Artikel 11 Algemene aanduidingsregels

 

11.1 luchtvaartverkeerzone - 2

 

11.1.1 Verbod

Binnen de 'luchtvaartverkeerzone - 2' geldt een bouwverbod voor gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde c.q. voor een hogere bebouwing dan de maximum bouwhoogte van 56 meter boven NAP in verband met de IHCS dat aangeeft het beschermingsgebied van de IHCS. Deze maximum hoogten mogen ook niet worden overschreden door bouwwerken zoals antennes, vlaggenmasten e.d..

 

11.2 milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied

De voor 'milieuzone – grondwaterbeschermingsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor de bescherming van de grondwaterkwaliteit.

 

11.2.1 Verbod

Op de gronden mag niet worden gebouwd.

 

11.2.2 Afwijking

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in 11.2.1 en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen worden gebouwd, mits:

  1. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de waterkering/watersystemen/waterbergingsgebieden;

  2. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de betreffende waterkering/watersystemen/waterbergingsgebieden.

 

11.3 vrijwaringszone - radarverstoringsgebied

 

11.3.1 Verbod

Binnen de vrijwaringszone – radarverstoringsgebied geldt een bouwverbod voor gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde c.q. voor een hogere bebouwing dan de maximum bouwhoogte van 63 m boven NAP teneinde de verstoring van het radarbeeld te voorkomen. Deze maximum hoogten mogen ook niet worden overschreden door bouwwerken zoals antennes, vlaggenmasten e.d..

 

11.3.2 Afwijking

  1. Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde onder11.3.1 onder de voorwaarde dat de werking van de radar niet in onaanvaardbare mate negatief wordt beïnvloed.

  2. Voorafgaand aan het verlenen van de omgevingsvergunning dient schriftelijk advies te zijn ingewonnen van de Minister van Defensie, DGW&T, directie Brabant.

 

11.4 archeologische verwachtingswaarde

 

11.4.1 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

  1. Het is op of in de gronden zonder of in afwijking van een omgevings- vergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden verboden ter plaatse van de aanduiding 'archeologische verwachtingswaarde' de volgende werken en/of werkzaamheden buiten het bouwvlak te verrichten:

  1. afgraven, vergraven, egaliseren;

  2. draineren, onderbemalen, graven sloten dieper dan 1 meter;

  3. verharden oppervlakte van minimaal 100 m², aanleg leidingen dieper dan 1 meter.

  1. Het verbod als bedoeld onder a is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  1. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer;

  2. welke van zodanig geringe omvang en ondergeschikte betekenis zijn dat daardoor geen aantasting van de aanwezige waarden plaatsvindt;

  3. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;

  4. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.

  1. De werken of werkzaamheden als bedoeld onder a zijn slechts toelaatbaar, indien:

  1. deze verband houden met de omschrijving, die aan de desbetreffende bestemming is toegekend;

  2. door de werken of werkzaamheden hetzij direct hetzij indirect de bestaande waarden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast;

  3. door de werken of werkzaamheden hetzij direct hetzij indirect de gewenste waarden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.