4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘groen – landschap’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. weide- en grasland;
b. waterpartijen en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;
c. ontsluitingspaden ten dienste van de aangrenzende woningen;
d. speel- en parkeervoorzieningen, ter plaatse van de aanduiding ‘verblijfsgebied’.
4.2 Bouwregels
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat uitsluitend bouwwerken ten dienste van geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer en speelvoorzieningen van ten hoogste 6 m zijn toegestaan.
4.3 Specifieke gebruiksregels
Onder strijdig gebruik van de bestemming wordt in elk geval begrepen het gebruik van de gronden als erf ten behoeve van de woning en als parkeervoorzieningen, voorzover de gronden niet zijn voorzien van de aanduiding ‘verblijfsgebied’.