Bij toepassing van de bevoegdheid om met een omgevingsvergunning af te wijken, alsmede bij toepassing van wijzigingsbevoegdheden in dit bestemmingsplan dient, voordat een omgevingsvergunning wordt verleend, dan wel een wijzigingsplan wordt vastgesteld, te zijn aangetoond dat op voorhand redelijkerwijs is te verwachten:
- dat een ontheffing op grond van de Flora- en faunawet, indien vereist, kan worden verleend;
- dat een vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet, indien vereist, kan worden verleend.
