Plan: Kom Prinsenbeek, uitwerkingsplan Neel-West
Idn: NL.IMRO.0758.BU2009064003-0501
Plantype: gemeentelijke overheid/uitwerkingsplan van bestemmingsplan
Status: Onherroepelijk
Planregels
Op deze pagina vindt u de regels behorende bij het plan Kom Prinsenbeek, uitwerkingsplan Neel-West.

Artikel 7 Woongebied

 

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Woongebied aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. wonen in diverse typologieën tenzij anders is aangeduid;

met de daarbij behorende:

  1. tuinen, erven en terreinen;

  2. parkeervoorzieningen.

 

7.2 Bouwregels

Op of in de tot Woongebied bestemde gronden mogen alleen bouwwerken worden gebouwd ten dienste van de bestemming met dien verstande dat:

 

7.2.1 Algemeen

  1. de op de plankaart aangegeven bouwgrenzen mogen niet door bebouwing worden overschreden tenzij deze voorschriften het uitdrukkelijk toestaan en ten behoeve van uitbreidingen zoals erkers en balkons met ten hoogste 1 meter over een breedte van maximaal de breedte van het hoofdgebouw minus 2 meter.

  2. alle bouwwerken mogen uitsluitend ter5 plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' worden gebouwd tenzij in deze regels anders is bepaald;

  3. het bebouwingspercentage per bouwperceel mag niet meer bedragen dan aangegeven in onderstaande tabel:

vrijstaande woningen:

40% maximum 400 m2

twee aan een woningen:

50% maximum 200 m2

aaneengebouwde woningen:

60%

  1. de bouwpercelen aan de Schutsestraat en de Neelstraat dienen een minimale breedte te hebben van 25 meter.

 

7.2.2 Hoofdgebouwen

  1. de goothoogte van hoofdgebouwen mag niet meer bedragen dan 6 meter.

  2. de bouwhoogte van hoofdgebouwen mag niet meer bedragen dan 10 meter.

  3. de diepte van hoofdgebouwen mag niet meer bedragen dan 11 meter met uitzondering van vrijstaande woningen welke niet meer dan 15 meter diep mogen zijn;

  4. de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens mag niet minder dan 3 meter zijn, met uitzondering van de zijde waar hoofdgebouwen op de perceelsgrens aan elkaar zijn gebouwd en aaneengebouwde woningen waar geen minimale afstand in acht behoeft te worden genomen.

 

7.2.3 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen

  1. goothoogte en bouwhoogte mag respectievelijk maximaal 3 en maximaal 5,50 meter bedragen;

  2. de bijgebouwen mogen zowel aangebouwd als vrijstaand worden gebouwd met dien verstande dat deze een gezamenlijke oppervlakte mogen hebben van maximaal 50 m2.

  3. mogen op de perceelsgrens dan wel minimaal 1 meter daarvandaan worden gebouwd met uitzondering van vrijstaande woningen waarbij met aan-, uit- en bijgebouwen aan één zijde de afstand tot de zijdelingse perceelgrens van minimaal 3 meter moet worden gehandhaafd.

 

 

7.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

  1. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel c.q. het verlengde daarvan niet meer dan 1 meter mag bedragen;

  2. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 meter bedragen.

 

 

7.3 Specifieke gebruiksregels

Voor het gebruik van de gronden en gebouwen is het bepaalde in artikel 10 van toepassing. Als strijdig gebruik van de gebouwen en gronden wordt in ieder geval begrepen:

  1. het gebruik van bijgebouwen voor bewoning;

  2. het gebruik van bijgebouwen voorm een aan huis gebonden beroeps- en bedrijfsactiviteit.

 

7.4 Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 7.3 voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden-beroeps- of bedrijfsactiviteit in een bijgebouw mits:

  1. geen afbreuk wordt gedaan aan het woonkarakter van de omgeving;

  2. gelet op de ligging, omvang en uitoefening geen onevenredige schade wordt of kan worden toegebracht aan het woonmilieu;

  3. het niet betreft zodanige verkeersaantrekkende activiteiten tengevolge waarvan extra verkeersmaatregelen, zoals de aanleg van parkeervoorzieningen, in de openbare ruimte, noodzakelijk worden.