gemeente: Venlo   status: Vastgesteld
plannaam: Trade Port West-Oost   datum: 21-12-2010
 

Artikel 13 Verkeer

 

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Verkeer’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

      1. wegen, straten en paden met hoofdzakelijk een verkeersfunctie;

      2. voet- en rijwielpaden;

      3. groenvoorzieningen;

      4. waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen;

waarbij wordt gestreefd naar een inrichting hoofdzakelijk gericht op de afwikkeling van het doorgaande verkeer;

met daaraan ondergeschikt:

      1. bermen en beplanting;

      2. bosstroken;

      3. straatmeubilair;

met de daarbij behorende:

      1. voorzieningen van algemeen nut;

      2. waterstaatkundige kunstwerken (bruggen, sluizen, waterkeringen e.d.).

13.2 Bouwregels

 

13.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

      1. er mogen uitsluitend gebouwen ten behoeve van voorzieningen van algemeen nut worden gebouwd;

      2. de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer dan 3 m bedragen;

      3. de oppervlakte van gebouwen mag niet meer dan 15 m² bedragen.

13.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

      1. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 5 m bedragen;

      2. overkappingen zijn niet toegestaan;

      3. in afwijking van het bepaalde sub a mag de bouwhoogte van lichtmasten niet meer bedragen dan 12 m.

13.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan:

      1. de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

        1. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;

        2. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;

        3. ter waarborging van de verkeersveiligheid;

        4. ter waarborging van de sociale veiligheid;

        5. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;

      2. met betrekking tot de in het kader van waterhuishoudkundige voorzieningen alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen te nemen maatregelen ter voorkoming van overlast van hemelwater ten gevolge van nieuw op te richten bebouwing en/of aan te brengen oppervlakteverharding.

13.4 Specifieke gebruiksregels

Onder gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in elk geval verstaan het gebruik van de gebouwen en gronden voor:

      1. standplaats voor kampeermiddelen;

      2. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;

      3. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste en vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.