Artikel 9 Verkeer

 

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Verkeer’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. voorzieningen voor verkeer en verblijf, zoals wegen, (on- en halfverharde) paden en parkeervoorzieningen;

  2. een overkluizing, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - overkluizing';

  3. geluidwerende voorzieningen;

  4. groenvoorzieningen;

  5. straatmeubilair;

  6. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

  7. nutsvoorzieningen.

 

9.2 Bouwregels

 

9.2.1 Algemeen

  1. Op of in deze gronden mogen uitsluitend gebouwen worden gebouwd ten behoeve van nutsvoorzieningen en verkeerskundige doeleinden.

  2. In afwijking van het onder a bepaalde mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘garage’ garageboxen gebouwd worden.

 

9.2.2 Gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen en verkeerskundige doeleinden

Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen en verkeerskundige doeleinden gelden de volgende bepalingen:

  1. De oppervlakte per gebouw mag niet meer bedragen dan 25 m².

  2. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3,5 m.

 

9.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  1. De bouwhoogte van palen, masten en portalen voor geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer mag niet meer bedragen dan 12 m.

  2. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.