24.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'wonen - karakteristiek' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. wonen;
al dan niet in combinatie met:
b. aan huis verbonden beroepen, voorzover wordt voldaan aan de volgende criteria:
1. de woonfunctie moet in ruimtelijke en visuele zin primair blijven;
2. de aan huis verbonden activiteiten ten behoeve van het beroep mogen zowel in het hoofdgebouw als in een al dan niet vrijstaand bijgebouw worden verricht;
3. het beroep dient te worden uitgeoefend door de bewoner van de woning;
4. het deel voor uitoefening van een aan huis verbonden beroep mag tot 30% van de met omgevingsvergunning gerealiseerde oppervlakte van het hoofd- en bijgebouw met een maximum van 45 m² bedragen;
5. vanuit de woning mag geen detailhandel, horeca en groothandel, prostitutie- of seksinrichting plaatsvinden;
6. er dient te worden geparkeerd op eigen terrein;
7. het aanbrengen van reclame-uitingen van beperkte omvang in de tuin of aan het pand is slechts toegestaan indien deze niet hoger zijn dan 1 m en geen grotere oppervlakte hebben dan 0,5 m² per woning. Lichtreclame is niet toegestaan;
8. buitenopslag is niet toegestaan;
c. een ballonvaartbedrijf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf – ballonvaartbedrijf’;
d. een huisartsenpraktijk, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘maatschappelijk’;
met daaraan ondergeschikt:
e. verkeers- en verblijfsvoorzieningen;
f. openbare nutsvoorzieningen en groenvoorzieningen;
g. water;
met daarbij behorende:
h. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
met dien verstande dat:
i. de karakteristieke bebouwing en omliggende naar de weg gekeerde open erven behouden blijven.
24.2 Bouwregels
a. Voor het bouwen van hoofdgebouwen ten behoeve van wonen gelden de volgende regels:
1. een gebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd, dan wel overeenkomstig de bestaande situatie;
2. de bestaande uitwendige hoofdvorm blijkend uit goot- en bouwhoogte en dakvorm mag niet worden veranderd.
b. Voor het bouwen van bijgebouwen, aan- en uitbouwen gelden de volgende regels:
1. bijgebouwen en aan- of uitbouw mogen uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding ‘bijgebouwen’;
2. er is maximaal één vrijstaand bijgebouw per bouwperceel toegestaan;
3. de totale oppervlakte aan aanbouwen, uitbouwen en/of bijgebouwen per woning bedraagt ten hoogste 80 m²;
4. de afstand van een bijgebouw tot de voorgevel van een woning en het verlengde daarvan bedraagt ten minste 5 m;
5. de goothoogte van een vrijstaand bijgebouw bedraagt ten hoogste 3,5 m;
6. de bouwhoogte van bijgebouwen en aan- en uitbouwen bedraagt ten minste 1 m minder dan de bouwhoogte van het hoofdgebouw;
7. de dakhelling bedraagt niet meer dan 45°.
c. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 1 m.
24.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- de bebouwingskarakteristiek van de woning;
- de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in:
- lid 24.2, sub b onder 2 en 3:
voor het bouwen van een extra vrijstaand bijgebouw ter plaatse van de aanduiding ‘wro-zone – ontheffingsgebied’ mits:
1. de bebouwde oppervlakte van het bijgebouw niet groter is dan 15 m2;
2. de bouwhoogte ten hoogste 3 m bedraagt.