Artikel 1 Begrippen
1.1 plan: het bestemmingsplan ''Hoek Anna van Berchemlaan-Oude Bredaseweg" van de gemeente Etten-Leur; 1.2 bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0777.0047HKAVBERCHOUDBR-4001 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen); 1.3 aanduiding: een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden; 1.4 aanduidingsgrens: de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft; 1.5 achtergevel: het meest achterwaarts gelegen deel van het hoofdgebouw; 1.6 achtergevellijn: een denkbeeldige lijn aan het meest achterwaarts gelegen deel van een hoofdgebouw, die behoudens toegelaten afwijkingen, bij het bouwen niet mag worden overschreden; 1.7 bebouwing: één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde; 1.8 bebouwingspercentage een op de planverbeelding of in de planregels aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van een terrein aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd; 1.9 bedrijfsvloeroppervlakte: de brutovloeroppervlakte van bedrijfs-, kantoor- en andere dienstruimten, uitgezonderd parkeergarages en fietsenstallingen; 1.10 belwinkel een gebouw of een gedeelte daarvan dat bestemd is voor het bedrijfsmatig beschikbaar stellen van telefoons aan derden om ter plaatse te gebruiken; 1.11 bestaand: bebouwing en/of gebruik bestaande ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan; 1.12 bestemmingsgrens: de grens van een bestemmingsvlak; 1.13 bestemmingsvlak: een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming; 1.14 bouwen: het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats; 1.15 bouwgrens: 1.16 bouwlaag: een gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met uitsluiting van zolder en onderbouw; 1.17 bouwperceel: een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten; 1.18 bouwperceelsgrens de grens van een bouwperceel; 1.19 bouwvlak: een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten; 1.20 bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond; 1.21 detailhandel: het bedrijfsmatig te koop aanbieden, hieronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan diegenen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit; 1.22 erfafscheiding bouwwerk geen gebouw zijnde dat dient als afscheiding van een erf of terrein en is geplaatst in of rondom een erf of terrein; 1.23 functie: doeleinden ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan is toegestaan; 1.24 gebouw: elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt; 1.25 geluidbelaste gevel gevel gelegen binnen een zone van een weg zoals bedoeld in de Wet geluidhinder met een geluidsbelasting van meer dan 48 dB na correctie ex. artikel 110g Wet geluidhinder; 1.26 gestapelde woning: een al dan niet uit meerdere bouwlagen bestaande woning, deel uitmakend van een gebouw waarin meerdere woningen en/of andere bestemmingen zijn ondergebracht, zodanig dat deze boven dan wel beneden elkaar zijn gesitueerd, waarbij per woning een zelfstandige toegankelijkheid, al dan niet direct vanaf het afgewerkte maaiveld, gewaarborgd is; 1.27 hoofdgebouw: een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen of functie als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken en waarin de hoofdfuncties ingevolge de bestemmingen zijn of worden ondergebracht; 1.28 huishouden de samenlevingsvorm van één gezin, waaronder mede wordt begrepen: de inwoning, al dan niet bij wijze van mantelzorg, met eigen voorzieningen van verwanten of andere personen; een met een gezin gelijk te stellen samenlevingsverband; 1.29 internetcafé: een gebouw of een gedeelte daarvan dat bestemd is voor het bedrijfsmatig beschikbaar stellen van internet aan derden om ter plaatse te gebruiken; 1.30 kamerbewoning het gebruik van een woning door twee of meer zelfstandige huishoudens; 1.31 normale onderhoudswerkzaamheden werkzaamheden die regelmatig noodzakelijk zijn voor een goed beheer van gronden en bouwwerken; 1.32 nutsvoorziening voorziening ten behoeve van het openbaar nut, zoals onder andere transformatorhuisjes, schakelgebouwen, gebouwen ten behoeve van de watervoorziening, duikers, gemaalgebouwen en telefooncellen; 1.33 persoonlijke dienstverlening een met een winkel vergelijkbaar bedrijf dat is gericht op het verlenen van diensten aan of ten gerieve van het publiek, zoals reisbureaus, kapsalons, schoonheidssalons, wasserettes en dergelijke; 1.34 publieksverzorgend ambacht: Een bedrijf dat is gericht op het geheel of gedeeltelijk door middel van handwerk vervaardigen, bewerken of herstellen van goederen en/of leveren van diensten aan personen, die deze goederen of diensten aanwenden anders dan in de uitoefening van een beroep of bedrijf. 1.35 reclamemast drager voor het maken van reclame voornamelijk gericht op gebruikers van de openbare ruimte (het publiek); 1.36 voorgevel het meest naar de wegzijde gekeerde deel van een hoofdgebouw; 1.37 voorgevellijn een denkbeeldige lijn die behoudens toegelaten afwijkingen, bij het bouwen aan de wegzijde niet mag worden overschreden; 1.38 woning: een gebouw, dat dient voor de huisvesting van één huishouden; 1.39 weg weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994, zoals die luidde op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerp-bestemmingsplan; 1.40 wet/wettelijke regelingen indien en voor zover in deze planregels wordt verwezen naar wettelijke regelingen c.q. verordeningen e.d. dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerp bestemmingsplan, tenzij anders bepaald; 1.41 zakelijke dienstverlening het bedrijfsmatig verlenen van administratieve diensten met een publieksgerichte functie zoals banken, verzekeringskantoren, makelaardij, werkbemiddelingsbureaus en dergelijke.