gemeente: Venlo   status: Vastgesteld
plannaam: Trade Port West-Oost   datum: 21-12-2010
 

Artikel 11 Maatschappelijk

 

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Maatschappelijk´ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

      1. ter plaatse van de aanduiding ‘militaire zaken’: het uitoefenen voor militaire zaken, waaronder tevens wordt begrepen het uitoefenen van activiteiten ten behoeve van een douanekantoor;

      2. waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen;

met daaraan ondergeschikt:

      1. wegen en paden;

      2. groenvoorzieningen;

      3. parkeervoorzieningen;

      4. voorzieningen van algemeen nut;

met de daarbij behorende:

      1. hoofdgebouwen;

      2. bijgebouwen

      3. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

      4. voorzieningen van algemeen nut.

11.2 Bouwregels

 

11.2.1 Gebouwen algemeen

      1. een gebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;

      2. het bebouwingspercentage mag per bouwperceel niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding “maximum bebouwingspercentage” is aangegeven.

11.2.2 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

      1. ter plaatse van de aanduiding “bijgebouwen uitgesloten” mogen uitsluitend hoofdgebouwen worden gebouwd

      2. de goothoogte van een hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding “maximale goothoogte” is aangegeven;

      3. de bouwhoogte van een hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding “maximale bouwhoogte” is aangegeven;

      4. het aantal bouwlagen mag niet meer bedragen dan 4.

11.2.3 Bijgebouwen

Voor het bouwen van bijgebouwen gelden de volgende regels:

      1. het bouwen van bijgebouwen is niet toegestaan bij de aanduiding “bijgebouwen uitgesloten”;

      2. de goothoogte van een bijgebouw mag niet meer bedragen dan 6 meter;

      3. de bouwhoogte van een bijgebouw mag niet meer bedragen dan 9 meter.

11.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:

      1. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2,35 m bedragen;

      2. de bouwhoogte van verlichtingsarmaturen, vlaggenmasten en lichtmasten mag niet meer dan 15 m bedragen;

      3. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 m bedragen.

11.2.5 Voorzieningen van algemeen nut

Voor het bouwen van voorzieningen ten behoeve van algemeen nut gelden de volgende regels:

      1. de oppervlakte mag niet meer bedragen dan 35 m2;

      2. de hoogte mag niet meer bedragen dan 2,5 meter.

11.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

      1. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;

      2. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;

      3. ter waarborging van de verkeersveiligheid;

      4. ter waarborging van de sociale veiligheid;

      5. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.

11.4 Afwijking van de bouwregels

 

11.4.1 Afwijkingen

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 11.2.1 sub a en worden toegestaan dat gebouwen buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits:

      1. de oppervlakte van gebouwen buiten het bouwvlak niet meer bedraagt dan 10% van de oppervlakte van het bouwvlak per bouwperceel;

      2. de afstand tot de perceelsgrens niet minder dan 3 m bedraagt;

      3. de bouwhoogte niet meer dan 4 m bedraagt, met dien verstande dat indien de maximale bouwhoogte van gebouwen gelegen op hetzelfde bouwperceel als bedoeld in lid 11.2.2 sub c minder bedraagt dan 4 m, de maximale bouwhoogte niet meer mag bedragen dan deze hoogte.

11.4.2 Criteria

De in lid 11.4.1 genoemde afwijkingen kunnen slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

      1. het straat- en bebouwingsbeeld;

      2. de milieusituatie;

      3. de verkeersveiligheid;

      4. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

11.5 Specifieke gebruiksregels

Onder gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in elk geval verstaan het gebruik van de gebouwen en gronden voor:

      1. geluidzoneringsplichtige inrichtingen;

      2. wonen

      3. detailhandel;

      4. een verkooppunt voor motorbrandstoffen (inclusief LPG);

      5. prostitutie en/of seksinrichtingen;

      6. grootschalige kantoorlocaties.

11.6 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming “Maatschappelijk” te wijzigen in de bestemming “Bedrijf”, met dien verstande dat:

      1. bedrijven zijn toegestaan die zich richten op (grootschalige) logistieke bedrijvigheid;

      2. dienstverlenende bedrijven zijn toegestaan ten behoeve van of in directe relatie staan met de bovengenoemde bedrijven zoals:

            1. garagebedrijven, in hoofdzaak gericht op het wegtransport en verkooppunten voor motorbrandstoffen (exclusief LPG);

            2. horecabedrijven (al dan niet met overnachtingsmogelijkheid);

        1. kantoor- en vergaderruimten en andere, aan het wegvervoer ondersteunende faciliteiten;

        2. overige dienstverlenende bedrijven.