18.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding-Hoogspanningsverbinding' bestemde gronden zijn behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen mede bestemd voor:
-
de aanleg, instandhouding en/of bescherming van bovengrondse hoogspanningsverbindingen;
-
het beheer en onderhoud van de verbinding;
-
de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met de verbinding;
met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
18.2 Bouwregels
In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald ten aanzien van het bouwen krachtens de overige bestemmingen van deze gronden, mogen op of in deze bestemming begrepen grond uitsluitend worden gebouwd:
-
bouwwerken tot een maximale hoogte van 3 m¹ ten behoeve van de aanleg en instandhouding van de hoogspanningsverbinding;
-
bovengrondse hoogspanningsverbindingen met een maximale bouwhoogte van 60 m¹.
18.3 Afwijken van de bouwregels
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 2 voor het bouwen ten behoeve van de overige aan deze gronden gegeven bestemmingen, indien de belangen van de leidingen hierdoor niet onevenredig worden geschaad. Vooraf dient advies te worden ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder.
18.4 Omgevingsvergunning aanlegactiviteit
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning aanlegactiviteit de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren, :
-
het aanbrengen van hoogopgaande beplanting of bomen;
-
het aanbrengen van bovengrondse constructies, installaties of apparatuur hoger dan 2,5 meter;
-
het opslaan van materialen of stoffen, die onder bepaalde omstandigheden gevaar van brand of explosie kunnen opleveren;
-
het ophogen en egaliseren, bodemverlaging of afgraven of anderszins wijzigen in maaiveld- of weghoogte.
18.4.1 weigeringsgrond
Een omgevingsvergunning aanlegactiviteit mag alleen en moet worden geweigerd:
-
indien door het uitvoeren van de werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de mogelijkheid van een adequaat beheer of de veiligheid van de leiding en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen.
-
een omgevingsvergunning aanlegactiviteit wordt niet verleend dan nadat advies is verkregen van de leidingbeheerder.
18.4.2 Uitzondering
Geen omgevingsvergunning aanlegactiviteit is nodig voor:
-
werken en werkzaamheden die het normale onderhoud en beheer betreffen;
-
werken en werkzaamheden die in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde of verleende vergunning.
18.5 Voorrang dubbelbestemming
In het geval van strijdigheid van bepalingen gaan de bepalingen van dit artikel vóór de bepalingen die op grond van andere artikelen voor desbetreffende gronden van toepassing zijn.
|