Artikel 6                 Bedrijf

6.1          Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Bedrijf’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a     de volgende bedrijven met bijbehorende voorzieningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding:

1

‘agrarisch loonbedrijf’

agrarisch loonbedrijf

2

‘caravanstalling’

caravanstalling

3

‘detailhandel’

detailhandel

4

‘garage’

garage

5

‘groothandel’

groothandel

6

‘gemaal’

gemaal

7

‘hovenier’

hovenier

8

‘nutsbedrijf’

nutsbedrijf’

9

‘sportcentrum’

sportcentrum

10

‘tuincentrum’

tuincentrum

11

‘verkooppunt motorbrandstoffen met lpg’

verkooppunt motorbrandstoffen met lpg

12

‘woonschepenligplaats’

woonschepenligplaats

13

‘waterzuiveringsinstallatie’

waterzuiveringsinstallatie

14

‘specifieke vorm van bedrijf - aannemer’

aannemer

15

‘specifieke vorm van bedrijf - autogarage met tankstation’

autogarage met tankstation met lpg

16

‘specifieke vorm van bedrijf - autohandel’

autohandel

17

‘specifieke vorm van bedrijf - autohandel en sloperij’

autohandel en sloperij

18

‘specifieke vorm van bedrijf - autopoetsbedrijf en herstel motorvoertuigen’

autopoetsbedrijf en herstel motorvoertuigen

19

‘specifieke vorm van bedrijf - autoschadebedrijf’

autoschadebedrijf

20

‘specifieke vorm van bedrijf - betonfabriek’

betonfabriek

21

‘specifieke vorm van bedrijf – betonwarenbedrijf’

betonwarenbedrijf

22

‘specifieke vorm van bedrijf - betonreparatiefbedrijf’

betonreparatiefbedrijf

23

‘specifieke vorm van bedrijf - bouwmarkt, houthandel, timmerbedrijf’

bouwmarkt, houthandel, timmerbedrijf

24

‘specifieke vorm van bedrijf - bouwservicebedrijf’

bouwservicebedrijf

25

‘specifieke vorm van bedrijf - constructiewerkplaats’

constructiewerkplaats

26

‘specifieke vorm van bedrijf – constructiebedrijf van veiligheidsroosters, trappen en traptreden’

constructiebedrijf in veiligheidsroosters, trappen en traptreden

27

specifieke vorm van bedrijf - drukkerij’

drukkerij

28

specifieke vorm van bedrijf - dakdekkersbedrijf’

dakdekkersbedrijf

29

‘specifieke vorm van bedrijf - educatieve boerderij’

educatieve boerderij

30

‘specifieke vorm van bedrijf - engineering’

engineeringsbedrijf

31

‘specifieke vorm van bedrijf – gereedschap- en instrumentenmakerij’

gereedschap- en instrumentenmakerij

32

‘specifieke vorm van bedrijf – grondwerken’

bedrijf in grondwerken

33

‘specifieke vorm van bedrijf – groentenwasserij’

groentenwasserij

34

‘specifieke vorm van bedrijf – grondwerk- en drainagebedrijf’

grondwerk- en drainagebedrijf

35

‘specifieke vorm van bedrijf – grondverzetverhuurbedrijf’

grondverzetverhuurbedrijf

36

‘specifieke vorm van bedrijf -groothandel in olieprodukten’

groothandel in olieprodukten

37

‘specifieke vorm van bedrijf – handel in gedragen kleding’

handel in gedragen kleding

38

‘specifieke vorm van bedrijf – handelsindustrie in natuurproducten’

handelsindustrie in natuurproducten

39

‘specifieke vorm van bedrijf – groothandel in 2e hands goederen en nieuwe carnavals- en themakleding’

groothandel in 2e hands goederen en nieuwe carnavals- en themakleding

40

‘specifieke vorm van bedrijf – handelsmaatschappij’

handelsmaatschappij

41

‘specifieke vorm van bedrijf – hondenkennel’

hondenkennel

42

‘specifieke vorm van bedrijf – ijsbanenmateriaal’

bedrijf in ijsbanenmateriaal

43

‘specifieke vorm van bedrijf – jachtwerf’

jachtwerf

44

‘specifieke vorm van bedrijf – jachthaven en onderhoudswerf’

jachthaven en onderhoudswerf’

45

‘specifieke vorm van bedrijf – kabelrecyclingbedrijf’

kabelrecyclingbedrijf

46

specifieke vorm van bedrijf – kookclub’

kookclub

47

‘specifieke vorm van bedrijf – loodgietersbedrijf’

loodgietersbedrijf

48

specifieke vorm van bedrijf – loon- en grondverzet’

bedrijf in loon- en grondverzet

49

‘specifieke vorm van bedrijf – op- en overslag ten behoeve van asbestverwijderings- en sloopbedrijf’’

op- en overslag ten behoeve van asbestverwijderings- en sloopbedrijf

50

‘specifieke vorm van bedrijf – machinereparatiefabriek’

machinereparatiefabriek

51

‘specifieke vorm van bedrijf – natlasbedrijf’

natlasbedrijf

52

‘specifieke vorm van bedrijf – binnenopslag bestrating zonder verkoop aan huis’

binnenopslag bestrating zonder verkoop aan huis

53

‘specifieke vorm van bedrijf – opslag en showroom’

opslag en showroom

54

‘specifieke vorm van bedrijf – opslag t.b.v. waterbeheerder’

opslag t.b.v. de waterbeheerder

55

specifieke vorm van bedrijf – provinciale waterstaat’

provinciale waterstaat

56

‘specifieke vorm van bedrijf – softwareconsultancy’

bedrijf in softwareconsultancy

57

‘specifieke vorm van bedrijf – slagerij met detailhandel’

slagerij met detailhandel

58

‘specifieke vorm van bedrijf – sloperij’

sloperij

59

‘specifieke vorm van bedrijf – smederij/showroom’

smederij/ showroom

60

‘specifieke vorm van bedrijf – stratenmaker’

stratenmaker

61

‘specifieke vorm van bedrijf – stalling van auto’s’

stalling van auto’s (verkoop uitgesloten)

62

‘specifieke vorm van bedrijf – statische opslag’

statische opslag

63

‘specifieke vorm van bedrijf – tentenreparatiebedrijf’

tentenreparatiebedrijf

64

‘specifieke vorm van bedrijf – timmerfabriek’

timmerfabriek

65

‘specifieke vorm van bedrijf – timmermansbedrijf’

timmermansbedrijf

66

‘specifieke vorm van bedrijf – transportbedrijf’

transportbedrijf

67

‘specifieke vorm van bedrijf – transportbedrijf en zand- en grindhandel’

transportbedrijf en zand- en grindhandel

68

‘specifieke vorm van bedrijf – verhuur transportmiddelen’

verhuur transportmiddelen

69

‘specifieke vorm van bedrijf – (drink)waterproductiebedrijf’

(drink)waterproductiebedrijf

 

b     één bedrijfswoning per bestemmingsvlak waarbij geldt dat ter plaatse van de aanduiding ‘maximum aantal wooneenheden’ het aantal bedrijfswoningen niet meer mag bedragen dan is aangegeven;

c      aan-huis-verbonden beroepen of bedrijven;

d     groenvoorzieningen;

e     (onverharde) paden, wegen en parkeervoorzieningen;

f       water, waterhuishoudkundige en nutsvoorzieningen;

g      cultuurhistorisch waardevolle, beeldbepalende en/of monumentale bebouwing ter plaatse van de aanduiding ‘cultuurhistorische waarden’;

h     behoud, herstel en/of ontwikkeling van de natuurwaarden, ecologische waarden  en/of  landschappelijke waarden.

 

6.2          Bouwregels

 

6.2.1       Algemeen

Voor het bouwen van gebouwen gelden in het algemeen de volgende regels:

a     Per bestemmingsvlak is bebouwing ten behoeve van niet meer dan één bedrijf toegestaan.

b     De afstand van gebouwen tot de as van de weg waaraan wordt gebouwd mag niet minder bedragen dan 15 m.

c      De afstand van gebouwen tot de zijdelingse en/of achterste perceelsgrenzen mag niet minder bedragen dan 5 m.

d     Ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding – onbebouwd’ zijn geen gebouwen toegestaan.

 

6.2.2       Bedrijfsgebouwen

Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende regels:

a     De goothoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goot- en bouwhoogte (m)’.

b     De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goot- en bouwhoogte (m)’.

c      De oppervlakte bebouwing ten behoeve van de activiteit mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding ‘maximum oppervlakte (m²)’.

 

6.2.3       Bedrijfswoningen

Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende regels:

a     De goothoogte mag niet meer bedragen dan 6 m.

b     De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 9 m.

a     De inhoud mag niet meer bedragen dan 750 m3.

 

6.2.4       Bijgebouwen bij bedrijfswoningen

Voor het bouwen van bijgebouwen behorende bij bedrijfswoningen gelden de volgende regels:

a     De goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 m.

b     De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5,5 m.

c      De gezamenlijke oppervlakte mag niet meer bedragen dan 100 m².

d     Bijgebouwen dienen op een afstand van ten minste 2 m achter de voorgevelrooilijn van de bedrijfswoning te worden gebouwd.

e     De afstand van vrijstaande bijgebouwen tot de bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 25 m.

 


6.2.5       Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

a     De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m.

b     Ter plaatse van de aanduiding ‘waterzuiveringsinstallatie’ mag de bouwhoogte van een buffertoren niet meer bedragen dan 30 m.

c      De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m.

d     Paardenbakken zijn niet toegestaan.

 

6.3          Afwijken van de bouwregels

 

6.3.1       Afwijken algemene bouwregels

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in:

a     lid 6.2.1 onder b voor het bouwen van gebouwen op een afstand van minder dan 15 m tot de as van de weg mits hierdoor het stedenbouwkundig beeld en de verkeersveiligheid niet wordt aangetast.

b     lid 6.2.1 onder c voor het bouwen van gebouwen op een afstand van minder dan 5 m van de zijdelingse en/of achterste perceelgrens mits hierdoor het stedenbouwkundig beeld en de verkeersveiligheid niet wordt aangetast.

 

6.3.2       Afwijken bouwregels bedrijfsgebouwen en bedrijfswoningen

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in:

a     lid 6.2.2 onder a en/of b voor het bouwen van bedrijfsgebouwen met een hogere goothoogte tot maximaal 7,5 m en/of een hogere bouwhoogte tot maximaal 12 m, indien dit noodzakelijk is voor een doelmatige bedrijfsvoering;

b     lid 6.2.3 onder a en/of b voor het bouwen van een bedrijfswoning met een hogere goothoogte tot maximaal 7,5 m en/of een hogere bouwhoogte tot maximaal 10 m;

c      lid 6.2.4 onder d voor het bouwen van een bijgebouw op een afstand van minder dan 2 m achter de voorgevelrooilijn van de bedrijfswoning indien dit noodzakelijk is in verband met een doelmatige inrichting van het perceel;

d     lid 6.2.4 onder e voor het bouwen van een bijgebouw op een afstand van meer dan 25 m van de bedrijfswoning indien dit noodzakelijk is in verband met een doelmatige inrichting van het perceel.

 

6.3.3       Afwijken carnavalswagens

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 6.2.1 onder a voor het bouwen van een gebouw ten behoeve van het bouwen van carnavalswagens met inachtneming van de volgende regels:

a     De afwijking is uitsluitend mogelijk binnen een bestemmingsvlak ter plaatse van de aanduiding ‘bebouwingsconcentratie’.

b     De oppervlakte van het gebouw mag niet meer bedragen dan 200 m².

c      De goothoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goot- en bouwhoogte (m)’.

d     De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goot- en bouwhoogte (m)’.

6.3.4       Afwijken paardenbakken

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 6.2.5 onder d voor het realiseren van paardenbakken, met inachtneming van de volgende regels:

a     De paardenbak grenst direct aan het bestemmingsvlak waarbinnen een (bedrijfs)woning is toegestaan.

b     De afstand tot de meest nabijgelegen (bedrijfs)woning mag niet minder bedragen dan 25 m.

c      De totale oppervlakte van de paardenbak mag niet meer bedragen dan 1.200 m².

d     De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 2 m.

e     Lichtmasten zijn niet toegestaan.

f       De afwijking leidt niet tot onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van de naastgelegen percelen.

g      Er dient sprake te zijn van een zorgvuldige landschappelijke inpassing.

 

6.3.5       Afwijken bouwregels bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in:

a     lid 6.2.5 onder a voor het bouwen van erf- en terreinafscheidingen met een hogere bouwhoogte tot maximaal 2,5 m;

b     lid 6.2.5 onder c voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde met een hogere bouwhoogte tot 6 m;

c      lid 6.2.5 onder c voor het bouwen van kleine windmolens, ten behoeve van de opwekking van duurzame energie, waarbij dient te worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

1     De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 15 m.

2     Er mag geen sprake zijn van milieuhygiënische belemmeringen.

 

6.4          Specifieke gebruiksregels

 

6.4.1       Aan-huis-verbonden beroepen of bedrijven

Binnen deze bestemming is de uitoefening van aan-huis-verbonden beroepen of bedrijven toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de bedrijfswoning, waarbij moet worden voldaan aan de volgende regels:

a     De omvang van de activiteit mag niet meer bedragen dan 40% van de gezamenlijke oppervlakte van de bebouwing van de bedrijfswoning en/of bijgebouwen tot een maximum van 50 m².

b     Er vindt geen detailhandel plaats, uitgezonderd detailhandel in beperkte, ondergeschikte mate, in direct verband met de uitoefening van aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteiten.

c      De activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner.

d     De activiteit mag geen onevenredige verkeersaantrekkende werking hebben en parkeren dient op eigen terrein plaats te vinden.

e     De activiteit dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn.

 

6.4.2       Overige gebruiksregels

Ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf – opslag bestrating zonder verkoop aan huis’ mag de opslag uitsluitend binnen plaatsvinden.

 

6.5          Afwijken van de gebruiksregels

 

6.5.1       Afwijken aan-huis-verbonden beroepen of bedrijven

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 6.4.1 voor de uitoefening van aan-huis-verbonden beroepen of bedrijven als ondergeschikte activiteit bij de bedrijfswoning, waarbij moet worden voldaan aan de volgende regels:

a     De omvang van de activiteit mag niet meer bedragen 100 m².

b     Er vindt geen detailhandel plaats, uitgezonderd detailhandel in beperkte, ondergeschikte mate, in direct verband met de uitoefening van aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteiten.

c      De activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner.

d     De activiteit mag geen onevenredige verkeersaantrekkende werking hebben en parkeren dient op eigen terrein plaats te vinden.

e     De activiteit dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn.

 

6.6          Wijzigingsbevoegdheid

 

6.6.1       Andere bedrijfsactiviteiten

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen ten behoeve het vestigen van een ander soort bedrijf dan in lid 6.1 sub a genoemd, met inachtneming van de volgende regels:

a     De oppervlakte bedrijfsbebouwing mag niet worden vergroot.

b     Alleen bedrijven, die voorkomen in categorie 1 en 2 van de de Staat van bedrijfsactiviteiten (zie bijlage), of naar aard en invloed hiermee gelijk te stellen zijn, zijn toegestaan.

c      Bij wijziging ten behoeve van statische (binnen)opslag mag de oppervlakte niet meer bedragen dan 1.000 m².

d     De ontwikkeling mag geen onevenredige beperking opleveren voor de bestaande bedrijfsvoering/bedrijfsontwikkeling van omliggende (agrarische) bedrijven.

e     Het nieuw te vestigen bedrijf mag geen grotere publieks- en/of verkeersaantrekkende werking hebben dan de oorspronkelijk toegestane bedrijfssoort.

f       Er mag geen uitbreiding van bestaande detailhandel of nieuwvestiging van detailhandel plaatsvinden.

 

6.6.2       Uitbreiding bebouwde oppervlakte bedrijfsbebouwing

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen ten behoeve van de vergroting van de toegestane bebouwde oppervlakte bedrijfsbebouwing met inachtneming van de volgende regels:

a     De vergroting dient noodzakelijk te zijn voor een doelmatige bedrijfsvoering en/of -ontwikkeling van het bedrijf.

b     De vergroting dient plaats te vinden binnen het bestemmingsvlak.

c      Agrarisch technische hulpbedrijven en agrarische verwante bedrijven mogen uitbreiden met maximaal 25% van de toegestane maximale bebouwde oppervlakte.

d     Niet-agrarische bedrijven mogen uitbreiden met maximaal 15% van de toegestane maximale bebouwde oppervlakte.

e     Door de uitbreiding mag het bedrijf naar aard en invloed niet meer milieuhinder voor de omgeving opleveren.

f       Er mag geen sprake zijn van milieuhygiënische belemmeringen.

g      Er dient sprake te zijn van een zorgvuldige landschappelijke inpassing van de bedrijfsbebouwing.

 

6.6.3       Wijzigen naar wonen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen in de bestemming 'Wonen' voor zover het de voormalige bedrijfswoning betreft, waarbij moet worden voldaan aan de volgende regels:

a     Het bedrijf ter plaatse is beëindigd.

b     Het bestemmingsvlak wordt verkleind tot de voormalige bedrijfswoning met bijhorende bijgebouwen, tuinen, erven en verhardingen. Gelijktijdig vindt wijziging plaats van de overige gronden naar de aangrenzende bestemming ‘Agrarisch’, ‘Agrarisch met waarden – Landschapswaarden’ en/of ‘Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden’, waarbij deze worden bestemd overeenkomstig de genoemde aangrenzende bestemmingen.

c      De voormalige overtollige bedrijfsbebouwing dient te worden gesloopt, waarbij:

1     maximaal 10% van de oppervlakte van de te slopen overtollige bedrijfsgebouwen mag worden toegevoegd aan de inhoud van de woning tot een maximum van 900 m³ of aan de maximale oppervlakte aan bijgebouwen tot een maximum van 240 m².

2     in uitzondering op sub c1 ter plaatse van de aanduiding ‘bebouwingsconcentratie’ maximaal 20% van de oppervlakte van de te slopen overtollige bedrijfsgebouwen mag worden toegevoegd aan de inhoud van de woning tot een maximum van 900 m³  of aan de maximale oppervlakte aan bijgebouwen tot een maximum van 240 m².

3     Cultuurhistorisch waardevolle bebouwing en monumenten ter plaatse van de aanduiding ‘cultuurhistorische waarden’ dienen gehandhaafd te blijven.

d     De woning mag geen onevenredige beperking opleveren van de bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende (agrarische) bedrijven.

e     De woning dient aanvaardbaar te zijn uit een oogpunt van een milieuhygiënisch verantwoord woon- en leefklimaat.

f       De wijziging gaat gepaard met een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van bodem, water, natuur, landschap en/of cultuurhistorische en/of van extensieve recreatieve mogelijkheden van het plangebied.