cat 1) |
Sh-8 |
Galder |
Galderseweg |
18 |
1 (inp.) |
431 |
Café, schiet- en kruisboogvereniging (cat 1) |
Sh-9 |
Strijbeek |
Strijbeekseweg |
57 |
1 (inp.) |
559 |
Restaurant (cat 1) |
|
|
|
|
|
|
|
Bw = bedrijfswoning |
|
|
|
|
|
|
(inp.) = inpandig |
|
|
|
|
|
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor
‘Maatschappelijk’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a Maatschappelijke doeleinden met
bijbehorende voorzieningen zoals aangegeven in de 'Tabel Maatschappelijk’
b behoud en instandhouding van
cultuurhistorisch waardevolle panden ter plaatse van de aanduiding
‘cultuurhistorische waarden’;
c terras, tuinen, erven en terreinen;
d paden, wegen en parkeervoorzieningen;
e water en waterhuishoudkundige
voorzieningen;
f
groenvoorzieningen.
13.2 Bouwregels
13.2.1 Algemeen
a De afstand tot de as van de weg waaraan
wordt gebouwd mag niet minder bedragen dan
b De afstand tot de zijdelingse
perceelsgrenzen van nieuwe te bouwen bouwwerken mag niet minder bedragen dan
c De oppervlakte mag niet meer bedragen dan is aangegeven in de ‘Tabel Maatschappelijk’.
d Gebouwen mogen uitsluitend binnen het
bouwvlak worden gebouwd. In het geval dat geen bouwvlak binnen het
bestemmingsvlak aanwezig is, mogen gebouwen op het gehele bestemmingsvlak
worden gebouwd.
13.2.2 Bedrijfsgebouwen
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende bepalingen: .
a De goothoogte mag niet meer bedragen dan
b De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan
13.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
a
De bouwhoogte van erf- en
terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan
b De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen
gebouwen zijnde, mag
niet meer bedragen dan
13.3 Ontheffing van de bouwregels
13.3.1 Algemeen
Burgemeester en
wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het
bepaalde in:
a lid 13.2.1 onder a voor het bouwen van
gebouwen op een afstand minder dan
b lid 13.2.2 onder a en b voor het bouwen
van bedrijfsgebouwen met een hogere goothoogte tot maximaal
c lid 13.2.3 onder b voor het bouwen van
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde met een hogere bouwhoogte tot
Tabel
Maatschappelijk
Aanduiding |
Kern |
Straatnaam |
Huisnr. |
Oppervlakte |
Soort voorziening |
|
|
|
|
bebouwing (m2) |
|
Sm-1 |
Alphen |
Boshoven |
nabij nr 10 |
10 |
Kapel |
Sm-2 |
Alphen |
Chaamseweg |
nabij nr 41 |
10 |
Kapel |
Sm-3 |
Alphen |
Dijksbaantje |
t.o. Drijsdijk 9a |
26 |
Kapel |
Sm-4 |
Alphen |
Maastrichtsebaan |
nabij splitsing |
10 |
Kapel |
Sm-5 |
Alphen |
Oosterwijksestraat |
naast 9a |
10 |
Kapel |
Sm-6 |
Alphen |
Oude Tilburgsebaan |
naast nr 2 |
10 |
Kapel |
Sm-7 |
Chaam |
Kapelweg |
naast nr 6 |
10 |
Kapel |
Sm-8 |
Chaam |
Kerkdreef |
naast 7 |
50 |
Kerkschuur |
Sm-9 |
Chaam |
Kerkdreef |
naast 1 |
1460 |
14 woonzorgeenheden |
Sm-10 |
Galder |
St.Jacobstraat |
2 |
124 |
Kapel |
Sm-11 |
Strijbeek |
Goudbergseweg |
1 |
24 |
Kapel |
Sm-12 |
Alphen |
Boshoven |
nabij nr. 5 |
0 |
Opslag groen en bestrating |
Sm-13 |
Chaam |
Baarleseweg |
52 |
750 |
20 woonzorgeenheden |
|
|
|
|
|
|
t.o.= tegenover |
|
|
|
|
14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor
‘Maatschappelijk – Militair’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a een militair depot;
b een zendmast en een brandtoren;
c (onverharde) paden, wegen en
parkeervoorzieningen;
d groenvoorzieningen;
e behoud, herstel en/of ontwikkeling van de
landschaps- en natuurwaarden;
f
water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
14.2 Bouwregels
14.2.1 Algemeen
a De afstand tot de as van de weg waaraan
wordt gebouwd mag niet minder bedragen dan
b
De afstand tot de zijdelingse
perceelsgrenzen van nieuwe te bouwen bouwwerken mag niet minder bedragen dan
c Het bestemmingsvlak mag voor niet meer dan
5% worden bebouwd.
14.2.2 Gebouwen
Voor het bouwen
van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
a De bouwhoogte van gebouwen mag niet meer
bedragen dan
b De bouwhoogte van een brandtoren mag niet
meer bedragen dan
14.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:
a De bouwhoogte van erf- en
terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan
b De bouwhoogte van een zendmast mag niet
meer bedragen dan
c De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen
gebouwen zijnde mag
niet meer bedragen dan
14.3 Ontheffing van de bouwregels
14.3.1 Algemeen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in:
a
lid 14.2.1 onder a voor het bouwen
van gebouwen op een afstand minder dan
b
lid 14.2.2 onder a en b voor het
bouwen van bedrijfsgebouwen met een hogere bouwhoogte tot maximaal
c lid 14.2.3 onder c voor het bouwen van
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde met een hogere bouwhoogte tot
14.4 Aanlegvergunning
14.4.1 Werken en werkzaamheden
Het is verboden
zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en
wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken en
werkzaamheden uit
te voeren of te laten uitvoeren:
a het verlagen van de grondwaterstand door
aanleg van drainage of bemaling;
b het verwijderen of rooien van bos-,
natuur- en landschapselementen en ander opgaand houtgewas zonder agrarische
productiefunctie, daaronder begrepen solitaire bomen;
c het verwijderen van perceelsindelingen,
zoals tot uiting komend in greppels, sloten, steilrand en het verwijderen van
paden of onverharde wegen;
d het verwijderen van perceelsindelingen,
paden en onverharde wegen.
14.4.2 Uitzonderingen
Het in lid 14.4.1
vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
a het normale onderhoud en/of gebruik betreffen, dan wel van ondergeschikte betekenis zijn;
b reeds in uitvoering zijn, dan wel
krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het
tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
14.4.3 Toelaatbaarheid
De in lid 14.4.1
genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige
afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de
natuur- en landschapswaarden.
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Natuur' aangewezen
gronden zijn bestemd voor:
a behoud, herstel en/of ontwikkeling van de
natuurwaarden, waaronder de bijbehorende groeiplaats;
b behoud, herstel en/of ontwikkeling van de
landschapswaarden, waaronder cultuurhistorische, aardkundige en archeologische
waarden;
c verharde en onverharde paden, wegen en
parkeervoorzieningen;
d water en waterhuishoudkundige
voorzieningen;
e extensief recreatief medegebruik.
15.2 Bouwregels
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen en bouwwerken worden gebouwd, behoudens:
a bouwwerken ten behoeve van het natuurbeheer, mits:
1
de bouwhoogte niet meer bedraagt
dan
2
de oppervlakte niet meer bedraagt
dan
b eenvoudige voorzieningen in de vorm van
bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor extensief recreatief medegebruik, zoals
informatieborden, picknickplekken, banken en afvalbakken, mits de hoogte niet
meer bedraagt dan
15.3 Aanlegvergunning
15.3.1 Werken en werkzaamheden
Het is verboden
zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van
burgemeester en
wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken en
werkzaamheden uit
te voeren of te laten uitvoeren:
a het verzetten of vergraven van grond
waarbij het maaiveld over meer dan
b
het omzetten van grond of
uitvoeren van bodemingrepen dieper dan
c het uitvoeren van heiwerken of het anderszins indringen van voorwerpen in de bodem;
d het graven, dempen, dan wel verdiepen, vergroten, of anderszins herprofileren van waterlopen, sloten en greppels;
e het verlagen van de waterstand anders dan door sloten/greppels of drainage met uitzondering van grondwateronttrekkingen;
f
het vellen of rooien van bos en/of het verwijderen van houtopstanden;
g het verwijderen van natuur- en
landschapselementen die ten tijde van het van kracht worden van het plan
aanwezig waren;
h het verwijderen van perceelsindelingen,
paden en onverharde wegen;
i
het aanleggen en/of verharden van
wegen of paden, dan wel aanbrengen van andere niet omkeerbare
oppervlakteverhardingen groter dan
j
het verwijderen of rooien van bos-, natuur- en landschapselementen en
ander opgaand
houtgewas zonder agrarische productiefunctie, daaronder
begrepen solitaire
bomen.
15.3.2 Uitzonderingen
Het in lid 15.3.1
vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
a het normale onderhoud en/of gebruik
betreffen;
b reeds in uitvoering zijn, dan wel
krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het
tijdstip van het van kracht worden
van dit plan.
15.3.3 Toelaatbaarheid
De in lid 15.3.1
genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige
afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de in
de bestemmingsomschrijving genoemde waarden.
16.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Recreatie - Dagrecreatie’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a bedrijfsmatige exploitatie van dagrecreatieve voorzieningen met daarbij behorende voorzieningen;
b (onverharde) paden, wegen en parkeervoorzieningen;
c een zwembad ter plaatse van de aanduiding ‘zwembad’;
d groenvoorzieningen;
e water en waterhuishoudkundige
voorzieningen.
16.2 Bouwregels
16.2.1 Algemeen
a De afstand tot de as van de weg waaraan
wordt gebouwd mag niet minder bedragen dan
b
De afstand tot de zijdelingse
perceelsgrenzen van nieuw te bouwen bouwwerken mag niet minder bedragen dan
c Gebouwen mogen uitsluitend binnen het
bouwvlak worden gebouwd. In het geval dat geen bouwvlak binnen het
bestemmingsvlak aanwezig is, mogen gebouwen op het gehele bestemmingsvlak
worden gebouwd.
16.2.2 Gebouwen
a Ter plaatse van de aanduiding ‘zwembad’
zijn gebouwen toegestaan waarbij de oppervlakte aan gebouwen niet meer mag
bedragen dan de bestaande situatie.
b De hoogte van gebouwen mag niet meer
bedragen dan de bestaande situatie.
16.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
a De bouwhoogte van erf- en
terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan
b Voor het bouwen van bouwwerken, geen
gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte niet meer dan
16.3 Ontheffing van de bouwregels
16.3.1 Algemeen
Burgemeester en
wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in:
a lid 16.2.1 onder a voor het bouwen van
gebouwen op een afstand minder dan
b
lid 16.2.2 onder a en b voor het
bouwen van bedrijfsgebouwen met een hogere goothoogte tot maximaal
c lid 16.2.3 onder b voor het bouwen van
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde met een hogere bouwhoogte tot
17.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Recreatie
- Recreatiewoning’ aangewezen gronden zijn bestemd
voor:
a solitair gelegen recreatiewoningen;
b sport-, spel- en speelvoorzieningen;
c wegen en paden en parkeervoorzieningen;
d groenvoorzieningen;
e water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
f
behoud, herstel en/of ontwikkeling van landschaps- en natuurwaarden.
17.2 Bouwregels
17.2.1 Algemeen
a Nieuwbouw van recreatiewoningen, met
uitzondering van vervangende nieuwbouw, is niet toegestaan.
b De afstand tot de as van de weg waaraan
wordt gebouwd mag niet minder bedragen dan
c
De afstand tot de zijdelingse
perceelsgrenzen van nieuwe te bouwen bouwwerken mag niet minder bedragen dan
d Gebouwen mogen uitsluitend binnen het
bouwvlak worden gebouwd. In het geval dat geen bouwvlak binnen het
bestemmingsvlak aanwezig is, mogen gebouwen op het gehele bestemmingsvlak
worden gebouwd.
17.2.2 Recreatiewoningen
Voor het bouwen
van recreatiewoningen gelden de volgende bepalingen:
a Recreatiewoningen mogen alleen binnen het
bouwvlak worden gebouwd.
b Per bestemmingsvlak mag niet meer dan 1
recreatiewoning worden gebouwd.
c
De oppervlakte van een
recreatiewoning mag niet meer bedragen dan
d
De goothoogte mag niet meer
bedragen dan
e
De bouwhoogte mag niet meer
bedragen dan
f
Bij een recreatiewoning mag maximaal één (aangebouwd) bijgebouw worden
gebouwd, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
1
De oppervlakte mag niet meer
bedragen dan
2
De goot- en bouwhoogte mag niet
meer bedragen dan 3 respectievelijk
3
De afstand tot de recreatiewoning
mag niet meer bedragen dan
17.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende voorwaarden:
a De bouwhoogte van erf- en
terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan
b Voor het bouwen van bouwwerken, geen
gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte niet meer dan
17.3 Ontheffing van de bouwregels
17.3.1 Algemeen
Burgemeester en
wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het
bepaalde in:
a
lid 17.2.1 onder a voor het bouwen
van gebouwen op een afstand minder dan
b
lid 17.2.3 onder b voor het bouwen
van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde met een hogere bouwhoogte tot
17.4 Aanlegvergunning
17.4.1 Werken en werkzaamheden
Het is verboden
zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van
burgemeester en
wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken en
werkzaamheden uit te
voeren of te laten uitvoeren:
a het verlagen van de grondwaterstand door
aanleg van drainage of bemaling;
b het verwijderen of rooien van bos-,
natuur- en landschapselementen en ander opgaand houtgewas zonder agrarische
productiefunctie, daaronder begrepen solitaire bomen;
c het verwijderen van perceelsindelingen,
zoals tot uiting komend in greppels, sloten, steilrand en het verwijderen van
paden of onverharde wegen;
d het verwijderen van perceelsindelingen,
paden en onverharde wegen.
17.4.2 Uitzonderingen
Het in lid 17.4.1
vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
a het normale onderhoud en/of gebruik
betreffen, dan wel van ondergeschikte betekenis zijn;
b reeds in uitvoering zijn, dan wel
krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het
tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
17.4.3 Toelaatbaarheid
De in lid 17.4.1
genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk
wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de landschaps-
en natuurwaarden.
18.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Recreatie
- Verblijfsrecreatie’ aangewezen gronden zijn bestemd
voor:
a bedrijfsmatige exploitatie, met
uitzondering van het terrein ter plaatse van de aanduiding ‘Sr-
b vergaderen en zakelijke bijeenkomsten als
kleinschalige en aan de verblijfsrecreatie ondergeschikte functie;
c bedrijfswoningen:
1 ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijfswoning’ is één bedrijfswoning toegestaan;
2 ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' mag het aantal bedrijfswoningen niet meer bedragen dan is aangegeven
d aan-huis-verbonden beroepen of bedrijven;
e behoud, herstel en/ of ontwikkeling van de
landschaps- en natuurwaarden;
f
paden en wegen en parkeervoorzieningen;
g groenvoorzieningen;
h water en waterhuishoudkundige
voorzieningen.
18.2 Bouwregels
18.2.1 Algemeen
a Per bestemmingsvlak is bebouwing ten
behoeve van niet meer dan één recreatiebedrijf toegestaan, indien tussen
bestemmingsvlakken de aanduiding ‘relatie’ is aangegeven worden deze
bestemmingsvlakken aangemerkt als één bestemmingsvlak.
b De oppervlakte aan bedrijfsgebouwen mag
niet meer bedragen dan in de 'Tabel Recreatie' is aangegeven.
c De afstand tot de as van de weg waaraan
wordt gebouwd mag niet minder bedragen dan
d De afstand tot de zijdelingse
perceelsgrenzen van nieuwe te bouwen bouwwerken mag niet minder bedragen dan
e Gebouwen mogen uitsluitend binnen het
bouwvlak worden gebouwd. In het geval dat geen bouwvlak binnen het
bestemmingsvlak aanwezig is, mogen gebouwen op het gehele bestemmingsvlak
worden gebouwd.
18.2.2 Stacaravans
Voor het bouwen van
stacaravans gelden de volgende bepalingen:
a De oppervlakte per stacaravan mag niet
meer dan
b De stacaravan mag uit niet meer dan 1
bouwlaag bestaan.
c De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan
d De afstand tussen de stacaravans moet minimaal
e Bij een stacaravan mag één bijgebouw
staan. Dit mag uit niet meer dan 1 bouwlaag bestaan tot een bouwhoogte van niet
meer dan
f
Het aantal stacaravans mag niet meer bedragen dan in de ‘Tabel
Recreatie’ is aangegeven.
18.2.3 Trekkershutten
Voor het bouwen
van trekkershutten gelden de volgende bepalingen:
a De oppervlakte per trekkershut mag niet
meer dan
b De trekkershut mag uit niet meer dan 1 bouwlaag
bestaan.
c De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan
d De afstand tussen de trekkershutten moet
minimaal
e Het aantal trekkershutten mag niet meer
bedragen dan in de ‘Tabel Recreatie’ is aangegeven.
18.2.4 Recreatiewoningen
Voor het bouwen
van recreatiewoningen gelden de volgende bepalingen:
a De oppervlakte per recreatiewoning mag
niet meer dan
b De recreatiewoning mag uit niet meer dan 1
bouwlaag bestaan.
c De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan
d De afstand tussen de recreatiewoningen
moet minimaal
e Bij een recreatiewoning mag één bijgebouw
staan. Dit mag uit niet meer dan 1 bouwlaag bestaan tot een bouwhoogte van niet
meer dan
f
Het aantal recreatiewoningen mag niet meer bedragen dan in de ‘Tabel
Recreatie’ is aangegeven.
18.2.5 Bedrijfsgebouwen
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen
gelden de volgende bepalingen: a De
goothoogte mag niet meer bedragen dan
b De
bouwhoogte mag niet meer bedragen dan
18.2.6 Bedrijfswoningen
Voor het bouwen
van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:
a De inhoud van de woning mag niet meer
bedragen dan
b In afwijking van het bepaalde onder a
mogen woonboerderijen in hun geheel als bedrijfswoning worden benut.
c De goothoogte mag niet meer bedragen dan
d De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan
18.2.7 Bijgebouwen bij bedrijfswoningen
Voor het bouwen
van vrijstaande bijgebouwen bij bedrijfswoningen gelden
de volgende
bepalingen:
a Bijgebouwen dienen op een afstand van ten
minste
b Bij inpandige bedrijfswoningen mogen de
bijgebouwen niet voor de voorgevelrooilijn van het gebouw waarin de
bedrijfswoning is opgenomen worden gebouwd.
c De gezamenlijke oppervlakte mag niet meer
bedragen dan
d De goothoogte mag niet meer bedragen dan
e De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan
18.2.8 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen
gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
a De
bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen
dan
meer mag bedragen dan
b De
bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag
niet meer bedragen dan
18.3 Ontheffing van de bouwregels
18.3.1 Algemeen
Burgemeester en wethouders
zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het
bepaalde in:
a lid 18.2.1 onder c voor het bouwen van
gebouwen op een afstand minder dan
b lid 18.2.5 onder a en b voor het bouwen
van bedrijfsgebouwen met een hogere goothoogte tot maximaal
c lid 18.2.8 onder b voor het bouwen van overige
bouwwerken, geen gebouwen zijnde met een hogere bouwhoogte tot
18.3.2 Uitbreiding bebouwde oppervlakte
Burgemeester en
wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 18.2.1
onder b voor het uitbreiden van de oppervlakte bedrijfsgebouwen waarbij moet
worden voldaan aan de volgende bepalingen:
a De vergroting dient noodzakelijk te zijn
voor een doelmatige bedrijfsvoering en/of -ontwikkeling van het bedrijf.
b De vergroting dient plaats te vinden
binnen het bestaande bestemmingsvlak.
c Verblijfsrecreatieve bedrijven mogen
uitbreiden met maximaal 25% van de aangegeven oppervlakte bedrijfsgebouwen.
d Er sprake is van een zorgvuldige
landschappelijke inpassing van de bedrijfsbebouwing op basis van een
erfbeplantingsplan.
e Er mag geen sprake zijn van
milieuhygiënische belemmeringen.
f
De in het gebied aanwezige waarden mogen niet onevenredig worden
aangetast.
18.4 Specifieke gebruiksregels
Gebruik van
ruimten binnen de bedrijfswoning en in de bijgebouwen bij de bedrijfswoning ten
behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroeps- of
bedrijfsactiviteit, wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt,
voor zover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits voldaan
wordt aan de volgende voorwaarden:
a Maximaal 35% van de oppervlakte van het
vloeroppervlak van de bedrijfswoning met inbegrip van gerealiseerde aan- en
uitbouwen mag tot ten hoogste in totaal
b Degene die de activiteiten uitvoert, dient
tevens de bewoner van de woning te zijn.
c Het gebruik mag geen nadelige invloed
hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige
toename van de parkeerbehoefte veroorzaken.
d Bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan in
milieucategorie 1 van de als bijlage opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten.
e Er mag geen detailhandel plaatsvinden.
18.5 Aanlegvergunning
18.5.1 Werken en werkzaamheden
Het is verboden
zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van
burgemeester en
wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken en
werkzaamheden uit
te voeren of te laten uitvoeren:
a het verlagen van de grondwaterstand door
aanleg van drainage of bemaling;
b het verwijderen of rooien van bos-,
natuur- en landschapselementen en ander opgaand houtgewas zonder agrarische
productiefunctie, daaronder begrepen solitaire bomen;
c het verwijderen van perceelsindelingen,
zoals tot uiting komend in greppels, sloten, steilrand en het verwijderen van
paden of onverharde wegen;
d het verwijderen van perceelsindelingen,
paden en onverharde wegen.
18.5.2 Uitzonderingen
Het in lid 18.5.1
vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
a het normale onderhoud en/of gebruik
betreffen, dan wel van ondergeschikte betekenis zijn;
b reeds in uitvoering zijn, dan wel
krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip
van het van kracht worden van dit plan.
18.5.3 Toelaatbaarheid
De in lid 18.5.1
genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige
afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de
landschappelijke en/ of natuurwaarden.
Tabel Recreatie
Aanduiding |
Kern |
Straatnaam |
Huisnr. |
Bw |
Oppervlakte |
Max. |
Max. |
Max. |
Soort voorziening |
|
|
|
|
|
bedrijfsbebouwing (m2) |
aantal stacaravans |
aantal trekkershutten |
aantal recreatiewoningen |
|
Sr-1 |
Alphen |
Huisdreef |
1 |
1 |
2000 |
235 |
10 |
0 |
Camping |
Sr-2 |
Alphen |
Maastrichtsebaan |
1 |
1 |
1610 |
231 |
10 |
0 |
Camping |
Sr-3 |
Chaam |
Bredaseweg |
72a |
1 |
50 |
11 |
0 |
2 |
Camping |
Sr-4 |
Chaam |
Flaasdijk |
1 |
2 |
4700 |
350 |
10 |
160 |
Camping |
Sr-5 |
Chaam |
Gilzeweg |
42b |
1 |
350 |
74 |
0 |
0 |
Stacaravanpark |
Sr-6 |
Chaam |
Gilzeweg/Industriestraat |
|
0 |
0 |
0 |
0 |
16 |
Bungalowpark |
Sr-7 |
Chaam |
Schaanstraat |
11 |
2 |
1615 |
375 |
10 |
0 |
Camping |
Sr-8 |
Chaam |
Sluisstraat |
2a |
1 |
510 |
242 |
10 |
0 |
Camping |
Sr-9 |
Chaam |
Wildertstraat |
31 |
1 |
155 |
0 |
0 |
99 |
Bungalowpark |
Sr-10 |
Galder |
Bouwerij |
ong. |
0 |
50 |
6 |
0 |
7 |
Camping |
Sr-11 |
Strijbeek |
Goudbergseweg |
13 |
1 |
800 |
18 |
0 |
0 |
Camping/ groepsaccommodatie |
Sr-12 |
Strijbeek |
Strijbeekseweg |
47b |
1 |
150 |
0 |
0 |
0 |
Ruiterkampcentrum |
Sr-13 |
Ulvenhout |
Heistraat |
16-18 |
1 |
820 |
0 |
0 |
0 |
Pension |
Sr-14 |
Alphen |
Oosterwijksestraat |
10 |
1 |
555 |
0 |
0 |
0 |
Groepsaccommodatie |
Sr-15 |
Alphen |
Kwaalburg |
19 |
1 |
1000 |
0 |
0 |
0 |
zorghotel, wellness en kleinschalig kampeerterrein |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Bw = bedrijfswoning |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
ong. = ongenummerd |
|
|
|
|
|
|
|
|
19.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Sport’
aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a Sportdoeleinden met bijbehorende
voorzieningen zoals aangegeven in de 'Tabel Sport’
b terras, tuinen, erven en terreinen;
c paden, wegen en parkeervoorzieningen;
d water en waterhuishoudkundige
voorzieningen;
e groenvoorzieningen.
19.2 Bouwregels
19.2.1 Algemeen
Voor het bouwen
van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
a De bebouwde oppervlakte mag niet meer
bedragen dan in de 'Tabel Sport' is aangegeven.
b De afstand tot de as van de weg waaraan
wordt gebouwd mag niet minder bedragen dan
c
De afstand van gebouwen tot de
zijdelingse en achterste perceelsgrenzen mag niet minder bedragen dan
d Gebouwen mogen uitsluitend binnen het
bouwvlak worden gebouwd. In het geval dat geen bouwvlak binnen het
bestemmingsvlak aanwezig is, mogen gebouwen op het gehele bestemmingsvlak
worden gebouwd.
19.2.2 Bedrijfsgebouwen
Voor het bouwen
van bedrijfsgebouwen gelden de volgende bepalingen:
a De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan
19.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen
van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
a De bouwhoogte van erf- en
terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan
b De bouwhoogte van lichtmasten mag niet
meer bedragen dan
c De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen
gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan
19.3 Ontheffing van de bouwregels
19.3.1 Algemeen
Burgemeester en
wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het
bepaalde in:
a
lid 19.2.1
onder b voor het bouwen van gebouwen op een afstand minder dan
b lid 19.2.3 onder b voor het bouwen van
lichtmasten met een hogere bouwhoogte tot maximaal
c lid 19.2.3 onder c voor het bouwen van
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde met een hogere bouwhoogte tot
Tabel Sport
Aanduiding |
Kern |
Straatnaam |
Huisnr. |
Oppervlakte |
Soort bedrijf |
|
|
|
|
bedrijfsbebouwing (m2) |
|
Ss-1 |
Alphen |
Baarlesebaan |
ongenummerd |
75 |
Motorcrossterrein |
Ss-2 |
Alphen |
Schellestraat |
naast nr 12 |
0 |
Hondensportterrein |
Ss-3 |
Alphen |
Zandstraat |
naast nr 25 |
50 |
Bijenhoudersvereniging |
Ss-4 |
Strijbeek |
Strijbeekseweg |
nabij 45a |
100 |
Ponyclub |
Ss-5 |
Chaam |
Dassemusstraat |
nabij 3 |
0 |
Hondensportterrein |
20.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Sport -
Manege’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a maneges met bijbehorende voorzieningen;
b bedrijfswoningen:
1 ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijfswoning’ is één bedrijfswoning toegestaan;
2 ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' mag het aantal bedrijfswoningen niet meer bedragen dan is aangegeven;
c aan-huis-verbonden beroepen of bedrijven;
d terras, tuinen, erven en terreinen;
e paden, wegen en parkeervoorzieningen;
f
water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
g groenvoorzieningen;
h opslag, bewerking en verwerking van
dierlijke mest, afkomstig uit de eigen bedrijfsvoering tot maximaal
20.2 Bouwregels
20.2.1 Algemeen
a De afstand tot de as van de weg waaraan wordt
gebouwd mag niet minder bedragen dan
b De afstand tot de zijdelingse
perceelsgrenzen van nieuwe te bouwen bouwwerken mag niet minder bedragen dan
c Gebouwen mogen uitsluitend binnen het
bouwvlak worden gebouwd. In het geval dat geen bouwvlak binnen het
bestemmingsvlak aanwezig is, mogen gebouwen op het gehele bestemmingsvlak
worden gebouwd.
20.2.2 Bedrijfsgebouwen
Voor het bouwen
van bedrijfsgebouwen gelden de volgende bepalingen:
a De goothoogte mag niet meer bedragen dan
b De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan
20.2.3 Bedrijfswoningen
Voor het bouwen
van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:
a De inhoud van de woning mag niet meer
bedragen dan
b In afwijking van het bepaalde onder a
mogen woonboerderijen in hun geheel als bedrijfswoning worden benut.
c De goothoogte mag niet meer bedragen dan
d De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan
20.2.4 Bijgebouwen bij bedrijfswoningen
Voor het bouwen
van bijgebouwen bij bedrijfswoningen gelden
de volgende
bepalingen:
a Bijgebouwen dienen op een afstand van ten
minste
b Bij inpandige bedrijfswoningen mogen de
bijgebouwen niet voor de voorgevelrooilijn van het gebouw waarin de
bedrijfswoning is opgenomen worden gebouwd.
c De gezamenlijke oppervlakte mag niet meer
bedragen dan
d De goothoogte mag niet meer bedragen dan
e
De
bouwhoogte mag niet meer bedragen dan
20.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen
van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
a De bouwhoogte van erf- en
terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan
b De bouwhoogte van lichtmasten mag niet
meer bedragen dan
c De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen
gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan
20.3 Ontheffing van de bouwregels
20.3.1 Algemeen
Burgemeester en
wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het
bepaalde in:
a lid 20.2.1 onder a voor het bouwen van
gebouwen op een afstand minder dan
b lid 20.2.2 onder a en b voor het bouwen
van bedrijfsgebouwen met een hogere goothoogte tot maximaal
c lid 20.2.5 onder b voor het bouwen van
lichtmasten met een hogere bouwhoogte tot maximaal
d lid 20.2.5 onder c voor het bouwen van
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde met een hogere bouwhoogte tot
20.4 Specifieke gebruiksregels
Gebruik van
ruimten binnen de bedrijfswoning en in de bijgebouwen bij de bedrijfswoning ten
behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroeps- of
bedrijfsactiviteit, wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt,
voor zover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits voldaan
wordt aan de volgende voorwaarden:
a Maximaal 35% van de oppervlakte van het
vloeroppervlak van de bedrijfswoning met inbegrip van gerealiseerde aan- en
uitbouwen mag tot ten hoogste in totaal
b Degene die de activiteiten uitvoert, dient
tevens de bewoner van de woning te zijn.
c Het gebruik mag geen nadelige invloed
hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige
toename van de parkeerbehoefte veroorzaken.
d Bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan in
milieucategorie 1 van de als bijlage opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten.
e Er mag geen detailhandel plaatsvinden.
21.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen
gronden zijn bestemd voor:
a voorzieningen voor verkeer en verblijf,
waaronder wegen, paden en parkeervoorzieningen;
b groenvoorzieningen;
c water en waterhuishoudkundige
voorzieningen;
d behoud van landschappelijke en/of
cultuurhistorische waarden in de vorm van wegbeplanting of laanbeplanting.
21.2 Bouwregels
21.2.1 Gebouwen
Op of in deze
gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
21.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen
van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
a De bouwhoogte van palen, masten en
portalen voor geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer mag niet meer
bedragen dan
b De bouwhoogte en oppervlakte van overige
bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan
21.3 Ontheffing van de bouwregels
21.3.1 Algemeen
Burgemeester en
wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het
bepaalde in:
a lid 21.2.2 onder a voor het bouwen van palen,
masten en portalen met een hogere hoogte tot maximaal
b lid 21.2.2 onder b voor het bouwen van
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde met een hogere bouwhoogte tot
22.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water'
aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a water en waterhuishoudkundige
voorzieningen, waaronder voorzieningen voor waterberging, -aanvoer en -afvoer,
zoals watergangen, waterlopen en waterpartijen en voorzieningen voor
waterkering;
b groenvoorzieningen;
c wegen en paden met daarbij behorende
voorzieningen zoals bruggen en duikers;
d extensief recreatief medegebruik;
e behoud, herstel en/of ontwikkeling van
landschappelijke waarden en natuurwaarden.
22.2 Bouwregels
22.2.1 Gebouwen
Op of in deze
gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
22.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen
van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
a De bouwhoogte van bouwwerken, geen
gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan
b De oppervlakte van bouwwerken, geen
gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan
22.3 Ontheffing van de bouwregels
22.3.1 Algemeen
Burgemeester en
wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het
bepaalde in:
a lid 22.2.2 onder a en b voor het bouwen van
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde met een hogere bouwhoogte tot
23.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Wonen’
aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a wonen;
b kleinschalig logeren, waarbij de
bruto-vloeroppervlakte niet meer mag bedragen dan
c kleinschalig kamperen ter plaatse van de
aanduiding ‘specifieke vorm van wonen – kleinschalig kamperen’, waarbij de
bruto-vloeroppervlakte van de bebouwing niet meer mag bedragen dan
d overige aan het wonen ondergeschikte
nevenactiviteiten, zoals opgenomen in de ‘Tabel Wonen’;
e behoud en instandhouding van
cultuurhistorisch waardevolle panden ter plaatse van de aanduiding
‘cultuurhistorische waarden’;
f
aan-huis-verbonden beroepen of bedrijven;
g paden en wegen en parkeervoorzieningen;
h water en waterhuishoudkundige
voorzieningen;
i
groenvoorzieningen;
23.2.1 Bouwregels
23.2.1 Algemeen
a Per bestemmingsvlak is bebouwing ten
behoeve van één woning toegestaan.
b De afstand tot de as van de weg waaraan
wordt gebouwd mag niet minder bedragen dan
c De afstand tot de zijdelingse
perceelsgrenzen van nieuwe te bouwen bouwwerken mag niet minder bedragen dan
d Nieuwbouw van woningen is niet toegestaan,
met uitzondering van vervangende nieuwbouw.
e Bij vervangende nieuwbouw mag de woning uitsluitend
gesitueerd worden binnen het aangegeven bouwvlak.
f
Het slopen van of het realiseren van vervangende nieuwbouw van de
woning ter plaatse van de aanduiding ‘cultuurhistorische waarden’ is niet
toegestaan.
g Gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak
worden gebouwd. In het geval dat geen bouwvlak binnen het bestemmingsvlak aanwezig
is, mogen gebouwen op het gehele bestemmingsvlak worden gebouwd.
h Ten behoeve van nevenactiviteiten, zoals
aangegeven in de ‘Tabel Wonen' mogen gebouwen worden gebouwd/gebruikt tot de in
de ‘Tabel Wonen' opgenomen oppervlakte gebouwen.
23.2.2 Woningen
Voor het bouwen
van woningen gelden de volgende bepalingen:
a De inhoud van de woning mag niet meer
bedragen dan
b In afwijking van het bepaalde onder a
mogen woonboerderijen in hun geheel als woning worden benut.
c De goothoogte mag niet meer bedragen dan
d De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan
23.2.3 Bijgebouwen
Voor het bouwen
van vrijstaande bijgebouwen gelden de volgende bepalingen:
a Vrijstaande bijgebouwen dienen op een
afstand van ten minste
b De gezamenlijke oppervlakte mag niet meer
bedragen dan
c De goothoogte mag niet meer bedragen dan
d De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan
e Bij afbraak van een bestaand(e)
vrijstaand(e) bijgebouw(en) boven genoemde
23.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen
van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
a De bouwhoogte van erf- en
terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan
b De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen
gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan
c De bouwhoogte van windmolens mag niet meer
bedragen dan
23.3 Ontheffing van de bouwregels
23.3.1 Algemeen
Burgemeester en wethouders
zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het
bepaalde in:
a lid
23.2.1 onder b voor het bouwen van gebouwen op een afstand minder dan
b lid
23.2.4 onder b voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde met
een hogere bouwhoogte tot
23.3.2 Specifieke gebruiksregels
a Binnen
de bestemming ‘Wonen’ is de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of
bedrijf toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij
moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
1
De omvang van de activiteit mag
niet meer bedragen dan 30% van de gezamenlijke oppervlakte van de bebouwing van
de woning en/of bijgebouwen tot een maximum van
2 Het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken.
3 De activiteit dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn in de woonomgeving.
4 Aan-huis-verbonden bedrijven zijn uitsluitend toegestaan in de vorm van bedrijven die zijn genoemd in de milieucategorie 1 van de als bijlage opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten.
5 Detailhandel is niet toegestaan.
6 De activiteit moet uitgeoefend worden door de bewoner.
23.5 Wijzigingsbevoegdheid
23.5.1 Boerderijsplitsing
Burgemeester en
wethouders zijn bevoegd aan deze bestemming de aanduiding ‘maximum aantal
wooneenheden’ toe te voegen ten behoeve van de splitsing van de woning in twee
woningen indien voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
a Splitsing is alleen toegestaan indien het
een woonboerderij betreft.
b De bouwmassa van de te splitsen
woonboerderij dient een inhoud te hebben van ten minste
c Bij splitsing mogen maximaal twee
volwaardige woningen ontstaan.
d Bij de wijziging wordt de aanduiding ‘cultuurhistorische
waarden’ op het bouwvlak opgenomen.
e Het bestaande architectonische karakter
van de boerderij en de daaraan te onderkennen cultuurhistorische waarden, mogen
niet worden aangetast. Beoordeling vindt plaats door een ter zake deskundige organisatie.
f
De vestiging van de nieuwe woning mag geen onevenredige beperking
opleveren van de bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende
(agrarische) bedrijven.
g De nieuwe woning dient aanvaardbaar te
zijn uit een oogpunt van een milieuhygiënisch verantwoord woon- en leefklimaat.
h De oppervlakte bijgebouwen bij de woningen
dient door sloop van overtollige bebouwing teruggebracht te worden tot
23.5.2 Wijziging voor vestiging van agrarische bedrijven
Burgemeester en
wethouders zijn bevoegd de bestemming ‘Wonen’ te wijzigen in de bestemming
‘Agrarisch – Agrarisch bedrijf’ ten behoeve van de vestiging van een agrarisch
bedrijf indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
a De omschakeling dient noodzakelijk te zijn
voor een doelmatige agrarische bedrijfsontwikkeling van een volwaardig bedrijf,
hierover dient advies ingewonnen te worden bij de AAB.
b De wijziging naar grondgebonden landbouw is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de bestemmingen Agrarisch
en/of Agrarisch met waarden - Landschapswaarden.
c De oppervlakte van de bestemming mag niet
meer dan
d De vestiging mag geen onevenredige
aantasting van het woon- en leefmilieu van omliggende woningen tot gevolg
hebben.
e Er dient sprake te zijn van een zorgvuldige landschappelijke inpassing van de bedrijfsbebouwing waarbij rekening wordt gehouden met de in het gebied voorkomende waarden op basis van een erfbeplantingsplan.
Tabel Wonen
Aanduiding |
Kern |
Straatnaam |
Huisnr. |
Max. oppervlakte |
Soort voorziening |
|
|
|
|
gebouwen |
|
Sw-1 |
Alphen |
Boslust |
5-5a |
|
Zorgboerderij |
24.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Wonen –
Landgoed’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a een landgoed met woning(en), inclusief
bestaande voorzieningen en bestaand gebruik, zoals opgenomen in de 'Tabel Wonen
- Landgoed';
b kleinschalig logeren, waarbij de
bruto-vloeroppervlakte niet meer mag bedragen dan
c aan-huis-verbonden beroepen of bedrijven;
d paden en (on)verharde wegen en
parkeervoorzieningen;
e water en waterhuishoudkundige
voorzieningen;
f
groenvoorzieningen;
g recreatief medegebruik;
h behoud van cultuurhistorisch waardevolle/beeldbepalende
bebouwing ter plaatse van de aanduiding ‘cultuurhistorische waarden’.
24.2 Bouwregels
24.2.1 Algemeen
a De bebouwing dient gesitueerd te zijn
binnen het aangegeven bouwvlak.
b De afstand tot de as van de weg waaraan wordt
gebouwd mag niet minder bedragen dan de bestaande situatie.
c De afstand tot de zijdelingse
perceelsgrenzen van nieuwe te bouwen bouwwerken mag niet minder bedragen dan de
bestaande situatie.
d Nieuwbouw van woningen is niet toegestaan,
met uitzondering van vervangende nieuwbouw.
e Bij vervangende nieuwbouw mogen de
woningen uitsluitend gesitueerd worden binnen het aangegeven bouwvlak.
24.2.2 Gebouwen
a Gebouwen mogen uitsluitend binnen het
bouwvlak worden gebouwd. In het geval dat geen bouwvlak binnen het
bestemmingsvlak aanwezig is, mogen gebouwen op het gehele bestemmingsvlak
worden gebouwd.
b De oppervlakte van gebouwen, inclusief
voorzieningen mag per soort voorziening niet meer bedragen dan is aangegeven in
de ‘Tabel Wonen - Landgoed’.
c De goothoogte mag niet meer bedragen dan
de bestaande situatie.
d De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan
de bestaande situatie.
24.2.3 Woningen
Voor het bouwen
van woningen gelden de volgende bepalingen:
a De inhoud van de woning mag niet meer
bedragen dan de bestaande situatie.
b In afwijking van het bepaalde onder a
mogen woonboerderijen in hun geheel als woning worden benut.
c De goothoogte mag niet meer bedragen dan
de bestaande situatie.
d De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan
de bestaande situatie.
24.2.4 Bijgebouwen
Voor het bouwen
van vrijstaande bijgebouwen gelden de volgende bepalingen:
a De afstand tot de voorgevelrooilijn van de
woning mag niet minder bedragen dan de bestaande afstand.
b De gezamenlijke oppervlakte mag niet meer
bedragen dan de bestaande afstand.
c De goothoogte mag niet meer bedragen dan
de bestaande situatie.
d De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan
de bestaande situatie.
24.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen
van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
a De bouwhoogte van erf- en
terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan
b De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen
gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan
24.3 Ontheffing van de bouwregels
24.3.1 Algemeen
Burgemeester en
wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in:
a lid 24.2.5 onder b voor het bouwen van
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde met een hogere bouwhoogte tot
24.4 Specifieke gebruiksregels
24.4.1 Aan-huis-verbonden beroep of bedrijf
Binnen de
bestemming ‘Wonen - Landgoed’ is de uitoefening van een aan-huis-verbonden
beroep of bedrijf toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie,
waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
a De omvang van de activiteit mag niet meer
bedragen dan 30% van de gezamenlijke oppervlakte van de bebouwing van de
bedrijfswoning en/of bijgebouwen tot een maximum van
b Het gebruik mag geen nadelige invloed
hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige
toename van de parkeerbehoefte veroorzaken.
c De activiteit dient milieuhygiënisch
inpasbaar te zijn in de woonomgeving.
d Aan-huis-verbonden bedrijven zijn
uitsluitend toegestaan in de vorm van bedrijven die zijn genoemd in de
milieucategorieën 1 en 2 van de in bijlage opgenomen Staat van
Bedrijfsactiviteiten.
e Detailhandel is niet toegestaan.
f
De activiteit moet uitgeoefend worden door de bewoner.
24.5 Ontheffing van de gebruiksregels
24.5.1 Verbreding gebruiksmogelijkheden
Burgemeester en
wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 24.1
onder b voor het verbreden van de gebruiksmogelijkheden, waarbij de volgende
bepalingen gelden:
a De wonen - landgoed functie op het perceel
als hoofdfunctie aanwezig en herkenbaar blijft.
b Bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan in
milieucategorie 1 van de als bijlage opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten.
c Verblijfsrecreatie in bestaande bebouwing
is toegestaan.
d Buitenopslag ten behoeve van de verbrede
gebruiksmogelijkheden is niet toegestaan.
e De in het gebied aanwezige waarden mogen
niet onevenredig worden aangetast.
f
De verbrede gebruiksmogelijkheden mogen geen onevenredige publieks-
en/of verkeersaantrekkende werking tot gevolg hebben, dit mede in relatie tot
de aard van de omgeving en de weg waaraan de locatie gelegen is.
g De parkeerplaatsen moeten gerealiseerd
worden op eigen terrein.
h De verbrede gebruiksmogelijkheden mogen geen
onevenredige beperking opleveren van de bedrijfsvoering en
ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende (agrarische) bedrijven.
Tabel Wonen-Landgoed
Aanduiding |
Kern |
Straatnaam |
Huisnr. |
Max. oppervlakte |
Soort voorziening |
|
|
|
|
gebouwen (m2) |
|
Sw-2 |
Ulvenhout AC |
Luchtenburgseweg |
1 |
Bestaande oppervlakte |
Wonen / Kantoor / Grafisch ontwerpbureau |
Sw-3 |
Ulvenhout AC |
Hondsdonkseweg |
34 |
Bestaande oppervlakte |
Wonen |
Sw-4 |
Ulvenhout AC |
Annevillelaan |
99 |
Bestaande oppervlakte |
Wonen / Kantoor / Zakelijke Dienstverlening |
Sw-5 |
Ulvenhout AC |
Annevillelaan |
101 |
Bestaande oppervlakte |
Congrescentrum |
Sw-6 |
Alphen |
Goorstraat |
4 |
Bestaande oppervlakte |
Wonen/ Vlaamse schuur met gastenverblijven |
Sw-7 |
Alphen |
Goorstraat |
t.o. 2 |
380 |
Verblijfsrecreatie met bijbehorende |
|
|
|
|
|
voorzieningen |
Sw-8 |
Alphen |
Goorstraat |
5a |
535 |
Verblijfsrecreatie |
Sw-8 |
Alphen |
Goorstraat |
5a |
400 |
Aan de verblijfsrecreatie ondersteunende |
|
|
|
|
|
voorzieningen |
Sw-8 |
Alphen |
Goorstraat |
5a |
250 |
Beheer van het landgoed |
Sw-9 |
Galder |
Daesdonckseweg |
10 |
Bestaande oppervlakte |
Wonen/ agrarisch bedrijf |
25.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Leiding’
aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende
bestemming(en), mede bestemd voor:
a de aanleg, instandhouding en/of
bescherming van de:
- brandstoftransportleiding, ter plaatse van de aanduiding ‘hartlijn -brandstof’;
- gastransportleiding ter plaatse van de aanduiding ‘hartlijn - gas’;
-
riooltransportleiding, ter plaatse van de aanduiding, ‘hartlijn - riool’;
b groenvoorzieningen.
25.2 Bouwregels
In afwijking van
hetgeen elders in deze regels is bepaald ten aanzien van
het bouwen
krachtens de overige bestemmingen van deze gronden, mogen
op of in deze
bestemming begrepen grond:
a uitsluitend bouwwerken tot een maximale
bouwhoogte van
b de bouwhoogte van erf- en
terreinafscheidingen mag niet meer dan
25.3 Ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en
wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in 25.2 voor
het bouwen ten behoeve van de overige bestemmingen van deze gronden, waarbij
moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
a Het behoud van een veilige ligging en de
continuïteit van de afvalwater en/of energievoorziening dient te zijn
gewaarborgd.
b Burgemeester en wethouders dienen
schriftelijk advies in te winnen bij de betreffende leidingbeheerder.
25.4 Aanlegvergunning
25.4.1 Werken en werkzaamheden
Het is verboden op
de gronden met de bestemming ‘Leiding’ zonder of in afwijking van een
schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de
volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te
laten uitvoeren:
a het aanleggen van wegen of paden en/of andere
oppervlakteverhardingen;
b het uitvoeren van graafwerkzaamheden;
c diepploegen;
d het uitvoeren van heiwerken of het
anderszins indrijven van voorwerpen in de bodem;
e het aanbrengen van diepwortelende
beplanting en/of bomen;
f het ophogen, verlagen, afgraven of egaliseren van de bodem, of anderszins wijzigen in maaiveld- of weghoogte.
25.4.2 Uitzonderingen
Het in lid 25.4.1
vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
a het normale onderhoud en/of gebruik betreffen
overeenkomstig de overige bestemmingen van deze gronden, dan wel van
ondergeschikte betekenis zijn;
b reeds in uitvoering zijn, dan wel
krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het
tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
25.4.3 Toelaatbaarheid
De in lid 25.4.1
genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien het behoud van een
veilige ligging en de continuïteit van de leiding; zijn gewaarborgd.
Alvorens te beslissen
over het verlenen van een aanlegvergunning winnen burgemeester en wethouders
advies in bij de betreffende leidingbeheerder.
26.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Waarde -
Archeologie
26.2
Bouwregels
a Voor het bouwen overeenkomstig de regels
voor de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen dient de aanvrager van
een bouwvergunning, voor bouwwerken met een oppervlakte groter dan
b Indien uit het in lid 26.2 onder a
genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het
verlenen van de bouwvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kunnen
burgemeester en wethouders één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden
aan de bouwvergunning:
1 De verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden.
2 De verplichting tot het doen van opgravingen.
3 De verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties.
26.3 Ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en
wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in 26.2 lid a
indien de archeologische waarde van het terrein in andere beschikbare
informatie afdoende is vastgesteld.
26.4 Aanlegvergunning
26.4.1 Werken en werkzaamheden
Het is binnen deze
bestemming verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van
burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken en werkzaamheden
uit te voeren of te laten uitvoeren:
a het uitvoeren van grondbewerkingen dieper
dan
b het graven, dempen, dan wel verdiepen,
vergroten of anderszins herprofileren van waterlopen, sloten en greppels;
c het aanleggen van leidingen dieper dan
26.4.2 Uitzonderingen
Het in lid 26.4.1
vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
a het normale onderhoud en/of gebruik
betreffen;
b reeds in uitvoering zijn, dan wel
krachtens een verleende vergunning
reeds mogen worden uitgevoerd op het
tijdstip van het van kracht worden
van dit plan;
26.4.3 Toelaatbaarheid
a De in lid 26.4.1 genoemde vergunning kan
slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het
behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.
b Alvorens over de aanvraag wordt beslist,
dient de aanvrager een rapport te overleggen waarin de archeologische waarde van
het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van
burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
c Een rapport is niet noodzakelijk indien
naar het oordeel van burgemeester en wethouders de archeologische waarde van
het terrein in andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld. Deze
informatie wordt dan als een rapport beschouwd.
27.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Waarde -
Archeologie
27.2 Bouwregels
a
Voor het bouwen overeenkomstig de
regels voor de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen dient de
aanvrager van een bouwvergunning, voor bouwwerken met een oppervlakte groter
dan
b Indien uit het in lid 27.2 onder a en b
genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen
van de bouwvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kunnen burgemeester en
wethouders één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de
bouwvergunning:
1 De verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden.
2 De verplichting tot het doen van opgravingen.
3 De verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties.
27.3 Ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en
wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in 27.2 lid a
indien de archeologische waarde van het terrein in andere beschikbare
informatie afdoende is vastgesteld.
27.4 Aanlegvergunning
27.4.1 Werken en werkzaamheden
Het is binnen deze
bestemming verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van
burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken en
werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
a
het uitvoeren van grondbewerkingen
dieper dan
b het graven, dempen, dan wel verdiepen, vergroten of anderszins herprofileren van waterlopen, sloten en greppels;
c het aanleggen van leidingen dieper dan
27.4.2 Uitzonderingen
Het in lid 27.4.1
vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
a het normale onderhoud en/of gebruik betreffen;
b reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
27.4.3 Toelaatbaarheid
a De in lid 27.4.1 genoemde vergunning kan
slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het
behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.
b Alvorens over de aanvraag wordt beslist,
dient de aanvrager een rapport te overleggen waarin de archeologische waarde
van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel
van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
c Een rapport is niet noodzakelijk indien
naar het oordeel van burgemeester en wethouders de archeologische waarde van het
terrein in andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld. Deze
informatie wordt dan als een rapport beschouwd.
28.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Waterstaat
– Natte natuurparel kernzone’ aangegeven gronden zijn, behalve voor de andere
daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het behoud, herstel en/of
ontwikkeling van de hydrologische waarden in de kern van de natte natuurparel.
28.2 Bouwregels
In afwijking van
hetgeen elders in deze regels is bepaald ten aanzien van het bouwen krachtens
de andere bestemmingen van deze gronden, mag op of in deze bestemming begrepen
grond niet worden gebouwd.
28.3 Ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in 28.2 voor het bouwen ten behoeve van de overige bestemmingen van deze gronden, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
a De bebouwing mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de hydrologische waarden van de natte natuurparel.
b Burgemeester en wethouders dienen
schriftelijk advies in te winnen bij de waterbeheerder.
28.4 Specifieke gebruiksregels
Ongeacht het bepaalde in de andere aan de gronden gegeven bestemmingen geldt dat het niet is toegestaan de volgende werken uit te voeren of uit te laten voeren:
a
het verzetten of vergraven van
grond waarbij het maaiveld over meer dan
b
het omzetten van grond of
uitvoeren van bodemingrepen dieper dan
c het graven, dan wel verdiepen, vergroten of anderszins herprofileren van waterlopen, sloten en greppels;
d de aanleg van drainage ongeacht de diepte tenzij het gaat om vervanging van een reeds bestaande drainage;
e het verlagen van de waterstand anders dan door middel van het graven van sloten of het toepassen van drainagemiddelen, met uitzondering van grondwateronttrekkingen;
f
het aanbrengen van niet-omkeerbare
verhardingen en/of verharde oppervlakten van meer dan
g het aanbrengen van tijdelijke
teeltondersteunende voorzieningen.
29.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Waterstaat
– Natte natuurparel bufferzone’ aangegeven gronden zijn, behalve voor de andere
daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het behoud, herstel en/of
ontwikkeling van de hydrologische waarden van de bufferzone rondom de natte
natuurparel.
29.2 Aanlegvergunning
29.2.1 Werken en werkzaamheden
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
a het verzetten of vergraven van grond
waarbij het maaiveld over meer dan
b
het omzetten van grond of
uitvoeren van bodemingrepen dieper dan
c het graven, dan wel verdiepen, vergroten
of anderszins herprofileren van waterlopen, sloten en greppels;
d de aanleg van drainage ongeacht de diepte
tenzij het gaat om vervanging van een reeds bestaande drainage;
e het verlagen van de waterstand anders dan
door middel van het graven van sloten of het toepassen van drainagemiddelen,
met uitzondering van grondwateronttrekkingen;
f
het aanbrengen van niet-omkeerbare verhardingen en/of verharde
oppervlakten van meer dan
29.2.2 Uitzonderingen
Het in lid 29.2.1
vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
a het normale onderhoud en/of gebruik
betreffen, dan wel van ondergeschikte betekenis zijn;
b reeds in uitvoering zijn, dan wel
krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het
tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
29.2.3 Toelaatbaarheid
De in lid 29.2.1
genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige
afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de
hydrologische waarden van de natte natuurparel. Alvorens te beslissen over het
verlenen van een aanlegvergunning winnen burgemeester en wethouders advies in
bij de waterbeheerder.
30.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Waterstaat
– Waterberging aangegeven gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende
bestemming, mede bestemd voor tijdelijke opvang van water.
30.2 Bouwregels
In afwijking van hetgeen
elders in deze regels is bepaald ten aanzien van het bouwen krachtens de
overige bestemmingen van deze gronden, mogen op of in deze bestemming begrepen
grond uitsluitend bouwwerken tot een maximale bouwhoogte van
30.3 Ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in 30.2 voor het bouwen ten behoeve van de overige bestemmingen van deze gronden, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
a De bebouwing mag niet leiden tot een vermindering of verslechtering van het waterbergend vermogen van de gronden.
b Burgemeester en wethouders dienen
schriftelijk advies in te winnen bij de waterbeheerder.
30.4 Aanlegvergunning
30.4.1 Werken en werkzaamheden
Het is verboden
zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van
burgemeester en
wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken en
werkzaamheden uit
te voeren of te laten uitvoeren:
a het aanleggen en/of verharden van wegen,
paden, parkeerterreinen of het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen,
anders dan containervelden, voor zover groter dan
b het verlagen van de grondwaterstand door
aanleg van drainage of bemaling;
c het aanleggen, dempen of wijzigen van
(oevers, profiel, doorstroom- of bergingscapaciteit van) oppervlaktewateren;
d het ophogen van gronden en het aanleggen
en wijzigen van kaden.
30.4.2 Uitzonderingen
Het in lid 30.4.1
vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
a het normale onderhoud en/of gebruik betreffen, dan wel van ondergeschikte betekenis zijn;
b reeds in uitvoering zijn, dan wel
krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het
tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
30.4.3 Toelaatbaarheid
De in lid 30.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van het waterbergend vermogen van de gronden. Alvorens te beslissen over het verlenen van een aanlegvergunning winnen burgemeester en wethouders advies in bij de waterbeheerder.
Grond die eenmaal
in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering
is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere
bouwplannen buiten beschouwing.
32.1 Bestaande afwijkende maatvoering
a In die gevallen, dat de (goot)hoogte, de
oppervlakte, de inhoud, een bebouwingspercentage en/of de afstand tot de weg of
perceelsgrenzen, en andere maten, voor zover in overeenstemming met het bepaalde
in de Woningwet tot stand gekomen, op het tijdstip van terinzagelegging van het
ontwerp van het plan minder dan wel meer bedraagt dan in de bouwregels in
hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven respectievelijk toegestaan, geldt
die bestaande maatvoering in afwijking daarvan als minimaal respectievelijk
maximaal toegestaan.
b
Het
bepaalde in sub a is niet van toepassing op bijgebouwen bij de bestemming
‘Wonen’, waarop meer dan
32.2 Ondergronds bouwen
a Op plaatsen waar hoofd- en bijgebouwen
zijn of gelijktijdig worden gebouwd mag eveneens ondergronds gebouwd worden,
direct aansluitend mogen in- dan wel uitritten ten behoeve van de ondergrondse
bouwwerken worden gebouwd.
b De verticale diepte mag bij ondergronds
bouwen niet meer bedragen dan
c Burgemeester en wethouders zijn bevoegd
ontheffing te verlenen voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken op andere
locaties dan onder het hoofdgebouw of bijgebouw mits hierdoor de in het gebied
aanwezige waarden niet onevenredig worden aangepast.
33.1 Strijdig gebruik
Onder strijdig
gebruik, als bedoeld in artikel 7.10 Wro, wordt in ieder geval
verstaan:
a het gebruiken of laten gebruiken van
gronden, gebouwen, bouwwerken en onderkomens ten behoeve van een seksinrichting
en/of escortbedrijf, raamprostitutie en straatprostitutie;
b het gebruiken of laten gebruiken voor
wonen van vrijstaande bijgebouwen bij een (bedrijfs)woning;
c het permanent bewonen of laten bewonen van
recreatieve nachtverblijven;
d het gebruik van gronden ten behoeve van
rijbakken, sleufsilo's, voeropslag en mestopslag binnen de bestemmingen
‘Agrarisch’, ‘Agrarisch met Waarden – Landschapswaarden’ ‘Agrarisch met Waarden
– Landschaps- en Natuurwaarden
33.2 Ontheffing mantelzorg
a Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing
verlenen van het bepaalde in lid 33.1 sub b en toestaan dat een vrijstaand
bijgebouw bij een woning wordt gebruikt als afhankelijke woonruimte, mits:
1 een dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit het oogpunt mantelzorg;
2 er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de in geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;
3
de afhankelijke woonruimte binnen
de vigerende regeling inzake bijgebouwen wordt ingepast met een maximale
oppervlakte van
b Burgemeester en wethouders trekken de
ontheffing, verleend op grond van sub a in, indien de bij het verlenen van de
ontheffing bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer
aanwezig is.
34.1 luchtvaartgeluidzone
Voor het oprichten
van bebouwing ter plaatse van de gebiedsaanduiding ‘luchtvaartgeluidzone' is
het Besluit van 18 december 2008, houdende wijziging van de Wet luchtvaart
inzake vernieuwing van de regelgeving voor burgerluchthavens en militaire
luchthavens en de decentralisatie van bevoegdheden voor burgerluchthavens naar
het provinciaal bestuur, van toepassing.
34.2 veiligheidszone – bevi
Op de gronden ter
plaatse van de aanduiding ‘veiligheidszone - bevi’ is geen nieuwbouw van
(beperkt) kwetsbare objecten, zoals bedoeld in het Besluit Externe Veiligheid
Inrichtingen, toegestaan, met uitzondering van vervangende nieuwbouw.
34.3 veiligheidszone – munitie
Ter plaatse van de
aanduiding veiligheidszone-munitie-A/B/C gelden de volgende bepalingen:
a Op de gronden met de aanduiding
‘veiligheidszone-munitie-A’ is geen bebouwing en verkeer toegestaan. Agrarisch
grondgebruik is toegestaan, mits de gronden slechts incidenteel worden bezocht
door personen.
b Op de gronden met de aanduiding
‘veiligheidszone-munitie-B’ is zonder toestemming van het onderzoekscentrum
geen bebouwing en gebruik toegestaan waar zich regelmatig personen bevinden,
zoals woningen, winkels, kantoren, horeca, sportvelden, sportcomplexen,
kampeerterreinen, e.d. Wegen met beperkt verkeer zijn wel toelaatbaar.
c Op de gronden met de aanduiding
‘veiligheidszone-munitie-C’ zijn kwetsbare gebouwen zoals gebouwen met zeer
grote glasoppervlakte en/of waar zich regelmatig veel mensen bevinden niet
toegestaan.
34.4 vrijwaringszone – weg
34.4.1 vrijwaringszone
– weg 0- 50 en 50 -
Ter plaatse van de
aanduiding ‘vrijwaringszone - weg 0-50 meter’ en ‘vrijwaringszone - weg 50-75
meter’ mag geen bebouwing worden opgericht anders dan de met Rijksweg A58
verband houdende bouwwerken, zoals geluidswerende en ecologische voorzieningen,
met dien verstande dat grond-wallen met bijbehorende voorzieningen en
beplantingen wel zijn toegestaan, mits de afstand tot de Rijksweg A58 niet minder
bedraagt dan
34.4.2 vrijwaringszone
– weg 50-
a Burgemeester en wethouders kunnen
ontheffing verlenen van het bepaalde in 34.4.1 voor het bouwen van een bouwwerk
gelegen ter plaatse van de aanduiding ‘vrijwaringszone - weg 50-75 meter’, mits
door de bouw van dit bouwwerk de verkeersbelangen niet onevenredig worden
geschaad. Daartoe dient vooraf de betrokken wegbeheerder te worden gehoord.
b De in lid a bedoelde ontheffing wordt
geacht te zijn verleend ten aanzien van bouwwerken die bestaan op het tijdstip
van de ter visie legging van het ontwerp van het plan, dan wel mogen worden
opgericht krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde bouwvergunning.
Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden ontheffing verlenen:
a van de bestemmingsregels en voor het
bouwen met een geringe mate van afwijking van de plaats en richting van de
bestemmingsgrenzen indien dit noodzakelijk is in verband met afwijkingen of
onnauwkeurigheden ten opzichte van de feitelijke situatie of in die gevallen
waar een rationele verkaveling van de gronden een geringe afwijking vergt;
b van de bestemmingsregels en toestaan dat
openbare nutsgebouwtjes, wachthuisjes ten behoeve van het openbaar vervoer,
telefooncellen, gebouwtjes ten behoeve van de bediening van kunstwerken,
toiletgebouwtjes, en naar aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes worden
gebouwd, mits:
1
de oppervlakte per gebouwtje niet
meer dan
2
de bouwhoogte niet meer dan
c van de bestemmingsregels ten aanzien van
het gebruik van gronden of bouwwerken ten behoeve van evenementen met een
maximum van drie per jaar per perceel/kavel en een duur van niet meer dan 15
dagen per evenement, het opbouwen en afbreken van voorzieningen ten behoeve van
het evenement hieronder begrepen;
d van de bestemmingsregels ten aanzien van
de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de
bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot:
1
ten behoeve van civieltechnische/cultuurtechnische
kunstwerken, geen gebouwen zijnde, tot maximaal
2
ten behoeve van overige
bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tot maximaal
e van de bestemmingsregels ten aanzien van
het slopen van en/of realiseren van vervangende nieuwbouw van woonboerderijen
ter plaatse van de aanduiding ‘cultuurhistorische waarden’ binnen de
bestemmingen ‘Agra-risch-bedrijf’, ‘Bedrijf’ of ‘Wonen’:
1 De nieuwbouw en/of herbouw dient qua uiterlijke verschijningsvorm
aan te sluiten op het bestaande architectonische karakter van de oonboerderij
en de daaraan te onderkennen cultuurhistorische waarden.
f
van de bestemmingsregels ten behoeve van het gebruik van de gronden en
de bouw van bouwwerken voor rijbakken, waarbij moet worden voldaan aan de
volgende voorwaarden:
1 De rijbak wordt gesitueerd grenzend aan
het bestemmingsvlak van de bestemmingen ‘Agrarisch - Agrarisch bedrijf’,
‘Bedrijf’ en ‘Wonen’.
2 De oppervlakte mag niet meer bedragen dan
3 De belangen van derden mogen niet
onevenredig worden geschaad.
4 De in het gebied aanwezige waarden mogen niet onevenredig worden aangetast.
Op de
voorbereiding van een ontheffing, uitwerking of wijziging is afdeling 3.4 van
de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
37.1 Overige wettelijke regelingen
Waar in dit plan
wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, wordt geduid op de regelingen
zoals die luidden op het tijdstip van de ter-inzage-legging van het ontwerp van
het bestemmingsplan.
37.2 Algemene geldende regels bij wijziging
a Op gronden waar de dubbelbestemming
'Waarde - Archeologie 1' en 'Waarde - Archeologie 2' van toepassing zijn, is
toepassing van de in deze regels opgenomen wijzigingen, uitsluitend toegestaan
indien een rapport wordt overlegd waarin de archeologische waarde van het
terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van
burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
b Indien uit het onder a genoemde rapport blijkt
dat de archeologische waarden van de gronden door het toepassen van de
wijziging zullen of kunnen worden verstoord, kunnen burgemeester en wethouders
één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de wijziging:
1 De verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden.
2 De verplichting tot het doen van opgravingen.
3 De verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties.
38.1 Overgangsrecht bouwwerken
a Een bouwwerk dat op het tijdstip van
inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel
gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag,
mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
1 gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
2 na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
b Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig
ontheffing verlenen van het bepaalde onder a voor het vergroten van de inhoud
van een bouwwerk als bedoeld onder a met maximaal 10%.
c Het bepaalde onder a is niet van toepassing
op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van
het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor
geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
38.2 Overgangsrecht gebruik
a Het gebruik van grond en bouwwerken dat
bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee
in strijd is, mag worden voortgezet.
b Het is verboden het met het
bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a, te veranderen of te laten
veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze
verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
c Indien het gebruik, bedoeld onder a, na het
tijdstip van de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een
jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te
laten hervatten.
d Het bepaalde onder a is niet van
toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende
bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan.
Deze regels worden
aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan ‘Buitengebied Alphen-Chaam
Rosmalen, 11
februari 2010
Croonen Adviseurs b.v.