5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Agrarisch met waarden – Landschaps- en natuurwaarden - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
agrarische doeleinden, in de vorm van agrarische bodemexploitatie met bijbehorende voorzieningen;
-
behoud, herstel en ontwikkeling van de landschapswaarden;
-
behoud, herstel en/of ontwikkeling van de natuurwaarden in het algemeen en in het bijzonder voor:
-
kwetsbare soort(en) ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden – kwetsbare soort(en)';
-
(onverharde) paden, wegen en parkeervoorzieningen;
-
water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
-
extensief recreatief medegebruik.
5.2 Bouwregels
5.2.1 Gebouwen
Binnen deze bestemming zijn gebouwen niet toegestaan.
5.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Binnen deze bestemming zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet toegestaan.
5.3 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken geldt dat tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen niet zijn toegestaan.
5.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
5.4.1 Werken en werkzaamheden
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden – kwetsbare soort(en)':
-
het verzetten of vergraven van grond waarbij het maaiveld over meer dan 100 m² per perceel wordt gewijzigd of het maaiveld zelf met meer dan 0,20 m wordt gewijzigd;
-
het omzetten van grond of uitvoeren van bodemingrepen dieper dan 0,40 m onder maaiveld;
-
het aanleggen, dempen of wijzigen (van oevers, profiel, doorstroom- of bergingscapaciteit) van waterlopen, sloten en greppels;
-
het verlagen van de grondwaterstand door aanleg van drainage of door bemaling en/of bronnering;
-
het verwijderen of rooien van bos-, natuur- en landschapselementen en ander opgaand houtgewas zonder agrarische productiefunctie;
-
het aanleggen of aanplanten van bos-, natuur- en landschapselementen of ander opgaand houtgewas zonder agrarische productiefunctie;
-
het aanleggen of aanplanten van hoger dan 1,5 m opgaand of dieper dan 0,40 m onder maaiveld wortelend houtgewas met agrarische productiefunctie;
-
het permanent (voor meer dan 2 jaar aaneengesloten) omzetten van grasland naar een ander bodemcultuur;
-
het verwijderen van perceelsindelingen, zoals tot uiting komend in greppels, sloten, steilranden;
-
het verwijderen van onverharde wegen of paden;
-
het verwijderen, aanleggen en/of verharden van wegen, paden, parkeerterreinen of het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen, anders dan containervelden, voor groter dan 100 m² per perceel.
5.4.2 Uitzonderingen
Het in lid 5.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
-
het normale onderhoud en/of gebruik betreffen, dan wel van ondergeschikte betekenis zijn;
-
reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een verleende omgevingsvergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
5.4.3 Toelaatbaarheid
De in lid 5.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de in de bestemmingsomschrijving omschreven waarden.