De voor ‘Bedrijf-
a
bestaande
bedrijven in de milieucategorie 1 die zijn genoemd in de bijlage (Staat van
bedrijfsactiviteiten) met uitzondering van risicovolle
inrichtingen;
b
bedrijven
in de milieucategorieën 2 en 3.1 die zijn genoemd in de bijlage (Staat van
bedrijfsactiviteiten) met uitzondering van risicovolle
inrichtingen;
c
kantoren;
d
bedrijfswoningen,
uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijfswoning’;
e
aan-huis-verbonden beroepen bij bedrijfswoningen;
f
productiegebonden
detailhandel;
g
opslag
en uitstalling, kantoor- en parkeervoorzieningen ten dienste van de onder a, b,
c, d en e genoemde activiteiten;
h
tuinen,
erven en verhardingen;
i
voorzieningen
voor verkeer en verblijf;
j
nutsvoorzieningen;
k
groenvoorzieningen;
l
water
en waterhuishoudkundige voorzieningen.
3.2.1 Algemeen
a
De
oppervlakte van een bouwperceel mag niet minder dan
3.2.2 Bedrijfsgebouwen
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende bepalingen:
a
Bedrijfsgebouwen
mogen uitsluitend binnen het aangegeven bouwvlak worden gebouwd.
b
Het
bebouwingspercentage mag niet meer bedragen dan 80% van de gronden van het
bouwperceel.
c
De
afstand van bedrijfsgebouwen tot één zijdelingse perceelsgrens mag niet minder
bedragen dan
d
De
goothoogte van bedrijfsgebouwen mag niet minder bedragen dan 2,5 m.
e
De
bouwhoogte van bedrijfsgebouwen mag niet meer bedragen dan
f Voor de voorgevelrooilijn mogen uitsluitend uitbouwen in de vorm van een erker, balkon of luifel worden gebouwd, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
1 De diepte gemeten vanuit de voorgevel van een gebouw mag niet meer bedragen dan 1,5 m.
2 De afstand tot de bestemming ‘Verkeer-Verblijfsgebied’
mag niet minder bedragen dan
3 De hoogte van de onderdoorgang onder een balkon mag niet minder
bedragen dan
3.2.3 Bedrijfswoningen
Voor het bouwen van bedrijfswoningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijfswoning’, gelden de volgende bepalingen:
a Er mogen uitsluitend vervangende bedrijfswoningen worden gebouwd. Nieuwe bedrijfswoningen zijn uitgesloten.
b Per aanduiding is maximaal één bedrijfswoning op het bouwperceel toegestaan.
c Bedrijfswoningen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.
d
De voorgevel moet worden
gesitueerd in de voorgevelrooilijn dan wel op een afstand van maximaal
e
De inhoud van de bedrijfswoning
mag niet meer bedragen dan
f
De goothoogte mag niet meer
bedragen dan
g
De bouwhoogte mag niet meer
bedragen dan
h
De
afstand tot de zijdelingse perceelgrenzen dient voor een vrijstaande
bedrijfswoning minimaal
3.2.4 Aan- en uitbouwen
en bijgebouwen bij bedrijfswoningen
Bij een bedrijfswoning mogen bijgebouwen worden gebouwd, mits wordt
voldaan aan de volgende voorwaarden:
a Aan-
en uitbouwen en bijgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.
b Aan-
en uitbouwen en bijgebouwen dienen op een afstand van ten minste
c De
totale gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen op het
bouwperceel mag niet meer bedragen dan
d De goothoogte van vrijstaande bijgebouwen mag
niet meer bedragen dan 3,25 m.
e De
bouwhoogte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen mag niet meer bedragen dan
f Overkappingen mogen zowel binnen als buiten
het bouwvlak worden gebouwd, mits de verkeersveiligheid niet in het geding
komt, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
1 De overkapping moet worden gebouwd op het bouwperceel, in of achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw.
2 De overkapping dient aan één zijde van een gebouw te worden gebouwd.
3 De overkapping dient aan minimaal 2 zijden open te zijn.
4 Voor zover de overkapping een carport betreft, mag deze aan een derde zijde aan een carport of zijgevel van een gebouw op het belendende perceel worden gebouwd.
5 De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan de hoogte van de eerste
bouwlaag van het hoofdgebouw, met een maximum van
6 De oppervlakte mag niet meer bedragen dan
3.2.5 Nutsvoorzieningen
Voor het bouwen van nutsvoorzieningen gelden de volgende bepalingen:
a
Gebouwen
mogen binnen en buiten het bouwvlak worden gebouwd.
b
De
oppervlakte van gebouwen mag niet meer bedragen dan
c
De
bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan
3.2.6 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende
bepalingen:
a Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen
binnen en buiten het bouwvlak worden gebouwd.
b De bouwhoogte van erf- en
terreinafscheidingen mag niet meer dan
c De
bouwhoogte van overkappingen mag niet meer bedragen dan
d De
bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen
dan
e De
maximale oppervlakte van overkappingen, geen gebouwen zijnde, mag niet meer
bedragen dan
3.3.1 Aan-huis-verbonden
beroepen
Binnen de
bestemming ‘Bedrijf-
a De omvang van de activiteit mag niet meer
bedragen dan 30% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de bebouwing tot een
maximum van
b Het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken.
c Detailhandel mag alleen plaatsvinden
ondergeschikt aan en in direct verband met het aan-huis-verbonden
beroep.
d De activiteit dient milieuhygiënisch
inpasbaar te zijn in de woonomgeving.
e De activiteit wordt uitgeoefend door de
bewoner.
3.3.2 Productiegebonden detailhandel
Binnen de bestemming ‘Bedrijf-
3.3.3 Opslag en uitstalling
Opslag en (uit)stalling van goederen dient binnen het bouwvlak dan wel achter de voorgevellijn plaats te vinden.
3.3.4 Parkeren
Parkeren ten behoeve van het bepaalde in lid 3.1 dient te geschieden op eigen terrein.