Gemeente:
Brunssum
Plannaam:
Bestemmingsplan Centrum
Status:
Vastgesteld
Status Datum:
24-02-2010

Artikel 7 Gemengd - 2

 

7.1 bestemmingsomschrijving

De voor Gemengd -2 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

      1. consument verzorgende ambachtelijke activiteiten op de begane grond;

      2. bestaande detailhandel op de begane grond met een maximum bedrijfsvloeroppervlak van 250 m²;

      3. ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van detailhandel - supermarkt 1 een supermarkt met een maximum bedrijfsvloeroppervlak van 1.600 m² op de begane grond en 800 m² ondergronds;

      4. ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van detailhandel - supermarkt 2 een supermarkt met een maximum bedrijfsvloeroppervlak van 1.350 m², alsmede (buurtwinkelcentrum gerelateerde) detailhandel met een maximum bedrijfsvloeroppervlak van 250 m2;

      5. dienstverlening op de begane grond;

      6. horeca op de begane grond;

      7. maatschappelijke voorzieningen op de begane grond;

      8. bestaand wonen, met daaraan ondergeschikt aan huis gebonden beroepen;

      9. ter plaatse van de aanduiding cultuur en ontspanning een cultureel centrum met horecavoorziening;

      10. ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van horeca - hotel een hotel op de verdieping;

      11. terrassen met dien verstande dat hierbij minimaal 1 m van het trottoir beschikbaar blijft voor voetgangers;

      12. ter plaatse van de aanduiding sporthal een sporthal;

      13. ter plaatse van de aanduiding parkeerterrein een parkeerterrein;

      14. ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van wonen-garageboxen, tevens garageboxen;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, wegen en paden, pleinen, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, voorzieningen van openbaar nut, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.

7.2 bouwregels

 

7.2.1 Gebouwen

Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:

      1. gebouwd binnen het bouwvlak;

      2. in afwijking van het begrip peil zoals opgenomen in artikel 1, geldt, voor de gronden binnen deze bestemming grenzend aan en/of op het Lindeplein, dat het peil gemeten dient te worden vanaf het Lindeplein;

      3. het aantal bouwlagen mag niet meer bedragen dan aangeduid, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding maximale bouwhoogte maximaal de ter plaatse aangeduide bouwhoogte geldt;

      4. de eerste bouwlaag van een niet-woonfunctie heeft een hoogte van maximaal 4,5 m en bouwlagen op de verdieping hebben een maximale hoogte van 3,2 m;

      5. een bouwlaag ten behoeve van een woonfunctie heeft een maximale hoogte van 3,2 m;

      6. het bebouwingspercentage per bouwvlak is maximaal 100% met dien verstande dat daar waar het bebouwingspercentage is aangeduid dit percentage als maximum geldt;

      7. de voorgevel van een hoofdgebouw dient evenwijdig aan de naar de openbare weg gekeerde bouwgrens te worden gebouwd;

      8. afstand tot de zijdelingse bouwperceelsgrens is bij vrijstaande gebouwen aan twee zijden minimaal 3 m en bij aaneengebouwde gebouwen bij de niet aaneengebouwde zijgevel aan één zijde minimaal 3 m, met dien verstande dat op gronden met een naar de weg gekeerde zijdelingse perceelsgrens (hoeksituaties) de voorgevelrooilijn van de aan die openbare weg gelegen bebouwing niet overschreden mag worden;

      9. inhoud van een grondgebonden woning minimaal 225 m3 en maximaal 1000 m³;

      10. inhoud van een gestapelde en bovenwoning minimaal 150 m³.

7.2.2 Ondergronds bouwen

Ondergronds bouwen voldoet aan de volgende kenmerken:

      1. gebouwd binnen of buiten het bouwvlak;

      2. de verticale bouwdiepte van een (ondergronds) bouwwerk mag maximaal 5 m bedragen;

      3. in afwijking van lid 7.2.2 onder b is ter plaatse van de aanduiding cultuur en ontspanning de verticale bouwdiepte van een (ondergronds) bouwwerk gemeten vanaf het Lindeplein maximaal 9 m.

7.2.3 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen

Aan- en uitbouwen en bijgebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:

      1. aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden opgericht;

      2. aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen uitsluitend op een afstand van minimaal 3 m achter de voorgevelrooilijn worden gebouwd;

      3. aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen, in afwijking van het bepaalde in lid 7.2.3 onder b op een afstand van minimaal 2,4 m achter de voorgevelrooilijn worden gebouwd, met dien verstande dat de afstand van de aan- of uitbouw of het bijgebouw tot de openbare weg minimaal 5 m bedraagt;

      4. in afwijking van het bepaalde in lid 7.2.3 onder b is het toegestaan om per gestapelde woning / bovenwoning bijgebouwen op te richten tot op de voorgevelrooilijn met een maximum oppervlak van 20 m², met dien verstande dat een afstand tot de zijdelingse perceelsgrens van minimaal 3 m in acht dient te worden genomen;

      5. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij een hoofdgebouw, voor zover gelegen buiten het bouwvlak, mag niet meer bedragen dan 70 m²;

      6. de goothoogte van een aan- en uitbouw en een bijgebouw bedraagt maximaal 3,2 m;

      7. de bouwhoogte van een aan- en uitbouw en een bijgebouw bedraagt maximaal 6 m;

      8. een aan- en uitbouw en bijgebouw dient in, of op een minimale afstand van 1 m, van de zijdelingse perceelsgrens te worden geplaatst, met dien verstande dat maximaal 50% van de zijdelingse perceelsgrens bebouwd mag worden;

      9. de dakhelling van een aan- en uitbouw en bijgebouw opgericht tussen de voorgevelrooilijn en de achtergevelrooilijn bedraagt 45°;

      10. het maximale bebouwingspercentage per bouwperceel bedraagt 50 voor grondgebonden woningen en 60 voor gestapelde woningen;

7.2.4 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Bouwwerken geen gebouwen zijnde voldoen aan de volgende kenmerken:

      1. de bouwhoogte is maximaal:

        1. erfafscheidingen voor de voorgevelrooilijn: 1 m;

        2. erfafscheidingen achter de voorgevelrooilijn: 2 m;

        3. carport / terrasoverkapping: 3,2 m;

        4. voorzieningen voor openbare verlichting en vlaggenmasten: 8 m;

        5. antennemasten: 12 m;

        6. overige bouwwerken geen gebouwen zijnde: 3 m.

7.3 nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen met betrekking tot:

      1. de minimale en maximale maatvoering ten behoeve van de situering en afmetingen van gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde;

      2. ten behoeve van de situering van gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde;

wanneer dit noodzakelijk is:

      1. ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;

      2. ter voorkoming dat afbreuk wordt gedaan aan het stedenbouwkundig beeld, de parkeerbalans en de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse.

7.4 ontheffing van de bouwregels

 

7.4.1 Ontheffing

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in:

      1. lid 7.2.1 onder a en toestaan dat een hoofdgebouw de bouwgrens aan de achterzijde van het bouwperceel met maximaal 3 m overschrijdt;

      2. lid 7.2.1 onder c ten behoeve van het oprichten van een extra bouwlaag en/of lid 7.2.1 onder d dan wel e ten behoeve van het afwijken van de maximale bouwhoogte van een bouwlaag, met dien verstande dat de overschrijding van de maximaal toegestane totale bouwhoogte met niet meer dan 3,2 m wordt overschreden;

      3. lid 7.2.1 onder h voor het uitbreiden van een hoofdgebouw tot in de zijdelingse perceelsgrens en op gronden met een naar de openbare weg gekeerde zijdelingse perceelsgrens (hoeksituaties), voor het overschrijden van de voorgevelrooilijn van de aan die openbare weg gelegen bebouwing;

      4. lid 7.2.3 onder b en toestaan dat een aan- of uitbouw of een bijgebouw tot op de voorgevelrooilijn wordt opgericht;

      5. lid 7.2.3 onder f en een goothoogte van maximaal 6 m toestaan voor aan- en uitbouwen en bijgebouwen opgericht achter de achtergevelrooilijn;

      6. lid 7.2.3 onder f en een goothoogte toestaan, voor aan- en uitbouwen en bijgebouwen opgericht tussen de voorgevelrooilijn en de achtergevelrooilijn, die gelijk is aan de eerste bouwlaag van de aangrenzende bebouwing en lid 7.2.3 onder g en een bouwhoogte toestaan, voor aan- en uitbouwen en bijgebouwen opgericht tussen de voorgevelrooilijn en de achtergevelrooilijn, van 3 m boven de goothoogte;

      7. lid 7.2.3 onder i en een dakhelling van 60° toestaan;

      8. lid 7.2.3 onder j voor het ophogen van het maximum bebouwingspercentage per bouwperceel naar 60.

7.4.2 Voorwaarden

bij het verlenen van ontheffing als bedoeld in lid 7.4.1 gelden de volgende voorwaarden:

      1. de belangen van derden mogen niet onevenredig worden geschaad;

      2. er mogen geen onevenredig nadelige gevolgen ontstaan voor het woonmilieu;

      3. er mag geen afbreuk worden gedaan aan het stedenbouwkundig beeld en de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse.

7.5 specifieke gebruiksregels

 

7.5.1 Detailhandel

Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval begrepen een gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel wanneer het perceel gedurende een aaneengesloten periode van 2 jaren niet voor detailhandel is gebruikt. In dat geval mag het perceel nog uitsluitend gebruikt worden voor de overige in de bestemmingsomschrijving genoemde functies. Deze bepaling is niet van toepassing op de locatie Rumpenerstraat 141, aangeduid als ‘specifieke vorm van detailhandel - supermarkt 2’ en nader beschreven in artikel 7.1 onder d;

7.5.2 Aan huis gebonden beroepen

De binnen deze bestemming gelegen bebouwing kan worden gebruikt voor een aan huis gebonden beroep met dien verstande dat:

      • de woonfunctie in overwegende mate blijft gehandhaafd;

      • geen onevenredige nadelige gevolgen voor het woonmilieu ontstaan of kunnen ontstaan;

      • maximaal 30% van het vloeroppervlak tot een maximum van 35 m2 als zodanig mag worden gebruikt;

      • het aan huis gebonden beroep wordt uitgeoefend door de bewoner van het pand;

      • de woonuitstraling behouden blijft;

      • het aan huis gebonden beroep wordt uitgeoefend in de hoofdmassa en/of het aangebouwde bijgebouw; dan wel in een vrijstaand bijgebouw gelegen binnen een zone van 3 m uit de oorspronkelijke achtergevel;

      • de parkeerbalans in de directe woonomgeving niet onevenredig nadelig wordt of kan worden beïnvloed.