Gemeente:
Helmond
Plannaam:
BP Stiphout
Status:
Onherroepelijk
IDN naam:
NL.IMRO.0794.1700BP070185-4000

ARTIKEL 15 Wonen

 

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor “Wonen” aangewezen gronden zijn bestemd voor:

        1. woningen, met bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, tuinen en erven, leidingen, water, (overkluisde) waterlopen, wateropvang-, infiltratie- en parkeervoorzieningen, paden en overige verhardingen, waarbij de keur van het Waterschap in acht wordt genomen en met dien verstande dat het bestaande aantal woningen en het bestaande woningtype gehandhaafd dienen te blijven;

        2. een kantoor, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding “kantoor (k)” op de plankaart;

 

15.2 Bouwregels woningen

Voor het bouwen van woningen gelden de volgende bepalingen:

        1. woningen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding bouwvlak;

        2. de bouwgrens mag niet worden overschreden, met uitzondering van één erker per woning met een diepte van maximaal 1,5 m¹ mits de afstand van de erker tot de voorste perceelsgrens minimaal 2 m¹ bedraagt;

        3. aantal bouwlagen, maximale goothoogte, maximale bouwhoogte, kapvorm en dakhelling als bestaand, tenzij op de plankaart anders aangeduid;

 

15.3 Bouwregels aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende bepalingen:

        1. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduidingen bouwvlak dan wel bijbouwvlak op de plankaart;

        2. de gezamenlijke oppervlakte - voor zover niet gelegen ter plaatse van de aanduiding bouwvlak - mag per woning in ieder geval maximaal 60 m² bedragen dan wel maximaal 40% van het bij de woning behorende bijbouwvlak tot een maximum van 150 m² met dien verstande dat in ieder geval een oppervlakte van 25 m² van het bijbouwvlak onbebouwd moet blijven;

        3. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen dienen minimaal 3 m¹ achter de voorgevellijn te worden gebouwd;

        4. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen dienen, behoudens een afwijkende ligging ter plaatse van de aanduidingen bouwvlak dan wel bijbouwvlak, in de zijdelingse perceelsgrens geplaatst te worden dan wel minimaal 1 m¹ daaruit, met dien verstande dat:

  1. indien het op de plankaart aangeduide bouwvlak dan wel bijbouwvlak, direct grenst aan gronden in gebruik voor openbare verkeersdoeleinden of openbare groenvoorziening;

  2. bij een vrijstaande woning tussen voorgevellijn en achtergevellijn voor zover de afstand van het bouwvlak tot de zijdelingse perceelsgrens meer dan 4 m bedraagt;

deze afstand minimaal 1 m¹ dient te bedragen;

        1. de goothoogte mag maximaal 3 m¹ bedragen.

        2. de bouwhoogte mag maximaal 3 m¹ bedragen, vermeerderd met de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens tot een maximum van 6 m¹.

 

15.4 Bouwregels bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:

        1. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 1 m¹ bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen maximaal 2 m¹ mag bedragen, mits de afstand tot de voorgevellijn minimaal 3 m¹ bedraagt;

        2. de bouwhoogte van vlaggenmasten mag maximaal 5 m¹ bedragen;

        3. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag maximaal 3 m¹ bedragen;

        4. op overkluisde waterlopen mogen geen bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd.

 

15.5 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik als bedoeld in artikel 24 van dit plan wordt ten minste verstaan het gebruik van bouwwerken voor:

        1. de uitoefening van bedrijfsmatige activiteiten, zoals opgenomen in de Staat van Bedrijfsactiviteiten;

        2. horeca 1 en 2;

        3. permanente of tijdelijke bewoning in bijgebouwen.

        4. aan huis gebonden beroepen, in het geval dat:

  1. de oppervlakte voor de beroepsuitoefening per woning meer bedraagt dan 30% van de begane grondoppervlakte van de woning en de daarbij behorende bijgebouwen dan wel in ieder geval meer bedraagt dan 60 m²;

  2. door de beroepsuitoefening onevenredige overlast of hinder voor de woonomgeving ontstaat;

  3. detailhandel plaatsvindt, niet zijnde detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit in direct verband met de betreffende beroepsuitoefening;

  4. de beroepsuitoefening nadelige invloed heeft op de afwikkeling van het verkeer en/of een onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaakt.

 

15.6 Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 15.5 onder a voor de uitoefening van een aan huis gebonden bedrijf, mits:

        1. de woning als zodanig blijft functioneren, waarbij in ieder geval de bedrijfsvloeroppervlakte per woning maximaal 30% van de begane grondoppervlakte en de bij de woning behorende bijgebouwen mag bedragen, met dien verstande dat het in ieder geval maximaal 60 m² mag bedragen;

        2. het betreft een bedrijf in de milieucategorieën 1 of 2, zoals opgenomen in de Staat van Bedrijfsactiviteiten;

        3. door de bedrijfsuitoefening geen onevenredige overlast of hinder voor de woonomgeving ontstaat;

        4. er geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit in direct verband met de betreffende beroepsuitoefening;

        5. de bedrijfsuitoefening geen nadelige invloed heeft op de afwikkeling van het verkeer en/of een onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaakt.

Bij het nemen van een beslissing over een ontheffing als bedoeld in dit artikel nemen burgemeester en wethouders de procedure genoemd in artikel 27 van dit plan in acht.

 

15.7 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 15.3 onder “d” voor het bouwen in de zijdelingse perceelsgrens, mits:

        1. belangen van derden niet onevenredig worden aangetast;

        2. de verkeersveiligheid niet in het geding komt;

        3. er geen eigen parkeerplaats op eigen erf verloren gaat;

        4. de bebouwingskarakteristiek niet wordt aangetast;

        5. de karakteristiek van de openbare ruimte niet wordt aangetast.

Bij het nemen van een beslissing over ontheffing als bedoeld in dit artikel nemen burgemeester en wethouders de procedure genoemd in artikel 27 van dit plan in acht.