11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘water’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. sloten, vaarten, poelen en daarmee gelijk te stellen waterlopen en -partijen ten behoeve van de wateraanvoer en -afvoer, de waterberging, het behoud van de natuurlijke en landschappelijke waarden en de recreatievaart;
b. recreatief medegebruik van het water en de oevers;
met de daarbij behorende:
c. kaden, dijken en oeverstroken;
d. bruggen, dammen en duikers;
e. paden;
f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
11.2 Bouwregels
a. Op of in deze gronden zullen geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd.
b. Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:
- de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5 m bedragen.
11.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- het gebruik van de gronden als permanente ligplaats voor vaartuigen en/of woonschepen.