Artikel 26 Algemene aanduidingsregels
26.1 Geluidzone - industrie Op de gronden ter plaatse van de aanduiding ‘geluidzone – industrie’, betreffende de gronden gelegen binnen de 50 dB(A)-contour van het industrieterrein Vosdonk, is het bouwen van geluidsgevoelige gebouwen uitsluitend toegestaan indien is gebleken dat de geluidsbelasting vanwege het industrielawaai op de gevels van deze geluidsgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde. 26.2 Geluidzone - luchtvaartverkeer Op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - luchtvaartverkeer', betreffende de gronden binnen de 47 Bkl-contour vanwege luchtvaartverkeer, mogen geen geluidsgevoelige gebouwen worden opgericht. 26.3 Ecologische verbindingszone De gronden ter plaatse van de aanduiding 'ecologische verbindingszone' zijn mede bestemd voor verwezenlijking, behoud en beheer van een ecologische verbindingszone. 26.3.1 Bouwverbod Op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'ecologische verbindingszone' mogen geen gebouwen worden gebouwd. 26.3.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden het is verboden op of in de gronden ter plaatse van de aanduiding 'ecologische verbindingszone', zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren of uit te laten voeren: het aanbrengen van oppervlakteverhardingen met een oppervlakte groter dan 100 m2; het aanbrengen van beplanting in een strook van 5 m gelegen langs de bestemming 'Water'; het ontginnen, verlagen, afgraven, ophogen of egaliseren van de bodem; het onder sub a vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke: het normale onderhoud en beheer betreffen voor de instandhouding van de ecologische verbindingszone, waaronder begrepen werken en werkzaamheden in het kader van de normale agrarische bedrijfsvoering; in het kader van de eerste aanleg/verwezenlijking van de ecologische verbindingszone; reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan; mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning. de in sub a genoemde werken zijn slechts toelaatbaar indien en voor zover door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de aanwezige landschappelijke waarden ontstaan of kan ontstaan, dan wel dat de mogelijkheden voor het verwezenlijking, behoud en beheer van een ecologische verbindingszone niet in onevenredige mate worden verkleind. 26.4 Luchtvaartverkeerzone Al dan niet in afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 2 geldt ter plaatse van de aanduiding ‘luchtvaartverkeerzone (met nummer)’ dat ten behoeve van het obstakelvrije (start- en landings)vlak met zijkanten de bouwhoogte van een bouwwerk niet meer mag bedragen dan: ter plaatse van de aanduiding 'luchtvaartverkeerzone - 1': 54,14 m boven NAP; ter plaatse van de aanduiding 'luchtvaartverkeerzone - 2': de bouwhoogte die wordt verkregen door de lineaire interpolatie van 54,14 m boven NAP en 109,14 m boven NAP; ter plaatse van de aanduiding 'luchtvaartverkeerzone - 3': 109,14 m boven NAP; in verband met het beschermingsgebied van de in- en uitvliegfunnel van vliegtuigen.