19.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'waarde - beschermd dorpsgezicht' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, het herstel en de uitbouw van de karakteristieke, met de historische ontwikkeling samenhangende structuur en ruimtelijke kwaliteit van het gebied Wadwerderweg en de bebouwing. De Wadwerderweg is van belang vanwege zijn grote cultuurhistorische, architectuurhistorische en historisch-ruimtelijke waarden en zijn redelijk hoge mate van gaafheid en zeldzaamheid. De ruimtelijke structuur van het beschermde dorpsgezicht is als uitbreiding langs een uitvalsweg typerend voor de provincie Groningen voor de periode 1850-1940. Met name het westelijke gedeelte heeft een historische en structurele relatie met de noordelijk gelegen polders en het dorp Usquert. Daarnaast bezit een groot deel van de bebouwing een tamelijk hoge architectuurhistorische kwaliteit en redelijke mate van gaafheid.
19.2 Bouwregels
Voor het bouwen van gebouwen geldt, aanvullend op de bouwregels in de andere daar voorkomende bestemmingen, dat de nokrichting van de gebouwen haaks op de weg zal worden gesitueerd.
19.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 19.2, en toestaan dat een afwijkende nokrichting van de gebouwen wordt toegepast, mits de toepassing van de afwijkende nokrichting geen onevenredige aantasting van de bestaande doorzichten tot gevolg heeft.
19.4 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
a. Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
1. het aanbrengen en verwijderen van bomen, struiken en overige opgaande beplanting;
2. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen met een oppervlakte groter dan 75 m²;
3. het ophogen en/of afgraven van gronden;
4. het geheel of gedeeltelijk dempen van sloten en watergangen.
b. Het onder a vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden welke:
- het normale onderhoud betreffen;
- reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
c. De onder a genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het structurele groen en de historisch-ruimtelijke karakteristiek van het gebied.
d. Het bevoegd gezag kan voorwaarden stellen aan de vergunning ter voorkoming van aantasting van het structurele groen en de historisch-ruimtelijke karakteristiek van het gebied.