Gemeente:
Moerdijk
Plannaam:
Zevenbergen Oost
Status:
Vastgesteld

HOOFDSTUK 2 BESTEMMINGSREGELS

 

Artikel 3 Agrarisch

 

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor “Agrarisch” aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. het uitoefenen van grondgebonden agrarische bedrijven;

  2. kleinschalige natuurontwikkeling;

  3. voet- en fietspaden;

  4. groenvoorzieningen;

  5. waterhuishoudkundige doeleinden;

  6. nutsvoorzieningen.

 

3.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

    1. uitsluitend zijn toegestaan bebouwing, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en voorzieningen ten dienste van de bestemming;

    2. bebouwing en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van terrein- of erfafscheidingen, voorzieningen ten behoeve van de waterbeheersing zijn uitsluitend toegestaan binnen de aangegeven bouwvlakken;

    3. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terrein afscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel c.q. het verlengde daarvan niet meer dan 1 m mag bedragen;

    4. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 m bedragen.

 

Artikel 4 Agrarisch - Bedrijventerrein

 

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor “Agrarisch - Bedrijventerrein” aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. het uitoefenen van grondgebonden agrarische bedrijven;

  2. bedrijfswoningen en daarmee in samenhang aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijfswoning’;

  3. het uitoefenen van bedrijfsdoeleinden die staan vermeld in de Staat van bedrijfsactiviteiten zoals opgenomen in de bijlagen van deze regels, met daaraan ondergeschikte kantoordoeleinden en productiegebonden detailhandel;

  4. kleinschalige natuurontwikkeling;

  5. voet- en fietspaden;

  6. groenvoorzieningen;

  7. waterhuishoudkundige doeleinden;

  8. parkeervoorzieningen;

  9. nutsvoorzieningen;

  10. laad- en losvoorzieningen;

  11. opslag en uitstalling.

 

4.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

    1. uitsluitend zijn toegestaan gebouwen, bouwwerken, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en voorzieningen ten dienste van de bestemming;

    2. bebouwing en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van terrein- of erfafscheidingen en voorzieningen ten behoeve van de waterbeheersing zijn uitsluitend toegestaan binnen de aangegeven bouwvlakken;

    3. het bebouwingspercentage van het bouwperceel mag niet meer dan 75% bedragen;

    4. de goot- en bouwhoogte van bedrijfsgebouwen bedraagt ten hoogste de op de verbeelding aangegeven hoogte;

    5. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terrein afscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel c.q. het verlengde daarvan niet meer dan 1 m mag bedragen;

    6. de bouwhoogte van vlaggenmasten mag niet meer dan 6 m bedragen;

    7. de bouwhoogte van antennes en lichtmasten mag niet meer dan 10 m bedragen;

    8. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 4 m bedragen;

    9. de bouwhoogte van silo’s, uitsluitend ten behoeve van de bedrijfsactiviteit, bedraagt ten hoogste 10 m;

    10. ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijfswoning is maximaal één bedrijfswoning toegestaan;

    11. de inhoud van de bedrijfswoning bedraagt ten hoogste 750 m3 (inclusief kantoorruimte);

    12. nieuwbouw van bedrijfswoningen is uitsluitend toegestaan ter vervanging van de bestaande bedrijfswoning;

    13. de goot- en bouwhoogte van bedrijfswoningen bedraagt ten hoogste de op de verbeelding aangeven hoogte;

    14. bijgebouwen bij en aanbouwen aan de bedrijfswoning worden op een afstand van ten minste 1 m achter de voorgevel van de woning gebouwd.

 

4.3 Specifieke gebruiksregels

 

4.3.1. aan-huis-gebonden-beroep of -bedrijf

De uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf in is uitsluitend toegestaan indien:

  1. de woonfunctie als primaire functie gehandhaafd blijft;

  2. het vloeroppervlak ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf niet groter is 60 m²;

  3. ten behoeve van de kantoor- en/of praktijkruimte of de bedrijfsmatige activiteit wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid;

  4. het gebruik geen nadelige invloed heeft op de afwikkeling van het verkeer;

  5. geen horeca en detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd een beperkte verkoop ondergeschikt aan de uitoefening van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;

  6. het beroep of de activiteit door de bewoner wordt uitgeoefend.

 

4.3.1. bedrijven

Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:

  1. activiteiten uit kolom 1 van bijlagen C en D van het Besluit milieueffectrapportage 1994 zijn niet toegestaan in de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage;

  2. opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 4 m is op onverharde gronden niet toegestaan;

  3. uitstalling en opslag van goederen is uitsluitend toegestaan op de gronden gelegen binnen het bouwvlak;

  4. de hoogte van buitenopslag mag niet meer bedragen dan 6,5 m.

  5. nieuwe geluidshinderlijke inrichtingen en Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan;

  6. kantoren en detailhandel zijn uitsluitend toegestaan ten dienste van en ondergeschikt aan een ter plaatse gevestigd bedrijf;

  7. per bedrijf is maximaal 50% van het bedrijfsoppervlak toegestaan als kantoorvloeroppervlak, kantoorvloeroppervlak van meer dan 400 m2 per bedrijf is in geen geval toegestaan;

  8. detailhandel is uitsluitend toegestaan voor zover het detailhandel betreft in goederen die ter plaatse zijn vervaardigd, die in het kader van de normale bedrijfsuitoefening worden verkocht of geleverd en die geen wezenlijk bestanddeel uitmaken van de totale bedrijfsuitoefening.

 

4.4 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van:

  1. de situering van de gebouwen;

  2. de vorm van de bouwmassa;

  3. erfafscheidingen en erfinrichting voor zover gelegen langs/aan een weg;

  4. nadere eisen als bedoelt in lid a, b en c kunnen slechts worden gesteld ten behoeve van het verkrijgen van een harmonieuze ruimtelijke opbouw van het plangebied enerzijds en ter verkrijging van een representatief terrein anderzijds.

 

4.5 Ontheffing van de gebruiksregels

 

4.5.1 Toelaatbaarheid bedrijven

van het bepaalde omtrent de toelaatbaarheid van bedrijven in planologisch milieuhygiënisch opzicht, ten behoeve van:

  1. een bedrijfsactiviteit die niet voorkomt op de bij dit plan behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten, met dien verstande dat de bedrijfsactiviteiten naar haar aard en invloed op de omgeving kunnen worden gelijkgesteld met een krachtens de voorschriften toegelaten categorie van bedrijfsactiviteiten.

  2. de uitoefening van een bedrijfsactiviteit in een hogere milieucategorie dan is toegestaan op het desbetreffende perceel, mits het uitsluitend betreft bedrijfsactiviteiten genoemd in milieucategorie 2 en 3 in de bij dit plan behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten waarvan de bedrijfsactiviteit naar haar aard en invloed op de omgeving kan worden gelijkgesteld met een krachtens de voorschriften toegelaten categorie van bedrijfsactiviteiten.

 

 

Artikel 5 Bedrijventerrein

 

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor “Bedrijventerrein” aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. het uitoefenen van bedrijfsdoeleinden die staan vermeld in de Staat van bedrijfsactiviteiten zoals opgenomen in de bijlagen behorende bij deze regels, met daaraan ondergeschikte kantoordoeleinden en productiegebonden detailhandel;

  2. het uitoefenen van de ten tijde van de ter inzage legging van dit bestemmingsplan bestaande bedrijfsdoeleinden onder milieucategorie 4, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijf van categorie 4’;

  3. een verkooppunt voor motorbrandstoffen met autowasstraat, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘verkooppunt motorbrandstoffen met lpg’;

  4. een vulpunt lpg, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘vulpunt lpg’

  5. bedrijfsverzamelgebouwen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijventerrein - bedrijfsverzamelgebouw’;

  6. bedrijfswoningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijfswoning’;

  7. detailhandel in volumineuze goederen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘detailhandel volumineus’;

  8. detailhandel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘detailhandel’;

  9. ondergeschikte horeca uit ten hoogste horecacategorie 1, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘horeca’;

  10. opslag en uitstalling;

  11. voet- en fietspaden;

  12. groenvoorzieningen;

  13. waterhuishoudkundige doeleinden;

  14. parkeervoorzieningen;

  15. laad- en losvoorzieningen;

  16. nutsvoorzieningen.

 

5.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

    1. uitsluitend zijn toegestaan gebouwen, bouwwerken en voorzieningen ten dienste van de bestemming;

    2. bebouwing is uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak;

    3. het bebouwingspercentage van het bouwperceel mag niet meer dan 75% bedragen;

    4. indien gebouwen op een bouwperceel niet aaneen worden gebouwd, geldt een onderlinge afstand van ten minste 3 m;

    5. de afstand van bebouwing tot de zijdelingse en achterste perceelsgrens dient minimaal 3 m te bedragen;

    6. in afwijking van het bepaalde onder b is de bouw van erkers, luifels, balkons en andere ondergeschikte bouwdelen van gebouwen buiten het bouwvlak toegestaan, waarbij geldt dat:

  1. de diepte ten hoogste 1,25 m bedraagt;

  2. het oppervlak ten hoogste 6 m2 bedraagt;

  3. de afstand tot de begrenzing met de bestemming “Verkeer” ten minste 1 m bedraagt.

  4.  

    5.2.1 Bedrijven

    Voor het bouwen van bedrijven gelden de volgende regels:

    1. de minimum grootte van een bedrijfsperceel dient tenminste 1.000 m2 te bedragen, met dien verstande dat de op het moment van inwerkingtreding van het onderhavige bestemmingsplan aanwezige kleinere bedrijfspercelen geacht worden rechtens aanwezig te zijn;

    2. de maximale kavelgrootte voor bedrijven bedraagt 5000 m2;

    3. de goot- en bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de op de verbeelding aangegeven bouwhoogte;

    4. indien geen hoogte op de verbeelding is aangegeven, bedraagt de goot- en bouwhoogte van gebouwen ten hoogste 8 m;

    5. de bouwhoogte van bedrijfsgebouwen mag niet meer bedragen dan het gestelde in lid c en d Indien de bouwhoogte op het moment van het in ontwerp ter inzage leggen van dit plan meer bedraagt dan op de verbeelding is aangegeven, dan is deze maat de maximale bouwhoogte;

    6. in de Staat van bedrijfsactiviteiten is per bedrijf de maximaal toegestane milieucategorie aangeduid. Per bedrijfsperceel mag uitsluitend bedrijvigheid voorkomen, zoals aangegeven in de Staat van bedrijfsactiviteiten, in de aangeduide maximaal toegestane milieucategorie, of in lagere milieucategorie;

    7. geluidhinderlijke bedrijven overeenkomstig artikel 41 van de Wet geluidhinder zijn niet toegestaan.

    8. inrichtingen en bedrijfsactiviteiten zoals genoemd in artikel 2 Besluit externe veiligheid inrichtingen 2004 zijn niet toegestaan;

    9. nieuwvestiging van bedrijven van milieucategorie 4 is niet toegestaan;

    10. nieuwvestiging van bedrijven van milieucategorie 1 is niet toegestaan;

    11. in afwijking van sub j zijn bedrijven in milieucategorie 1 wel mogelijk binnen de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijventerrein - bedrijfsverzamelgebouw’.

     

    5.2.3 Parkeren

    De benodigde parkeermogelijkheden, zoals opgenomen in het gemeentelijk parkeerbeleid, moeten op het eigen terrein aanwezig zijn. Hiervan mag slechts worden afgeweken nadat aangetoond is dat parkeren op eigen terrein redelijkerwijs niet mogelijk is en in het openbaar gebied mogelijkheden zijn om de benodigde parkeercapaciteit te genereren.

     

    5.2.4 Bedrijfswoningen

    Voor bedrijfswoningen gelden de volgende regels:

    1. ter plaats van de aanduiding ‘bedrijfswoning’ zijn bedrijfswoningen toegestaan, mits voldaan is aan de volgende voorwaarden:

    • per aanduiding mag slechts één bedrijfswoning worden gebouwd;

    • de maximale inhoud van de woning bedraagt 750 m3;

    • de afstand tot de zijdelingse perceelgrens mag niet minder dan 3 m bedragen;

    • de breedte mag niet meer dan 15 m bedragen;

    • de diepte mag niet meer dan 15 m bedragen;

    • er mogen ten hoogste 2 bouwlagen met kap worden gerealiseerd;

    • de bouwhoogte mag niet meer dan 11 m bedragen;

    1. voor zover de breedte, diepte en bouwhoogte in de bestaande situatie meer bedragen dan het bepaalde in lid a, geldt die maatvoering;

    2. bij een bedrijfswoning mogen ten dienste van deze bedrijfswoning aan- en bijgebouwen worden gebouwd mits voldaan is aan de volgende voorwaarden:

    3. aan- en bijgebouwen mogen worden gebouwd 1 m achter de voorgevel van de bedrijfswoning;

    4. de maximale gezamenlijke oppervlakte van aan- en bijgebouwen mag niet meer dan 90 m² bedragen;

    5. de bouwhoogte van aanbouwen mag de hoogte van de begane grondlaag van het hoofdgebouw met niet meer dan 0,35 m overschrijden;

    6. de goothoogte van bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 3 m en de bebouwingshoogte niet meer dan 5 m.

    7. nieuwbouw van bedrijfswoningen is uitsluitend toegestaan ter vervanging van de bestaande bedrijfswoning.

     

    5.2.5 Nutsvoorzieningen

    Ten aanzien van nutsvoorzieningen gelden de volgende regels:

    1. ter plaatse van de aanduiding ‘nutsvoorziening’ is de bouw van gebouwen ten behoeve van nutsdoeleinden ten dienste van energie- en telecommunicatievoorzieningen toegestaan, mits de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 5,5 m.

     

    5.2.6 Verkooppunt voor motorbrandstoffen

    Ten aanzien van een verkooppunt voor motorbrandstoffen gelden de volgende regels:

    1. ter plaatse van de aanduiding ‘verkooppunt motorbrandstoffen met lpg’ zijn gebouwen met bijbehorende aan- en uitbouwen, ondergeschikte bouwdelen en voorzieningen ten behoeve van een verkooppunt voor motorbrandstoffen met lpg toegestaan;

    2. is de bij een dergelijk verkooppunt behorende detailhandel met een verkoopvloeroppervlak van ten hoogste 125 m2 toegestaan;

    3. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de op de verbeelding aangegeven bouwhoogte.

     

    5.2.7 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

    Ten aanzien van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels;

    1. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag, met uitzondering van erfafscheidingen, vlaggenmasten, luifels, antennes en lichtmasten, niet meer dan 4 m bedragen;

    2. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen;

    • de bouwhoogte van vlaggenmasten mag niet meer dan 6 m bedragen;

    • de bouwhoogte van een luifel mag niet meer dan 10 meter bedragen en de oppervlakte mag ten hoogste 300 m2 bedragen;

    • de bouwhoogte van antennes en lichtmasten mag niet meer dan 10 m bedragen;

    • uitsluitend ten behoeve van de bedrijfsactiviteit zijn bovendien toegestaan silo’s, kranen, technische installaties e.d., waarbij de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 25 m.

     

    5.3 Nadere eisen

    Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van:

    1. de situering van de gebouwen;

    2. de vorm van de bouwmassa;

    3. erfafscheidingen en erfinrichting voor zover gelegen langs/aan een weg.

     

    5.4 Specifieke gebruiksregels

    Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:

    1. activiteiten uit kolom 1 van bijlagen C en D van het Besluit milieueffectrapportage 1994 zijn niet toegestaan in de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage;

    2. opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 4 m is op onverharde gronden niet toegestaan;

    3. uitstalling en opslag van goederen is uitsluitend toegestaan op de gronden gelegen binnen het bouwvlak;

    4. de hoogte van buitenopslag mag niet meer bedragen dan 6,5 m.

    5. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;

    6. nieuwe geluidshinderlijke inrichtingen en Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan;

    7. kantoren en detailhandel zijn uitsluitend toegestaan ten dienste van en ondergeschikt aan een ter plaatse gevestigd bedrijf;

    8. per bedrijf is maximaal 50% van het bedrijfsoppervlak toegestaan als kantoorvloeroppervlak, kantoorvloeroppervlak van meer dan 400 m2 per bedrijf is in geen geval toegestaan;

    9. detailhandel is uitsluitend toegestaan voor zover het detailhandel betreft in goederen die ter plaatse zijn vervaardigd, die in het kader van de normale bedrijfsuitoefening worden verkocht of geleverd en die geen wezenlijk bestanddeel uitmaken van de totale bedrijfsuitoefening;

    10. in uitzondering op lid i is detailhandel toegestaan ter plaatse van de 'detailhandel';

    11. nutsvoorzieningen zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding ‘nutsvoorziening’.

     

    5.5 Ontheffing van de gebruiksregels

     

    5.5.1 Toelaatbaarheid bedrijven

    van het bepaalde omtrent de toelaatbaarheid van bedrijven in planologisch milieuhygiënisch opzicht, ten behoeve van:

    1. een bedrijfsactiviteit die niet voorkomt op de bij dit plan behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten, met dien verstande dat de bedrijfsactiviteiten naar haar aard en invloed op de omgeving kunnen worden gelijkgesteld met een krachtens de voorschriften toegelaten categorie van bedrijfsactiviteiten.

    2. de uitoefening van een bedrijfsactiviteit in een hogere milieucategorie dan is toegestaan op het desbetreffende perceel, mits het uitsluitend betreft bedrijfsactiviteiten genoemd in milieucategorie 2 en 3 in de bij dit plan behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten waarvan de bedrijfsactiviteit naar haar aard en invloed op de omgeving kan worden gelijkgesteld met een krachtens de voorschriften toegelaten categorie van bedrijfsactiviteiten.

     

     

    Artikel 6 Groen

     

    6.1 Bestemmingsomschrijving

    De voor “Groen” aangewezen gronden zijn bestemd voor:

    1. openbare groenvoorzieningen of plantsoenen;

    2. bermen en beplanting;

    3. speelvoorzieningen;

    4. voet- en fietspaden;

    5. waterhuishoudkundige doeleinden, waaronder waterbergingen;

    6. nutsvoorzieningen;

    7. lichtmasten en bruggen.

     

    6.2 Bouwregels

    Voor het bouwen gelden de volgende regels:

      1. uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken en voorzieningen ten dienste van de bestemming;

      2. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;

      3. de bouwhoogte van lichtmasten bedraagt ten hoogste 7,5 m;

      4. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, bedraagt ten hoogste 4 m.

     

    Artikel 7 Horeca

     

    7.1 Bestemmingsomschrijving

    De voor “Horeca” aangewezen gronden zijn bestemd voor:

    1. horeca uit ten hoogste horecacategorie 2;

    2. een bowlingbaan, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘bowlingbaan’;

    3. opslag en uitstalling;

    4. groenvoorzieningen;

    5. waterhuishoudkundige doeleinden;

    6. parkeervoorzieningen;

    7. nutsvoorzieningen.

     

    7.2 Bouwregels

    Voor het bouwen gelden de volgende regels:

    1. uitsluitend zijn toegestaan gebouwen, bouwwerken en voorzieningen ten dienste van de bestemming;

     

    7.2.1 Gebouwen

    Ten aanzien van gebouwen gelden de volgende regels:

    1. gebouwen zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak;

    2. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximale bouwhoogte' aangegeven bouwhoogte;

    3. in afwijking van het bepaalde onder b is de bouw van erkers, luifels, balkons en andere ondergeschikte bouwdelen van gebouwen buiten het bouwvlak toegestaan, waarbij geldt dat:

    1. de diepte ten hoogste 1,25 m bedraagt;

    2. het oppervlak ten hoogste 6 m³ bedraagt;

    3. de afstand tot de begrenzing met de bestemming “Verkeer” ten minste 1 m bedraagt.

     

    7.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

    Ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

    1. de bouwhoogte van erfafscheidingen op minder dan 1 m afstand van openbaar gebied bedraagt ten hoogste 1 m;

    2. de bouwhoogte van erfafscheidingen elders bedraagt ten hoogste 2 m;

    3. de bouwhoogte van vlaggenmasten bedraagt ten hoogste 6 m;

    4. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 4 m.

     

    7.2.3 Parkeren

    De benodigde parkeermogelijkheden, zoals opgenomen in het gemeentelijk parkeerbeleid, moeten op het eigen terrein aanwezig zijn. Hiervan mag slechts worden afgeweken nadat aangetoond is dat parkeren op eigen terrein redelijkerwijs niet mogelijk is en in het openbaar gebied mogelijkheden zijn om de benodigde parkeercapaciteit te genereren.

     

    7.3 Specifieke gebruiksregels

    1. discotheek of dancings zijn niet toegestaan;

    2. inrichtingen waarin een kans- of behendigheidsspel wordt uitgeoefend, zijn niet toegestaan.

     

     

    Artikel 8 Tuin

     

    8.1 Bestemmingsomschrijving

    De voor “Tuin” aangewezen gronden zijn bestemd voor:

    1. tuinen bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen;

    2. bij deze bestemming behorende parkeervoorzieningen.

     

    8.2 Bouwregels

    Voor het bouwen gelden de volgende regels:

    1. uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken en voorzieningen ten dienste van de bestemming;

    2. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;

    3. op deze gronden mogen geen overkappingen worden gebouwd;

    4. in afwijking van het bepaalde onder b is de bouw van erkers, luifels, balkons en andere ondergeschikte bouwdelen van het hoofdgebouw toegestaan, waarbij geldt dat:

    1. de diepte ten hoogste 1,25 m bedraagt;

    2. het oppervlak ten hoogste 6 m² bedraagt;

    3. de afstand tot de begrenzing met de bestemming “Verkeer” ten minste 1 m bedraagt;

    1. de bouwhoogte van erfafscheidingen voor de voorgevel van het hoofdgebouw bedraagt ten hoogste 1 m;

    2. de bouwhoogte van erfafscheidingen elders bedraagt ten hoogste 2 m;

    3. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.

     

     

    Artikel 9 Verkeer

     

    9.1 Bestemmingsomschrijving

    De voor “Verkeer” aangewezen gronden zijn bestemd voor:

    1. straten en percelen;

    2. voet- en fietspaden;

    3. parkeervoorzieningen;

    4. nutsvoorzieningen;

    5. speelvoorzieningen;

    6. groenvoorzieningen;

    7. waterhuishoudkundige doeleinden;

    8. straatmeubilair;

    9. reclame-uitingen;

    10. geluidwerende voorzieningen;

    11. muziekkiosk, abri’s, telefooncellen e.d.

     

    9.2 Bouwregels

    Voor het bouwen gelden de volgende regels:

      1. uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken en voorzieningen ten dienste van de bestemming;

      2. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;

      3. de bouwhoogte van abri’s bedraagt maximaal 3 m, waarbij het oppervlak maximaal 10 m2 mag bedragen;

      4. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan ten behoeve van de verkeersregeling, verkeersaanduiding, wegaanduiding of verlichting bedraagt niet meer dan 4 m.

     

     

    Artikel 10 Water

     

    10.1 Bestemmingsomschrijving

    De voor “Water” aangewezen gronden zijn bestemd voor:

    1. water;

    2. waterhuishoudkundige doeleinden, waaronder waterbergingen;

    3. bermstroken en bermsloten en bruggen;

    4. bij deze bestemming horende voorzieningen.

     

    10.2 Bouwregels

    Voor het bouwen gelden de volgende regels:

      1. uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken en voorzieningen ten dienste van de bestemming;

      2. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;

      3. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde bedraagt ten hoogste 4 m.

     

     

    Artikel 11 Wonen

     

    11.1 Bestemmingsomschrijving

    De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

    1. wonen;

    2. tuinen en erven;

    3. voet- en fietspaden;

    4. waterhuishoudkundige doeleinden, waaronder waterbergingen;

    5. nutsvoorzieningen;

    6. parkeervoorzieningen;

    7. aan-huis-verbonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten.

     

    11.2 Bouwregels

    Voor het bouwen gelden de volgende regels:

      1. uitsluitend zijn toegestaan gebouwen, bouwwerken en voorzieningen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming.

     

    11.2.1 Hoofdgebouwen

    Ten aanzien van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

    1. hoofdgebouwen worden gebouwd in een bouwvlak;

    2. hoofdgebouwen dienen te worden vormgegeven als eengezinswoningen;

    3. de bouwhoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de op de verbeelding aangegeven hoogten;

    4. hoofdgebouwen bestaan uit ten hoogste 2 bouwlagen en een kap;

    5. het maximaal aantal bouwlagen van het hoofdgebouw bedraagt niet meer dan het aantal bouwlagen zoals aanwezig op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan;

    6. de afstand van het hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelgrens bedraagt bij vrijstaande woningen minimaal 3 m;

    7. de afstand van het hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt bij twee-aaneengebouwde woningen aan één zijde minimaal 3 m;

    8. het aantal woningen dat op het moment van de ter inzage legging van het bestemmingsplan aanwezig is, en gebouwd is conform de regels in de Woningwet mag niet worden uitgebreid.

     

    11.2.2 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen

    Ten aanzien van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen:

    1. de goothoogte van aan- en uitbouwen bedraagt ten hoogste de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw vermeerderd met 0,35 m;

    2. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen bedraagt ten hoogste 5 m;

    3. de goothoogte van bijgebouwen bedraagt ten hoogste 3 m;

    4. de bouwhoogte van bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 5 m;

    5. aan-, uit-, bijgebouwen en overkappingen dienen minimaal 1 m achter de voorgevellijn te worden gerealiseerd;

    6. het gezamenlijk oppervlak van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen voor zover gelegen op het erf bedraagt ten hoogste 50% van de oppervlakte van het erf met een maximum van 90 m2.

     

     

    11.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde

    Ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde gelden de volgende regels:

    1. de bouwhoogte van erfafscheidingen op minder dan 1 m afstand van openbaar gebied bedraagt ten hoogste 1 m;

    2. de bouwhoogte van erfafscheidingen elders bedraagt ten hoogste 2 m;

    3. de bouwhoogte van overige bouwwerken geen gebouwen zijnde bedraagt ten hoogste 4 m.

     

    11.3 Specifieke gebruiksregels

    1. met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken geldt dat het gebruik van bijgebouwen als zelfstandige woning of als afhankelijke woonruimte is niet toegestaan;

    2. de vestiging van bedrijfsmatige activiteiten aan huis en aan huis verbonden beroepen is mogelijk als respectievelijk nevengeschikte en ondergeschikte functie aan de hoofdfunctie wonen, onder de volgende voorwaarden:

    1. nevengeschikt (bedrijfsmatige activiteiten aan huis) houdt in dat de omvang niet meer bedraagt dan 50% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de bebouwing tot een maximum van 50 m²;

    2. ondergeschikt (aan huis verbonden beroepen) houdt in dat de omvang niet meer bedraagt dan 30% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de bebouwing tot een maximum van 50 m²;

    3. het gebruik heeft geen nadelige invloed op de normale afwikkeling van het verkeer en veroorzaakt geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte;

    4. de activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner;

    5. detailhandel mag niet plaatsvinden.