De voor ‘Dienstverlening’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. dienstverlenende bedrijven;
b. ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding – bovenwoning’: tevens voor een bovenwoning voor de huisvesting van één huishouden;
c. wegen, paden, pleinen, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming.
Op deze gronden mogen, met inachtneming van de op de verbeelding aangegeven aanduidingen, uitsluitend ten dienste van de in lid 7.1.1 genoemde bestemmingen worden opgericht:
a. hoofdgebouwen;
b. bijbehorende bouwwerken;
c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Hoofdgebouwen mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak worden opgericht, met inachtneming van de op de verbeelding aangegeven aanduidingen;
b. hoofdgebouwen worden met de voorgevel gebouwd in de op de verbeelding aangegeven (verlengde van de) gevellijn, daar waar een dergelijke lijn op de verbeelding is aangegeven. Indien voor een bouwperceel twee gevellijnen zijn bepaald, dient zowel de voor- als de zijgevel hierin te worden gebouwd;
c. de goot- en bouwhoogte bedraagt maximaal de op de verbeelding aangegeven maat;
d. de dakhelling bedraagt bij toepassing van hellende dakvlakken maximaal 65º;
e. ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding – bovenwoning’ is maximaal één bovenwoning toegestaan. Bewoning vindt plaats boven de eerste bouwlaag.
Bijbehorende bouwwerken mogen worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:
a. aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen uitsluitend binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak worden opgericht;
b. de goot- en bouwhoogte bedraagt maximaal 3,25 respectievelijk 6,00 meter;
c. de dakhelling bedraagt bij toepassing van hellende dakvlakken maximaal 65º.
Andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
a. de bouwhoogte binnen een bouwvlak bedraagt maximaal 4,00 meter;
b. de bouwhoogte buiten een bouwvlak bedraagt maximaal 2,50 meter.
Het bevoegd gezag kan via een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
a. lid 7.2.1, sub b voor het oprichten van een deel van de voorgevel achter de op verbeelding aangegeven voorgevellijn, mits tenminste 50% van de totale voorgevelbreedte van het hoofdgebouw wel in de op de verbeelding aangegeven voorgevellijn wordt gebouwd;
b. lid 7.2.1, sub c mits deze maat met maximaal 1,00 meter zal worden overschreden.
Tot het verboden gebruik wordt in ieder geval gerekend het uitoefenen van detailhandel, anders dan als ondergeschikte nevenactiviteit bij ter plaatse uitgeoefende bedrijfsactiviteiten.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming te wijzigen in ‘Wonen’ met ‘Tuin’, met dien verstande dat:
a. de regels behorende bij de bestemming ‘Wonen’ en ‘Tuin’ van overeenkomstige toepassing zijn;
b. de te realiseren woning(en) passen binnen het geldende gemeentelijk woningbouwprogramma;
c. er aantoonbaar geen milieuhygiënische of overige belemmeringen zijn.