Artikel 7 Water
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
waterlopen, waterkeringen en waterpartijen;
ter plaatse van de aanduiding ecologische verbindingszone, de ecologische verbindingszone;
water en waterhuishoudkundige doeleinden;
groenvoorzieningen;
kruisingen en overbruggingen ten behoeve van verkeersdoeleinden;
infiltratievoorzieningen;
behoud, herstel en/of ontwikkeling van landschappelijke-, cultuurhistorische- en natuurwaarden;
ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone – vliegveld', de geluidzone van het vliegverkeer.
7.2 Bouwregels
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 5 m.
7.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
een goede woonsituatie;
de verkeersveiligheid;
de sociale veiligheid;
de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
7.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik:
opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.
7.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
7.5.1 Werken en werkzaamheden
Het is op of in de gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning verboden de hieronder genomen werken en/of werkzaamheden te verrichten:
het diepploegen of indrijven;
het rooien of beplanten;
het aanleggen van teeltondersteunende voorzieningen;
afgraven, vergraven, egaliseren;
draineren, onderbemalen, graven sloten dieper dan 1 meter;
verharden oppervlakte van minimaal 100 m², aanleg leidingen dieper dan 1 meter.
7.5.2 Uitzonderingen
Het in lid 7.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
het normale onderhoud en/of gebruik betreffen, dan wel van ondergeschikte betekenis zijn;
reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een verleende omgevingsvergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
7.5.3 Toelaatbaarheid
De in lid 7.5.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de in de bestemmingsomschrijving genoemde waarden.