gemeente: Mill en Sint Hubert   status: Vastgesteld
plannaam: Grootven III   datum: 17-02-2011
 

3 ALGEMENE REGELS

 

Artikel 9 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 10 Algemene bouwregels

 

10.1 Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening

De planregels van de bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het bepaalde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:

      1. de richtlijnen voor het verlenen van afwijking van de stedenbouwkundige bepalingen;

      2. de bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer;

      3. de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;

      4. het bouwen bij hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen;

      5. de ruimte tussen bouwwerken.

10.2 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen tot hoogte eerste bouwlaag hoofdgebouw

Aan- uit- en bijgebouwen en overkappingen mogen in afwijking van de bepalingen in hoofdstuk 2 van deze regels in elk geval net zo hoog zijn als de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw + 0,30 m.

10.3 Ondergronds bouwen

Ondergronds bouwen is toegestaan tot een diepte van 4m en op die plaatsen waar bovengronds gebouwd mag worden. De gegeven bestemmingsomschrijving blijft onverminderd van kracht.

Artikel 11 Algemene gebruiksregels

 

11.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met in het plan aan de grond gegeven bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

      1. een gebruik van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;

      2. een gebruik van gronden als stallings- en/of opslagplaats van één of meer aan het gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;

      3. een gebruik van gronden en bouwwerken voor een seksinrichting dan wel ten behoeve van prostitutie;

      4. een gebruik van gronden en bouwwerken voor kamerverhuur met meer dan 4 personen per woning zoals aanwezig op het moment van ter visielegging van het ontwerp van dit plan aanwezig mogen zijn;

      5. het realiseren van nieuwe woningen tenzij dat in de planregels in hoofdstuk 2 nadrukkelijk is toegestaan.

Artikel 12 Overige regels

 

12.1 Parkeergelegenheid

 

12.1.1 Wonen

Voor wat betreft de functie wonen moet per woning ten behoeve van het parkeren of stallen van auto’s in voldoende mate ruimte zijn aangebracht in, op of onder het gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort. Per woning is hiervoor minimaal 1,8 parkeerplaatsen te realiseren, waarvan 1 parkeerplaats op eigen terrein bij vrijstaande en twee-aaneen woningen.

12.1.2 Parkeren

De in artikel 12.1.1 en artikel bedoelde ruimte voor het parkeren van auto’s moet afmetingen hebben die zijn afgestemd op gangbare personenauto’s. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan:

      1. indien de afmetingen van bedoelde parkeerruimten ten minste 2,5 x 5 m in geval van kops parkeren en 2,5 x 6 m bij langsparkeren bedragen;

      2. indien de afmetingen van een gereserveerde parkeerruimte voor een gehandicapte, voor zover die ruimte niet in de lengterichting aan een trottoir grenst - ten minste 3,5 m bij 6 m bedragen.

12.1.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van het bepaalde in artikel 12.1.1 en artikel 12.1.2 indien dit noodzakelijk is om een goede verkeersstructuur en / of bereikbaarheid voor een pand, perceel, straat (of deel daarvan) danwel een andere ruimtelijke-functionele structuur te waarborgen.

12.1.4 Afwijking

Burgemeester en wethouders kunnen afwijking verlenen van het bepaalde in artikel 12.1.1, artikel 12.1.2, en artikel 12.1.3:

      1. indien het voldoen aan die regels door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit; of

      2. voor zover op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingruimte wordt voorzien.