Buitengebied Nuth

Status: Vastgesteld
Identificatie: NL.IMRO.0951.Buitengebied2013-VA03
Plantype: gemeentelijke overheid/bestemmingsplan

Artikel 27 Algemene wijzigingsregels

 

27.1 Wijzigingen

 

27.1.1 Wijzigen naar bestemming 'Wonen'

Het bevoegd gezag kan de bestemming ‘Agrarisch’ en ‘Agrarisch met waarden – Natuur- en landschapswaarden’ wijzigen in de bestemming 'Wonen', voor zover het de voormalige agrarische bedrijfswoning betreft en indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  1. Het agrarisch bedrijf ter plaatse dient te zijn beëindigd en agrarisch hergebruik is niet langer mogelijk.

  2. De vestiging van de nieuwe woning mag geen onevenredige beperking opleveren van de bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende (agrarische) bedrijven.

  3. De nieuwe woning dient aanvaardbaar te zijn uit een oogpunt van een milieuhygiënisch verantwoord woon- en leefklimaat.

  4. De overige gronden van deze bestemming wordt bestemd overeenkomstig de aangrenzende gebiedsgerichte bestemmingen.

  5. De overtollige bedrijfsbebouwing dient te worden gesloopt tot 200 m² met uitzondering van cultuurhistorisch waardevolle bebouwing.

  6. De ontwikkeling voldoet aan de eisen die zijn gesteld in het van toepassing zijnde Limburgs Kwaliteitsmenu. Indien de ontwikkeling op basis van het Kwaliteitsmenu dient bij te dragen aan een verbetering van de omgevingskwaliteit, wordt hiertoe een landschappelijk inrichtingsplan overlegd waarin de landschappelijke inpassing van de bebouwing en de andere te verrichten kwaliteitsverbeterende maatregelen zijn beschreven en waaromtrent advies is ingewonnen bij een onafhankelijke, objectieve commissie. De landschappelijke inpassing dient op basis van het inrichtingsplan te worden gerealiseerd en in stand te worden gehouden.

 

27.1.2 Wijzigen naar ‘wonen’ met een extra woning via boerderijsplitsing

Het bevoegd gezag kan de bestemming ‘Agrarisch’ en ‘Agrarisch met waarden – Natuur- en landschapswaarden’ wijzigen in de bestemming 'Wonen' ten behoeve van de splitsing van een boerderijgebouw (de voormalige agrarische bedrijfswoning) in twee woningen, indien voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  1. Het agrarisch bedrijf ter plaatse dient te zijn beëindigd en agrarisch hergebruik is niet langer mogelijk.

  2. Splitsing is alleen toegestaan ter plaatse van de aanduiding ‘karakteristiek’ en indien dit past binnen het gemeentelijk woningbouwprogramma.

  3. Splitsing is alleen toegestaan, indien het een woonboerderij betreft, waarbij de woningen gesitueerd dienen te worden binnen de bestaande bouwmassa.

  4. De bouwmassa van de woonboerderij dient een inhoud te hebben van ten minste 700 m3 in één eenheid.

  5. Bij splitsing mogen max. twee volwaardige woningen ontstaan, met beide een inhoud van ten minste 350 m3.

  6. Het bestaande architectonische karakter van de woonboerderij en de daaraan te onderkennen cultuurhistorische waarden, mogen niet wezenlijk worden aangetast.

  7. De vestiging van de nieuwe woning mag geen onevenredige beperking opleveren voor de bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende (agrarische) bedrijven.

  8. Voor zover er sprake is van de aanwezigheid van meer bedrijfsgebouwen/bijgebouwen dan 200 m² per woning, dienen die gebouwen te worden gesloopt met uitzondering van cultuurhistorische bebouwing ter plaatse van de aanduiding ‘karakteristiek’.

  9. De ontwikkeling voldoet aan de eisen die zijn gesteld in het van toepassing zijnde Limburgs Kwaliteitsmenu. Indien de ontwikkeling op basis van het Kwaliteitsmenu dient bij te dragen aan een verbetering van de omgevingskwaliteit, wordt hiertoe een landschappelijk inrichtingsplan overlegd waarin de landschappelijke inpassing van de bebouwing en de andere te verrichten kwaliteitsverbeterende maatregelen zijn beschreven en waaromtrent advies is ingewonnen bij een onafhankelijke, objectieve commissie. De landschappelijke inpassing dient op basis van het inrichtingsplan te worden gerealiseerd en in stand te worden gehouden.

 

27.1.3 Wijziging ten behoeve van recreatieve voorzieningen

Het bevoegd gezag kan de bestemming ‘Agrarisch’ en ‘Agrarisch met waarden – natuur- en landschapswaarden’ wijzigen in de bestemming ‘Recreatie’ uitsluitend ten behoeve van recreatieve voorzieningen in de vorm van dag-/verblijfsrecreatie indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  1. Het agrarisch bedrijf ter plaatse dient te zijn beëindigd en agrarisch hergebruik is niet langer mogelijk.

  2. De oppervlakte aan recreatieve voorzieningen per vrijgekomen agrarische bedrijfslocatie dient door sloop van overtollige bebouwing teruggebracht te worden tot
    500 m², waarbij waardevolle bebouwing ter plaatse van de aanduiding ‘karakteristiek ‘zoals aangeduid gehandhaafd dienen te blijven.

  3. Bij de recreatievoorziening is daghoreca toegestaan tot een maximum oppervlakte van 50 m² of een terras van 100 m².

  4. De ontwikkeling voldoet aan de eisen die zijn gesteld in het van toepassing zijnde Limburgs Kwaliteitsmenu. Indien de ontwikkeling op basis van het Kwaliteitsmenu dient bij te dragen aan een verbetering van de omgevingskwaliteit, wordt hiertoe een landschappelijk inrichtingsplan overlegd waarin de landschappelijke inpassing van de bebouwing en de andere te verrichten kwaliteitsverbeterende maatregelen zijn beschreven en waaromtrent advies is ingewonnen bij een onafhankelijke, objectieve commissie. De landschappelijke inpassing dient op basis van het inrichtingsplan te worden gerealiseerd en in stand te worden gehouden.

 

27.1.4 Wijziging ten behoeve van semi-agrarische bedrijven zoals agrarisch technische hulpbedrijven en/of agrarisch verwante bedrijven

Het bevoegd gezag kan de bestemming ‘Agrarisch’ wijzigen in de bestemming ‘Bedrijf’ uitsluitend ten behoeve van het vestigen van agrarisch technische hulpbedrijven en/of agrarisch verwante bedrijven, indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  1. Het agrarisch bedrijf ter plaatse dient te zijn beëindigd en agrarisch hergebruik is niet langer mogelijk.

 

  1. De wijziging is niet toegestaan op locaties grenzend aan een of meer van de volgende bestemmingen ‘Agrarisch met waarden – Natuur- en landschapswaarden’ en ‘Natuur’.

  2. De bestaande oppervlakte aan bedrijfsgebouwen mag niet worden vergroot.

  3. De in het gebied aanwezige waarden mogen niet onevenredig worden aangetast.

  4. De ontwikkeling voldoet aan de eisen die zijn gesteld in het van toepassing zijnde Limburgs Kwaliteitsmenu. Indien de ontwikkeling op basis van het Kwaliteitsmenu dient bij te dragen aan een verbetering van de omgevingskwaliteit, wordt hiertoe een landschappelijk inrichtingsplan overlegd waarin de landschappelijke inpassing van de bebouwing en de andere te verrichten kwaliteitsverbeterende maatregelen zijn beschreven en waaromtrent advies is ingewonnen bij een onafhankelijke, objectieve commissie. De landschappelijke inpassing dient op basis van het inrichtingsplan te worden gerealiseerd en in stand te worden gehouden.

 

27.1.5 Wijziging ten behoeve van niet-agrarische bedrijven

Het bevoegd gezag kan de bestemming ‘Agrarisch’ wijzigen in de bestemming ‘Bedrijf’, indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  1. Het agrarisch bedrijf ter plaatse dient te zijn beëindigd en agrarisch hergebruik is niet langer mogelijk.

  2. De oppervlakte aan functies per vrijgekomen agrarische bedrijfslocatie dient door sloop van overtollige bebouwing te worden teruggebracht tot 400 m², waarbij waardevolle bebouwing ter plaatse van de aanduiding ‘karakteristiek‘ gehandhaafd dient te blijven.

  3. De in het gebied aanwezige waarden mogen niet onevenredig worden aangetast.

  4. De niet-buitengebied gebonden functie mag geen onevenredige publieks- en/of verkeersaantrekkende werking tot gevolg hebben.

  5. Detailhandel is uitsluitend toegestaan als ondergeschikte functie bij de te vestigen hoofdfunctie tot een maximale oppervlakte van 35 m².

  6. Alleen bedrijven die voorkomen in categorie 1 en 2 in de Staat van Bedrijfsactiviteiten (bijlage 1 bij deze regels) zijn toegestaan.

  7. De ontwikkeling voldoet aan de eisen die zijn gesteld in het van toepassing zijnde Limburgs Kwaliteitsmenu. Indien de ontwikkeling op basis van het Kwaliteitsmenu dient bij te dragen aan een verbetering van de omgevingskwaliteit, wordt hiertoe een landschappelijk inrichtingsplan overlegd waarin de landschappelijke inpassing van de bebouwing en de andere te verrichten kwaliteitsverbeterende maatregelen zijn beschreven en waaromtrent advies is ingewonnen bij een onafhankelijke, objectieve commissie. De landschappelijke inpassing dient op basis van het inrichtingsplan te worden gerealiseerd en in stand te worden gehouden.

 

27.1.6 Wijziging ten behoeve van zorgvoorzieningen / maatschappelijke voorzieningen

Het bevoegd gezag kan de bestemming ‘Agrarisch’ en ‘Agrarisch met waarden – Natuur- en landschapswaarden’ wijzigen in de bestemming ‘Maatschappelijk’ uitsluitend ten behoeve van maatschappelijke zorgvoorzieningen, indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  1. Het agrarisch bedrijf ter plaatse dient te zijn beëindigd en agrarisch hergebruik is niet langer mogelijk.

 

  1. De oppervlakte aan zorgvoorzieningen per vrijgekomen agrarische bedrijfslocatie dient door sloop van overtollige bebouwing te worden teruggebracht tot 250 m², waarbij waardevolle bebouwing ter plaatse van de aanduiding ‘karakteristiek’ gehandhaafd dient te blijven.

  2. De vestiging van de zorgvoorzieningen mag geen onevenredige beperking opleveren van de bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende (agrarische) bedrijven.

  3. De ontwikkeling voldoet aan de eisen die zijn gesteld in het van toepassing zijnde Limburgs Kwaliteitsmenu. Indien de ontwikkeling op basis van het Kwaliteitsmenu dient bij te dragen aan een verbetering van de omgevingskwaliteit, wordt hiertoe een landschappelijk inrichtingsplan overlegd waarin de landschappelijke inpassing van de bebouwing en de andere te verrichten kwaliteitsverbeterende maatregelen zijn beschreven en waaromtrent advies is ingewonnen bij een onafhankelijke, objectieve commissie. De landschappelijke inpassing dient op basis van het inrichtingsplan te worden gerealiseerd en in stand te worden gehouden.

 

27.1.7 Wijziging naar Sport

Het bevoegd gezag kan de bestemming ‘Agrarisch’ en ‘Agrarisch met waarden – Natuur- en landschapswaarden’ wijzigingen in de bestemming ‘Sport’, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

  1. De wijziging is niet toegestaan op locaties grenzend aan een of meer van de volgende bestemmingen ‘Agrarisch met waarden – Natuur- en landschapswaarden’ en ‘Natuur’.

  2. Het agrarisch bedrijf ter plaatse dient te zijn beëindigd en agrarisch hergebruik is niet langer mogelijk.

  3. De ontwikkeling voldoet aan de eisen die zijn gesteld in het van toepassing zijnde Limburgs Kwaliteitsmenu. Indien de ontwikkeling op basis van het Kwaliteitsmenu dient bij te dragen aan een verbetering van de omgevingskwaliteit, wordt hiertoe een landschappelijk inrichtingsplan overlegd waarin de landschappelijke inpassing van de bebouwing en de andere te verrichten kwaliteitsverbeterende maatregelen zijn beschreven en waaromtrent advies is ingewonnen bij een onafhankelijke, objectieve commissie. De landschappelijke inpassing dient op basis van het inrichtingsplan te worden gerealiseerd en in stand te worden gehouden.

 

27.1.8 Wijziging naar Natuur

Het bevoegd gezag kan gronden wijzigen in de bestemming ‘Natuur’ ten behoeve van behoud, herstel en/of ontwikkeling van de natuur, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

  1. De wijziging mag uitsluitend plaatsvinden voor de realisatie van beekherstel, de ecologische hoofdstructuur ter plaatse van de aanduiding ‘ecologische hoofdstructuur’, ecologische verbindingszones ter plaatse van de aanduiding ‘ecologische verbindingszones’ en/of het landschappelijk raamwerk of ten behoeve van bos-, natuur- of landschapscompensatie aansluitend aan deze zones.

  2. De wijziging mag pas plaatsvinden nadat de aankoop/overdracht in voldoende mate verzekerd is of al heeft plaatsgevonden of zelfrealisatie plaats heeft gevonden.

 

 

  1. De wijziging ten behoeve van behoud en/of ontwikkeling van natuur mag pas plaatsvinden nadat verzekerd is dat een aaneengesloten natuurgebied of natuurzone van voldoende omvang kan ontstaan.

  2. De wijziging is uitsluitend toegestaan als de in het gebied aanwezige gebiedswaarden niet worden aangetast.

 

27.1.9 Wijziging naar Water of Water - Natuurlijke waarden

Het bevoegd gezag gronden wijzigen in de bestemming ‘Water’ en/of ‘Water - Natuurlijke waarden’ ten behoeve van behoud en/of ontwikkeling van water, beekherstel en/of waterberging, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

  1. De wijziging mag uitsluitend plaatsvinden voor de realisatie van waterberging, waterbuffering, beekherstel, de ecologische hoofdstructuur, ecologische verbindingszones en/of het landschappelijk raamwerk of ten behoeve van bos-, natuur- of landschapscompensatie aansluitend aan deze zones.

  2. De wijziging pas plaatsvindt, nadat de aankoop/overdracht in voldoende mate verzekerd is of al heeft plaatsgevonden of zelfrealisatie plaats heeft gevonden.

  3. De wijziging is uitsluitend toegestaan als de aanwezige gebiedswaarden niet onevenredig worden aangetast.