direct naar inhoud van Regels

Buitengebied Mill en Sint Hubert

Status: Vastgesteld
Idn: NL.IMRO.0815.BPL12022HBU-VA01

Artikel 39 Algemene wijzigingsregels

 

39.1 Wijziging aanduidingen waarden

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd dit plan te wijzigen door de aanduidingen:

  1. ‘aardkundig waardevol gebied’;

  2. ‘cultuurhistorisch waardevol gebied’;

  3. ‘leefgebied dassen’;

  4. ‘leefgebied kwetsbare soorten’;

  5. ‘leefgebied struweelvogels’;

  6. ‘leefgebied weidevogels’;

in omvang en/of vorm te wijzigen of geheel of gedeeltelijk te verwijderen of toe te kennen, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

  1. Bij geheel of gedeeltelijk verwijderen van een aanduiding dient door middel van onderzoek aangetoond te zijn dat de desbetreffende waarde ter plaatse niet (meer) aanwezig is, dan wel dat bescherming van de waarde met de aanduiding niet (meer) noodzakelijk is.

  2. Bij het wijzigen van de omvang en/of vorm van de aanduiding of het toekennen van de aanduiding dient door middel van onderzoek aangetoond te zijn dat dit noodzakelijk is ter bescherming van de desbetreffende waarde.

 

39.2 Wijziging aanduiding ‘zoekgebied ecologische verbindingszone’

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd dit plan te wijzigen door de aanduiding ‘zoekgebied ecologische verbindingszone’ in omvang en/of vorm te wijzigen of geheel of gedeeltelijk te verwijderen, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

  1. De ecologische verbindingszone is gerealiseerd.

  2. Bescherming van het zoekgebied ten behoeve van de ecologische verbindingszone is niet meer noodzakelijk.

 

39.3 Wijziging aanduiding ‘reconstructiewetzone – extensiveringsgebied’, ‘reconstructiewetzone – verwevingsgebied’ en/of ‘reconstructiewetzone – landbouwontwikkelingsgebied’

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd dit plan te wijzigen door de aanduiding ‘reconstructiewetzone – extensiveringsgebied’, ‘reconstructiewetzone – verwevingsgebied’ en/of ‘reconstructiewetzone – landbouwontwikkelingsgebied’ in omvang en/of vorm te wijzigen of geheel of gedeeltelijk te verwijderen, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarde:

  1. De zonering in het kader van de Reconstructiewet of provinciale Verordening Ruimte is herzien.

 

39.4 Wijziging aanduiding ‘veiligheidszone – lpg’

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd dit plan te wijzigen door de aanduiding ‘veiligheidszone – lpg’ in omvang en/of vorm te wijzigen of geheel of gedeeltelijk te verwijderen, indien het betreffende vulpunt is beëindigd.

 

39.5 Vormverandering bestemmingsvlak ‘Agrarisch – Paardenhouderij’

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming ‘Agrarisch – Paardenhouderij’ en de omliggende bestemming(en) te wijzigen ten behoeve van de vormverandering van het bestemmingsvlak, en eventueel daarmee samenhangend vormverandering van het bouwvlak, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

  1. De totale oppervlakte van het bestemmingsvlak mag niet worden vergroot.

  2. De wijziging vindt gelijktijdig plaats met wijziging van de overige gronden naar de aangrenzende bestemming, waarbij deze worden bestemd overeenkomstig de aangrenzende bestemmingen.

  3. De in het gebied aanwezige waarden mogen niet onevenredig worden aangetast.

  4. Er mag geen sprake zijn van milieuhygiënische belemmeringen.

  5. Ten minste 10% van het bouwvlak wordt aangewend voor een goede landschappelijke inpassing op basis van een erfbeplantingsplan.

  6. Indien de wijziging betrekking heeft op de bestemming ‘Agrarisch – Groenblauwe Mantel’ dient er een positieve bijdrage geleverd te worden aan de bescherming en ontwikkeling van de onderkende ecologische, hydrologische en landschappelijke waarden en kenmerken.

  7. De verwezenlijking, het behoud en het beheer van (het zoekgebied voor) een ecologische verbindingszone ter plaatse van de aanduiding ‘zoekgebied ecologische verbindingszone’ en/of in een zoekgebied voor behoud en herstel van watersystemen ter plaatse van de aanduiding ‘zoekgebied voor behoud en herstel van watersystemen’ mag niet worden belemmerd of worden aangetast.

 

39.6 Vergroting bestemmingsvlak ‘Agrarisch – Paardenhouderij’

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming ‘Agrarisch – Paardenhouderij’ en de omliggende bestemming(en) te wijzigen ten behoeve van de vergroting van het bestemmingsvlak, en eventueel daarmee samenhangend vergroting van het bouwvlak waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

  1. Vergroting van het bestemmingsvlak is toegestaan tot een maximum van 1,5 ha.

  2. De vergroting mag uitsluitend plaatsvinden in agrarisch gebied en aansluitend aan het bestaande bestemmingsvlak.

  3. De wijziging vindt gelijktijdig plaats met wijziging van de overige gronden naar de aangrenzende bestemming, waarbij deze worden bestemd overeenkomstig de aangrenzende bestemmingen.

  4. De vergroting dient noodzakelijk te zijn voor een doelmatige bedrijfsvoering en/of -ontwikkeling van een reëel paardenhouderijbedrijf.

  5. Er mag geen sprake zijn van milieuhygiënische belemmeringen.

  6. Vooraf dient advies ingewonnen te worden bij een onafhankelijke deskundige.

  7. Er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing van de bedrijfs-bebouwing op basis van een erfbeplantingsplan.

  8. De wijziging dient hydrologisch neutraal zijn. Hiervoor wordt advies ingewonnen bij de waterbeheerder.

  9. De in het gebied aanwezige waarden mogen niet onevenredig worden aangetast.

  10. Er mag geen sprake zijn van milieuhygiënische belemmeringen.

  11. Ten minste 10% van het bouwvlak wordt aangewend voor een goede landschappelijke inpassing op basis van een erfbeplantingsplan.

  12. De wijziging mag geen betrekking hebben op gronden binnen de bestemming ‘Agrarisch – Groenblauwe Mantel’.

  13. De verwezenlijking, het behoud en het beheer van (het zoekgebied voor) een ecologische verbindingszone ter plaatse van de aanduiding ‘zoekgebied ecologische verbindingszone’ en/of in een zoekgebied voor behoud en herstel van watersystemen ter plaatse van de aanduiding ‘zoekgebied voor behoud en herstel van watersystemen’ mag niet worden belemmerd of worden aangetast.

 

39.7 Vergroting bestemmingsvlak en bouwvlak ‘Bedrijf’

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming ‘Bedrijf’ en de omliggende bestemming(en) te wijzigen ten behoeve van de vergroting van het bestemmingsvlak, en/of het vergroten van het bouwvlak, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

  1. Voor niet-agrarische bedrijven is vergroting van het bestemmingsvlak toegestaan tot een maximum van 5.000 m².

  2. Voor agrarisch technische hulpbedrijven en agrarisch verwante bedrijven is vergroting van het bestemmingsvlak toegestaan tot een maximum van 1,5 ha.

  3. De vergroting dient plaats te vinden aansluitend aan het bestaande bestemmingsvlak.

  4. Vergroting van het bouwvlak is toegestaan met maximaal 20%.

  5. De vergroting van het bestemmingsvlak en/of bouwvlak dient noodzakelijk te zijn voor een doelmatige bedrijfsvoering en/of -ontwikkeling van een reëel bedrijf.

  6. Vooraf dient advies ingewonnen te worden bij een onafhankelijke deskundige.

  7. Er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing van de bedrijfs-bebouwing op basis van een erfbeplantingsplan.

  8. De wijziging dient hydrologisch neutraal zijn. Hiervoor wordt advies ingewonnen bij de waterbeheerder.

  9. De in het gebied aanwezige waarden mogen niet onevenredig worden aangetast.

  10. Er mag geen sprake zijn van milieuhygiënische belemmeringen.

  11. De wijziging gaat gepaard met een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van bodem, water, natuur, landschap of cultuurhistorie of van extensieve recreatieve mogelijkheden van het plangebied.

  12. Indien de wijziging betrekking heeft op de bestemming ‘Agrarisch – Groenblauwe Mantel’ dient er een positieve bijdrage geleverd te worden aan de bescherming en ontwikkeling van de onderkende ecologische, hydrologische en landschappelijke waarden en kenmerken.

  13. De verwezenlijking, het behoud en het beheer van (het zoekgebied voor) een ecologische verbindingszone ter plaatse van de aanduiding ‘zoekgebied ecologische verbindingszone’ en/of in een zoekgebied voor behoud en herstel van watersystemen ter plaatse van de aanduiding ‘zoekgebied voor behoud en herstel van watersystemen’ mag niet worden belemmerd of worden aangetast.

 

39.8 Vergroting bestemmingsvlak en bouwvlak ‘Horeca’ of ‘Maatschappelijk’

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming ‘Horeca’ of ‘Maatschappelijk’ en de omliggende bestemming(en) te wijzigen ten behoeve van de vergroting van het bestemmingsvlak, en/of het vergroten van het bouwvlak, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

  1. Vergroting van het bestemmingsvlak is toegestaan tot een maximum van 1,5 ha.

  2. De vergroting dient plaats te vinden aansluitend aan het bestaande bestemmingsvlak.

  3. De vergroting van het bestemmingsvlak en/of bouwvlak dient noodzakelijk te zijn voor een doelmatige bedrijfsvoering en/of -ontwikkeling van een horecabedrijf of maatschappelijke voorziening.

  4. Vooraf dient advies ingewonnen te worden bij een onafhankelijke deskundige.

  5. Er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing van de bedrijfs-bebouwing op basis van een erfbeplantingsplan.

  6. De wijziging dient hydrologisch neutraal zijn. Hiervoor wordt advies ingewonnen bij de waterbeheerder.

  7. De in het gebied aanwezige waarden mogen niet onevenredig worden aangetast.

  8. Er mag geen sprake zijn van milieuhygiënische belemmeringen.

  9. De wijziging gaat gepaard met een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van bodem, water, natuur, landschap of cultuurhistorie of van extensieve recreatieve mogelijkheden van het plangebied.

  10. Indien de wijziging betrekking heeft op de bestemming ‘Agrarisch – Groenblauwe Mantel’ dient er een positieve bijdrage geleverd te worden aan de bescherming en ontwikkeling van de onderkende ecologische, hydrologische en landschappelijke waarden en kenmerken.

  11. De verwezenlijking, het behoud en het beheer van (het zoekgebied voor) een ecologische verbindingszone ter plaatse van de aanduiding ‘zoekgebied ecologische verbindingszone’ en/of in een zoekgebied voor behoud en herstel van watersystemen ter plaatse van de aanduiding ‘zoekgebied voor behoud en herstel van watersystemen’ mag niet worden belemmerd of worden aangetast.

 

39.9 Wijziging naar ‘Bos’ of ‘Natuur’

Burgemeester en wethouders zijn bestemming ‘Bos’ en/of ‘Natuur’ te wijzigen ten behoeve van behoud en/of ontwikkeling van bos, landschapselementen en/of de natuur, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

  1. De wijziging kan uitsluitend plaatsvinden ten behoeve van de realisatie van vastgesteld natuur- en landschapsbeleid, zoals het beleid voor een ecologische verbindingszone ter plaatse van de aanduiding ‘zoekgebied ecologische verbindingszone’.

  2. De wijziging vindt plaats nadat de aankoop/overdracht in voldoende mate verzekerd is of al heeft plaatsgevonden.

 

39.10 Boerderijsplitsing

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd dit plan te wijzigen ten behoeve van de splitsing van een (bedrijfs-)woning in twee woningen waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

  1. Splitsing is alleen toegestaan indien het een karakteristieke en/of cultuurhistorisch waardevolle woonboerderij betreft op basis van erfgoedbeleid.

  2. De inhoud van de te splitsen woonboerderij dient ten minste 900 m³ te bedragen.

  3. Bij splitsing mogen maximaal twee volwaardige woningen ontstaan, met beide een inhoud van ten minste 350 m3.

  4. Na splitsing mogen de twee woningen niet worden gesloopt en worden vervangen voor twee vrijstaande woningen.

  5. Het bestaande architectonische karakter van de boerderij en de daaraan te onderkennen cultuurhistorische dan wel beeldbepalende waarden mogen niet worden aangetast.

  6. Voor zover de gezamenlijk oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken meer bedraagt dan 200 m², dient overtollige bebouwing te worden gesloopt, tenzij dit leidt tot aantasting van het bestaande architectonische karakter van de boerderij of het bijbehorende bouwwerk en de daaraan te onderkennen cultuurhistorische dan wel beeldbepalende waarden.

  7. De splitsing mag geen onevenredige beperking opleveren voor de bedrijfsvoering/bedrijfsontwikkeling van omliggende (agrarische) bedrijven.

  8. De splitsing dient aanvaardbaar te zijn uit een oogpunt van een milieuhygiënisch verantwoord woon- en leefklimaat.

  9. De in het gebied aanwezige waarden mogen niet onevenredig worden aangetast.

  10. Er mag geen sprake zijn van milieuhygiënische belemmeringen.

  11. De wijziging gaat gepaard met een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van bodem, water, natuur, landschap of cultuurhistorie of van extensieve recreatieve mogelijkheden van het plangebied.