De voor 'water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. waterlopen;
b. bermen en beplanting;
c. oevers;
met daaraan ondergeschikt:
d. groenvoorzieningen;
met daarbij behorende:
e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder bruggen, dammen en/of duikers.
In de bestemming zijn geen ligplaatsen voor woonschepen begrepen.