ARTIKEL 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
plan
het bestemmingsplan “Helmond-Noordwest” van de gemeente Helmond;
bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0794.1600BP090089-4000 met de bijbehorende regels en bijlage(n);
aan huis gebonden bedrijf
een ambachtelijk bedrijf dat, uitsluitend door de bewoner(s) van een woning, in of vanuit een (gedeelte van) een woning en/of in of vanuit een (gedeelte van) een daarbij behorend bijgebouw wordt uitgeoefend waarbij de woning in hoofdzaak de woonfunctie behoudt;
aan huis gebonden beroep
een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, zakelijk, maatschappelijk, juridisch, (para)medisch, therapeutisch, lichaamsverzorgend, ontwerptechnisch of kunstzinnig of hiermee gelijk te stellen gebied, dat uitsluitend door de bewoner(s) van een woning in of vanuit die woning of een bijbehorend bijgebouw wordt uitgeoefend, waarbij de woning in hoofdzaak de woonfunctie behoudt;
aanbouw
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat qua afmetingen ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
aanduidingsvlak
een vlak met eenzelfde aanduiding, begrensd door een aanduidingsgrens;
aaneengesloten woning
woning deel uitmakend van ten minste drie middels het hoofdgebouw verbonden woningen;
achtergevel
een van de weg afgekeerde gevel van een hoofdgebouw, aan- of uitbouw of aangebouwd bijgebouw die parallel of nagenoeg parallel loopt aan de voorgevel van het hoofdgebouw;
achtergevellijn
denkbeeldige lijn die strak loopt langs de achtergevel van een hoofdgebouw tot aan de perceelsgrenzen;
ambachtelijk bedrijf
bedrijf waarbij het accent ligt op het in handwerk vervaardigen, bewerken of herstellen en het
installeren van goederen, alsmede het verkopen en/of leveren van goederen die verband houden met
het ambacht als niet zelfstandig onderdeel van het bedrijf;
appartement
een woning in een gebouw dat twee of meer geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen en/of wooneenheden bevat, dan wel een woning op een verdieping in een gebouw waarbij de begane grond een andere functie dan een woonfunctie bevat;
bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
bebouwingspercentage
het percentage van het bouwperceel voor zover gelegen binnen het bouwvlak, dat ten hoogste mag worden bebouwd;
bebouwingsvlak
een op de kaart als zodanig aangegeven vlak, dat niet door bebouwing mag worden overschreden, tenzij die overschrijding krachtens deze regels is of kan worden toegestaan.
bedrijf
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren, verhandelen en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis gebonden beroepen daaronder niet begrepen;
bedrijfsvloeroppervlak
het totale oppervlak van de bouwlagen van een (horeca of dienstverlenend) bedrijf, kantoor of winkel met inbegrip van de daartoe behorende magazijnruimte en overige dienstruimten;
bedrijfswoning
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
bestaand
-
bij bouwwerken: een bouwwerk dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan bestaat of wordt gebouwd, dan wel nadien kan worden gebouwd krachtens een bouwvergunning, die verleend is vóór het tijdstip van het ontwerp van het plan;
-
bij gebruik: het gebruik dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan bestaat, tenzij in de regels anders is bepaald;
bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak;
bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak, met eenzelfde bestemming;
binnenterrein
een aan alle zijden, behoudens toegangswegen, grotendeels door zij- of achtergevels van bebouwing
omsloten terrein;
bijbouwvlak
geometrisch bepaald vlak, voorzien van de aanduiding 'bijgebouwen' waarop volgens deze regels aan- en uitbouwen, bijgebouwen, overkappingen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan;
bijgebouw
een vrijstaand gebouw dat zowel qua afmetingen als in functioneel opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
bouwlaag
de begane grond of een verdieping van een gebouw; een onderhuis, zolderverdieping of vliering
worden hier niet onder begrepen;
bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een standplaats;
bouwgrens
de grens van een bouwvlak;
bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
bouwperceelsgrens
de grens van een bouwperceel;
bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegestaan;
bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
carport
open, doch overdekte plaats voor het stallen van een personenauto, ten hoogste slechts aan één zijde
geheel of gedeeltelijk van een wand voorzien;
commerciële voorzieningen
het bedrijfsmatig verlenen van diensten;
consumentgebonden dienstverlening
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waaronder begrepen een dansschool, sportschool en/of
fitnesscentrum, alsmede aan detailhandel verwante bedrijfsfuncties voor de zakelijke dienstverlening
ter plaatse aan particulieren, zoals een kapsalon, schoonheidssalon, wasserette, videotheek,
reisbureau;
detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden - waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop - het verkopen
en/of leveren van goederen aan personen die de goederen kopen voor gebruik, verbruik of
aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, inbegrepen het daarbij
behorend en daaraan ondergeschikt verstrekken van consumpties voor gebruik ter plaatse;
dienstverlening
het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten welke bestaan uit het verlenen van diensten aan derden,
met of zonder rechtstreeks contact met het publiek;
dienstwoning
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, slechts bedoeld voor (het huishouden van) een
persoon, wiens
dienstverlening
het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten welke bestaan uit het verlenen van diensten aan derden, met of zonder rechtstreeks contact met het publiek;
erker
een ondergeschikte toevoeging in de vorm van een op de begane grond en buiten de gevel van een hoofdgebouw uitgebouwd gedeelte van een ruimte, meestal uitgevoerd in glas, metselwerk en/of hout;
garagebox
gebouw bestemd voor stallingsruimte voor motorvoertuigen alsmede voor huishoudelijke bergruimte uitsluitend ten behoeve van woningen, met bijbehorende bouwwerken en erven;
gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten, ruimte vormt;
gebruiken
het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven;
geschakelde woning
woning waarvan het hoofdgebouw door middel van een aan- of uitbouw verbonden is met een ander hoofdgebouw en waarbij één zijgevel van het hoofdgebouw in de zijdelingse perceelsgrens wordt gebouwd;
gestapelde woning
een woning in een gebouw dat tenminste twee boven elkaar gelegen woningen bevat.
groenvoorzieningen
voorzieningen in de vorm van de aanplant van struiken en heesters, plantsoenen, parken, etcetera.
groothandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ter verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers, dan wel aan instellingen of personen ter aanwending in een andere bedrijfsactiviteit;
halfvrijstaande woning
een woning die onderdeel uitmaakt van een blok van twee via de hoofdgebouwen verbonden woningen;
hoofdgebouw
gebouw dat zowel functioneel als voor wat betreft de afmetingen bepalend is voor de bestemming;
horeca
een bedrijf waar hoofdzakelijk overdag en/of in de avonduren dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin logies wordt verstrekt, zoals een café, restaurant, hotel, pension en naar de aard en openingstijden daarmee gelijk te stellen bedrijven, een en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een seksinrichting;
inrichtingen
als bedoeld in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningsbesluit, inrichtingen die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken, als bedoeld in artikel 2.4 Wet milieubeheer (voormalige A-inrichtingen);
kantoor
een bedrijf gericht op het verlenen van zakelijke diensten en/of het uitvoeren en verrichten van handelingen, die een administratief karakter hebben dan wel handelingen die een administratieve voorbereiding of uitwerking behoeven, met of zonder rechtstreeks contact met het publiek, zoals banken, adviesbureaus, belasting-, assurantie-, advocaten-, notaris- en makelaarskantoren;
kap
afdekking van een gebouw met een dakhelling van minimaal 15° en maximaal 75°;
maatschappelijke voorzieningen
openbaar bestuur, dienstverlening van overheidswege, godsdienstuitoefening, verenigingsleven, onderwijs, volksgezondheid, sport en cultuur;
mantelzorg
het anders dan bedrijfsmatig bieden van zorg aan een of meer leden van een huishouding, die
hulpbehoevend is of zijn op fysiek, psychisch en/of sociaal vlak;
omgevingsvergunning aanlegactiviteit
een vergunning ten behoeve van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en
werkzaamheden als bedoeld in artikel 3.3. onder a van de Wet ruimtelijke ordening;
ondergronds bouwwerk
een (gedeelte van een) bouwwerk, waarvan de vloer is gelegen onder peil;
overkapping
een overdekt en voor mensen toegankelijk bouwwerk, niet met wanden omsloten of slechts gedeeltelijk met wanden wordt omsloten (minimaal aan één zijde volledig open en maximaal drie wanden, waarvan er maximaal twee tot de constructie behoren).
patiowoning
woning met een open binnenplaats, tenminste aan drie zijden met gebouwen omsloten
peil
-
voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
-
in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aan de hoofdtoegang aansluitende afgewerkte terrein;
perifere detailhandel
detailhandel in brand- en explosiegevaarlijke stoffen en goederen, auto’s, boten en caravans, tuincentra, bouwmarkten, detailhandel in grove bouwmaterialen (met inbegrip van tegels en bestrating), keukens en sanitair alsmede woninginrichting (met inbegrip van meubelen), die vanwege de aard en omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig hebben voor de uitstalling;
prostitutie
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
risicovolle inrichting
een inrichting bij welke ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde en een richt waarde voor het risico c. q. een risicoafstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;
seksinrichting
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotische /pornografische aard plaatsvinden, waaronder in ieder geval worden verstaan een (raam)prostitutiebedrijf, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
staat van bedrijfsactiviteiten
een als bijlage bij deze regels behorende en daarvan onderdeel uitmakende lijst van bedrijven en instellingen;
straatmeubilair
alle zodanige gebouwde bouwwerken, niet zijnde gebouwen, die zijn geplaatst ten gerieve of in het belang van het publiek, ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, verkeersborden, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri’s, hekken en palen;
uitbouw
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm kan worden onderscheiden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
uitvoeren
het doen uitvoeren, laten uitvoeren en in uitvoering geven;
verkoopvloeroppervlak
het oppervlak van de verkoopruimte, d.w.z. het voor het winkelend publiek toegankelijke deel van (het
bedrijfsvloeroppervlak van) een winkel, inclusief de etalages, showrooms en de ruimte achter
toonbanken en kassa’s;
voorgevel
de naar de weg gekeerde gevel van een hoofdgebouw welke door gevelindeling als meest representatieve gevel van het gebouw dient te worden aangemerkt;
voorgevellijn
een denkbeeldige lijn die strak loopt langs de voorgevel van een hoofdgebouw tot aan de perceelsgrenzen;
voorgevelbouwgrens
de naar de weg of het openbaar gebied, niet zijnde een (toegangsweg tot een) binnenterrein,
gekeerde bouwgrens;
voorgevelrooilijn
de lijn die wordt gevormd door de voorgevel van een woning en het verlengde daarvan en die, met
uitzondering van overschrijdingen die volgens deze regels zijn of kunnen worden toegestaan, door de
bebouwing niet mag worden overschreden.
vrijstaande woning
woning die niet met het hoofdgebouw of een aan- of uitbouw met een andere woning of ander gebouw is verbonden;
wijziging
een wijziging als bedoeld in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, zoals deze wet luidt op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van het plan;
winkel
een gebouw of een gedeelte daarvan, bestemd voor detailhandel met bijbehorende voorzieningen voor administratie, opslag en reparatie;
woning
een gebouw, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden;
woningtype
het type woning, zoals vrijstaande woningen, aaneengesloten woningen, halfvrijstaande woningen, geschakelde woningen, appartementen en patiowoningen.
ARTIKEL 2 Wijze van meten
2.1 Wijze van bestemmen
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
breedte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken, dan wel de harten van de scheidsmuren;
de dakhelling
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
de goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
de inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
de bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
de oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
horizontale diepte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken van de voor- en achtergevel van een bouwwerk;
verticale diepte van een bouwwerk
van het peil tot aan de bovenzijde van de vloer van het ondergrond gelegen (deel van het) gebouw.
2.2 Ondergeschikte bouwonderdelen
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwonderdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwgrenzen niet meer dan 1 m¹ bedraagt.
|