Plan: Heilaar, wijzigingsplan Heilaarstraat naast nr 241
Idn: NL.IMRO.0758.BW2012037004-0501
Plantype: gemeentelijke overheid/wijzigingsplan van bestemmingsplan
Status: Onherroepelijk
Planregels
Op deze pagina vindt u de regels behorende bij het plan Heilaar, wijzigingsplan Heilaarstraat naast nr 241.

Artikel 3 Wonen

 

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. wonen al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit;

  2. bestaande bedrijven;

  3. aan- en uitbouwen en bijgebouwen;

 

met daarbij behorende:

 

  1. tuinen en erven;

  2. bouwwerken, geen gebouw zijnde.

 

 

3.2 Bouwregels

 

3.2.1 Algemeen

  1. De ten tijde van het van kracht worden van het plan bestaande bebouwing mag, met inachtneming van hetgeen in de volgende leden is gesteld, worden gehandhaafd, hersteld, veranderd, uitgebreid en vervangen.

  2. Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' mogen gebouwen worden gebouwd.

  3. Er mogen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' maximaal drie vrijstaande woningen aanwezig zijn cq. worden gebouwd.

  4. Het overschrijden van de bouwgrenzen is slechts toegestaan ten behoeve van geringe uitbreidingen zoals erkers en balkons met ten hoogste 1 meter over ten hoogste 80% van de breedte van het hoofdgebouw.

  5. Het bebouwingspercentage mag niet meer bedragen dan 40% met een maximum van 450 m².

  6. Voor zover de bouwplannen voorzien in de realisatie van (een) geluidsgevoelig(e) object(en) mag de geluidsbelasting niet meer bedragen dan de in de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder voorgeschreven voorkeursgrenswaarde, tenzij het geluidsgevoelige object wordt voorzien van een dove gevel.

  7. In afwijking van onderdeel f, dient, ingeval hogere waarden door het college van burgemeester en wethouders zijn vastgesteld met betrekking tot een geluidsgevoelig object, de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting en eventuele voorwaarden uit dit besluit aangehouden te worden.

 

3.2.2 Hoofdgebouwen

  1. Een hoofdgebouw moet aan de Heilaarstraat gesitueerd zijn, waarbij de naar deze weg gerichte gevel tot maximaal 6 meter achter de aangegeven bouwgrens van de Heilaarstraat mag worden gebouwd.

  2. De diepte van een hoofdgebouw mag maximaal 15 meter bedragen.

  3. De afstand van een hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens dient minimaal 4 meter te bedragen.

  4. De goot- en bouwhoogte mag maximaal respectievelijk 6 en 10 meter bedragen.

 

3.2.3 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen

  1. De afstand van vrijstaande bijgebouwen tot de zijdelingse perceelsgrens dient minimaal 4 meter te bedragen.

  2. De bijgebouwen mogen zowel aangebouwd als vrijstaand worden gebouwd met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte van vrijstaande bijgebouwen maximaal 60 m² bedraagt, met inachtneming van hetgeen bepaald onder 3.2.1 e.

  3. De goot- en bouwhoogte mogen respectievelijk maximaal 3,50 en 5,50 meter bedragen.

 

3.2.4 Bedrijfsgebouwen

  1. Het bedrijfsgebouw dient ondergeschik te zijn aan de woonbestemming.

  2. De bedrijfsactiviteit dient voor te komen in bijlage A onder de milieucategorieën 1 en 2.

  3. Het gebouw mag niet groter zijn dan 250 m² en het totale bebouwingspercentage maximaal 60% bedraagt per bouwperceel.

  4. De afstand tot de zijdelingse perceelsgrens mag niet minder dan 4 meter te gedragen.

  5. De bouwhoogte mag niet meer dan 6 meter bedragen.

  6. De ligging, omvang alsmede bedrijfsuitoefening mag geen onevenredige schade toebrengen aan omliggende percelen.

  7. De functie mag niet een zodanige verkeersaantrekkende werking hebben dat hiervoor extra verkeersmaatregelen, waaronder extra parkeervoorzieningen, in het openbaar gebied noodzakelijk worden.

 

3.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

  1. De hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 2 meter mag bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen buiten het bouwvlak maximaal 1 meter mag bedragen.

  2. De hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 3 meter bedragen.

 

 

3.3 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.1 onder a. jo artikel 8:

  1. voor het (ver)bouwen tot en/of het gebruiken van een bijgebouw als afhankelijke woonruimte in het kader van de mantelzorg met dien verstande dat:

    1. maximaal 60 m² van het bijgebouw hiervoor mag worden aangewend;

    2. de zorgvraag dient afgeleid te kunnen worden uit een indicatie in het kader van Wet maatschappelijke ondersteuning en dient beperkt te blijven tot het verlenen van zorg aan familieleden;

    3. de afhankelijke woonruimte mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de omgeving;

    4. er mag geen strijd ontstaan met milieuregelgeving op het gebied van geluid en geur en mag geen belemmering opleveren in het kader van de bedrijfsvoering voor omliggende bedrijven;

    5. zodra de noodzaak van mantelzorg is komen te vervallen het gebruik van het bijgebouw als afhankelijke woonruimte moet worden beëindigd;

  2. voor het (ver)bouwen tot en/of het gebruiken van een bijgebouw voor een aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteit met dien verstande dat:

    1. maximaal 60 m² van het bijgebouw voor een aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteit mag worden gebruikt;

    2. de activiteit qua aard, omvang en uitstraling dient te passen in een woonomgeving;

    3. de te ontwikkelen activiteiten geen onevenredige verkeersaantrekkende werking hebben in die zin dat er in de openbare ruimte geen aanvullende verkeersmaatregelen noodzakelijk zijn, dan wel dat de verkeersveiligheid ter plaatse niet in het gedrang komt;

    4. de activiteit niet-vergunningplichtig ingevolge de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht mag zijn.