gemeente: Wormerland   status: Onherroepelijk
plannaam: Poort van Wormer 2010   datum: 12-06-2012
 

Artikel 3 Gemengd

 

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Gemengd aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. bedrijven in de milieucategorieën 1 tot en met 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, dienstverlening, kantoren, maatschappelijke voorzieningen en reguliere horeca, met dien verstande dat het gezamenlijk bruto vloeroppervlak van deze functies niet meer mag zijn dan 750 m2;

  2. wonen, met dien verstande dat het aantal wooneenheden niet meer dan 220 mag zijn;

  3. aan huis verbonden beroepen, mits de oppervlakte niet meer bedraagt dan 30% van het vloeroppervlakte van de woning tot een maximum van 30m2 waarbij geldt dat:

  1. geen onevenredige druk op de bestaande parkeermogelijkheden bij de woning en in de omgeving van de woning mag ontstaan;

  2. geen detailhandel is toegestaan;

  1. wegen en straten, wandel- en fietspaden met een functie gericht op verblijf alsmede de afwikkeling van het doorgaande verkeer;

  2. parkeer-, groen- en speelvoorzieningen.

  3. water;

  4. nutsvoorzieningen;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.

3.2 Bouwregels

 

3.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  1. Gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak;

  2. de bouwhoogte mag maximaal de ter plaatse van de aanduiding maximale bouwhoogte aangegeven bouwhoogte bedragen;

  3. het oprichten van woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen is slechts toegestaan indien de woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen voorzien zijn van een dove gevel tenzij:

  1. de woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen voldoen aan de door het bevoegd gezag vastgestelde hogere grenswaarde en niet meer dan 55 dB(A) aan industrielawaai op de gevel van het hoofdgebouw hebben;

  2. of de woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen voldoen aan de voorkeursgrenswaarde. [deze bepaling is met uitspraak 201109858/1/R1 vernietigd en vervangen door de volgende bepaling:]

  1. de woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen dienen te zijn voorzien van een dove gevel tenzij:

  1. de woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen voldoen aan de door het bevoegd gezag vastgestelde hogere grenswaarde en niet meer dan 55 dB(A) aan industrielawaai op de gevel van het hoofdgebouw hebben;

  2. of de woningen en andere geluidgevoelige gebouwen voldoen aan de voorkeursgrenswaarde.

 

3.2.2 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  1. De bouwhoogte van lichtmasten mag maximaal 6 m bedragen;

  2. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde mogen maximaal 3 m bedragen.

3.3 Afwijking van de gebruiksregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:

  1. het bepaalde in artikel a voor het toestaan van een groter bruto vloeroppervlak, mits:

  1. het maatschappelijke voorzieningen voor zorg- en welzijnsinstellingen betreft;

  2. geluidgevoelige gebouwen voldoen aan de door het bevoegd gezag vastgestelde hogere grenswaarde en de geluidgevoelige gebouwen niet meer dan 55 dB(A) aan industrielawaai op de gevel van het hoofdgebouw hebben, of de geluidgevoelige gebouwen voldoen aan de voorkeursgrenswaarde;

  1. het bepaalde in artikel b voor het toestaan van een groter aantal wooneenheden, mits:

  1. er woningen gerealiseerd worden met een bruto vloeroppervlak kleiner dan 70 m2;

  2. de woningen voldoen aan de door het bevoegd gezag vastgestelde hogere grenswaarde en de woningen niet meer dan 55 dB(A) aan industrielawaai op de gevel van het hoofdgebouw hebben, of de woningen voldoen aan de voorkeursgrenswaarde.

  1. het bepaalde in artikel 3.1 voor het toestaan van een aan huis verbonden bedrijf, mits:

  1. de oppervlakte maximaal 40% van de vloeroppervlakte van de gebouwen bedraagt tot een maximum van 45 m2;

  2. er geen sprake is van een duurzame ontwrichting van de bestaande distributieve voorzieningen of een ernstige verstoring van de verzorgingsstructuur;

  3. er geen detailhandel plaatsvindt behalve als ondergeschikte nevenactiviteit bij de uitoefening van een aan huis gebonden bedrijf.