Plan: Park de Bavelse Berg
Idn: NL.IMRO.0758.BP2013054001-0501
Plantype: gemeentelijke overheid/bestemmingsplan
Status: Onherroepelijk
Planregels
Op deze pagina vindt u de regels behorende bij het plan Park de Bavelse Berg.

HOOFDSTUK 3 Algemene regels

 

 

Artikel 14 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

 

 

Artikel 15 Algemene gebruiksregels

  1. Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met de bestemming. Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan:

  1. wonen;

  2. detailhandel gericht op verkoop van modische artikelen zoals kleding en schoenen, met uitzondering van sportkleding en –schoeisel tbv de uitoefening van sport;

  3. detailhandel in food en foodproducten;

  4. het gebruik van de gronden en opstallen voor de exploitatie van een smart-, grow- en headshop, alsmede een groothandel in smart-, grow- en/of headproducten, een belwinkel of een combinatie hiervan, als ook het gebruik van de opstallen voor een seksinrichting;

  1. Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder a., indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

 

 

Artikel 16 Algemene aanduidingsregels

 

16.1 Milieuzone - geurzone

Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - geurzone' mogen, ongeacht het bepaalde in de afzonderlijke bestemmingen, geen woningen en andere geurgevoelige bebouwing en functies worden opgericht.

 

16.2 Luchtvaartverkeerszone - ILS 1

  1. Ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone - ILS 1' ten behoeve van het verstoringsgebied rondom de start en landingsbaan geldt dat:

  1. de bouwhoogte van een bouwwerk binnen de aanduiding 'Vrijwaringszone - ILS 1' in geen enkel opzicht meer mag bedragen dan 62,6 m boven NAP;

  1. Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 16.2 onder a teneinde een grotere bouwhoogte toe te staan met dien verstande dat:

  1. de bouwhoogte nooit hoger wordt dan 105 m boven NAP;

  2. de werking van het Instrument Landing System niet in onaanvaardbare mate negatief wordt beïnvloed. Alvorens de omgevingsvergunning te verlenen wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de beheerder van de betrokken Instrument Landing System.

 

16.3 Luchtvaartverkeerszone - ILS 2

  1. Ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone - ILS 2' ten behoeve van het verstoringsgebied rondom de start en landingsbaan geldt dat:

  1. de bouwhoogte van een bouwwerk binnen de aanduiding 'Vrijwaringszone - ILS 2' in geen enkel opzicht meer mag bedragen dan 72,6 m boven NAP;

  1. Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 16.3 onder a teneinde een hogere bouwhoogte toe te staan met dien verstande dat:

  1. de bouwhoogte nooit hoger wordt dan 105 m boven NAP;

  2. de werking van het Instrument Landing System niet in onaanvaardbare mate negatief wordt beïnvloed. Alvorens de omgevingsvergunning te verlenen wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de beheerder van de betrokken Instrument Landing System.

 

 

 

 

16.4 Luchtvaartverkeerszone - invliegfunnel

Op gronden gelegen binnen deze aanduiding mag, ongeacht het bepaalde hieromtrent in de betreffende bestemming, niet hoger gebouwd worden dan 105 m boven NAP.

 

Artikel 17 Algemene afwijkingsregels

Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, met een omgevingsvergunning afwijken van:

  1. de bij recht in de planregels gegeven maten, afmetingen, percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages indien dit om technische redenen noodzakelijk en/of gewenst is;

  2. de bestemmingsbepalingen en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geven;

  3. de bestemmingsbepalingen en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;

  4. het bepaalde ten aanzien van de maximale (bouw)hoogte van gebouwen en toestaan dat de (bouw)hoogte van de gebouwen ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers en lichtkappen, mits:

  1. de oppervlakte van de vergroting niet meer dan 20 m² bedraagt;

  2. de hoogte niet meer dan 1,25 maal de maximale (bouw)hoogte van het betreffende gebouw bedraagt.

 

 

Artikel 18 Algemene wijzigingsregels

Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in artikel 19 en mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden:

  1. de ligging van grenzen van bestemmings- en bouwvlakken en aanduidingen wijzigen, met inachtneming van de volgende regels:

  1. de wijziging moet haar grondslag vinden in een onbedoelde afwijking van de feitelijke situatie met betrekking tot de situering van de plaats, ligging en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen.

  2. de bij de wijziging betrokken grenzen mogen ten hoogste 5 meter worden verschoven;

  3. de oppervlakte van de bij de wijziging betrokken bestemmings- en bouwvlakken en aanduidingen mag ten hoogste 5% worden verkleind of vergroot ten opzichte van de oppervlakte voor de wijziging;

  4. door een wijziging mogen de waarden die het plan beoogt te beschermen niet onevenredig worden aangetast.

  1. de bestemmingen wijzigen in de bestemming 'Bedrijf' met de aanduiding 'nutsvoorziening' voor de bouw van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals zend-, ontvang- en/of sirenemasten, mits de hoogte maximaal 50 meter bedraagt.

 

Artikel 19 Algemene procedureregels

Op de voorbereiding van een besluit tot wijziging van het bestemmingsplan op grond van artikel 3.6, van de Wet ruimtelijke ordening, is de procedure als bedoeld in afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht, van toepassing.

 

Artikel 20 Overige regels

 

20.1 Parkeren

  1. Bij het bouwen op grond van deze planregels dient te allen tijde te worden voldaan aan hetgeen ten aanzien van de normering inzake parkeren is vastgelegd in de Nota Parkeer- en Stallingsbeleid Breda zoals vastgesteld op 10 september 2004.

  2. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om indien er met betrekking tot parkeren door de gemeenteraad gewijzigd beleid wordt vastgesteld, dit overeenkomstig van toepassing te verklaren op onderhavig bestemmingsplan.